ECLI:NL:RBGEL:2017:6924

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 augustus 2017
Publicatiedatum
9 februari 2018
Zaaknummer
318295 FZ RK 17/873
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige binnen een draagmoederschapstraject met wijziging van geslachtsnaam

In deze zaak hebben verzoekers, echtgenoten, een verzoek ingediend tot adoptie van hun minderjarige zoon, geboren uit een draagmoederschapstraject. De rechtbank Gelderland heeft op 7 augustus 2017 uitspraak gedaan in deze zaak. De verzoekers zijn gehuwd en hebben de minderjarige sinds zijn geboorte in hun gezin opgenomen. De draagouders hebben hun gezag over de minderjarige op 3 augustus 2016 verloren, waarna verzoekers de voogdij hebben gekregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is, aangezien hij al zijn hele leven bij verzoekers woont en een sterke band met hen heeft opgebouwd. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de voorwaarden voor adoptie, zoals gesteld in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek, zijn vervuld. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en tevens de wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige goedgekeurd. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 318295 FZ RK 17/873
beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 7 augustus 2017
op het verzoek van:

[verzoeker 1] en [verzoeker 2],

echtgenoten, verder te noemen verzoekers,
beiden wonende te [woonplaats], gemeente [naam gemeente],
advocaat: mr. N. Weening te Amsterdam.

Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
 het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 4 april 2017;
 de beschikking van deze rechtbank van 10 april 2017;
 het journaalbericht met bijlage van de bijzondere curator, mr. K.A.M. van Os-ten Have, van 30 mei 2017;
 het journaalbericht met bijlage van mr. Weening van 2 juni 2017;
 het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Gelderland, Locatie Arnhem, van 24 juli 2017.

De feiten

Verzoekers zijn op [datum huwelijk] 2012 te Apeldoorn met elkaar gehuwd.
Op [geboortedatum] 2016 is te [geboorteplaats] geboren de minderjarige:
[naam zoon],
als zoon van [draagouder 1] en [draagouder 2], verder te noemen de draagouders.
De draagouders zijn gehuwd op [datum huwelijk] 2013 te Voorst.
De minderjarige verblijft sinds zijn geboorte in het gezin van verzoekers en staat sinds
1 april 2016 ingeschreven op het adres van verzoekers.
Bij beschikking van deze rechtbank van 3 augustus 2016 is het gezag van draagouders beëindigd en zijn verzoekers belast met de voogdij over de minderjarige.
Bij beschikking van deze rechtbank van 10 april 2017 is mr. K.A.M. van Os-ten Have benoemd tot bijzondere curator.

Het verzoek

Verzoekers verzoeken de rechtbank bij beschikking:
- de adoptie uit te spreken van de minderjarige [naam zoon], geboren op
[geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats], door verzoekers;
- te verklaren dat de geslachtsnaam van de minderjarige zal zijn [geslachtsnaam], zodat hij voortaan voluit [naam zoon] zal heten.

De beoordeling

Blijkens voormeld journaalbericht met bijlage van mr. K.A.M. van Os-ten Have van
30 mei 2017 acht zij het verzoek tot adoptie van de minderjarige door verzoekers en tevens het wijzigen van de geslachtsnaam in het kennelijk belang van de minderjarige.
Blijkens voormeld journaalbericht met bijlage van mr. Weening van 2 juni 2017 kunnen verzoekers en de draagouders zich verenigen met de inhoud van de brief van mr. Van Os-Ten Have. Verzoekers persisteren bij hun verzoeken.
De Raad heeft blijkens zijn rapport van 24 juli 2017 een positief advies uitgebracht met betrekking tot de onderhavige verzoeken.
Adoptie
Ingevolge artikel 1:227 lid 3 BW kan een verzoek tot adoptie enkel worden toegewezen, indien:
  • de adoptie in het kennelijk belang van het kind is;
  • op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en
  • aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Kennelijk belang
Gelet op de inhoud van de overgelegde stukken is de rechtbank van oordeel dat de adoptie in het kennelijk belang is van de minderjarige. Vaststaat dat verzoeker Koorn de biologische vader is van de minderjarige. De minderjarige maakt sinds zijn geboorte deel uit van het gezin van verzoekers. Daarmee staat vast dat de minderjarige het grootste gedeelte van zijn leven in dit gezin heeft doorgebracht. De minderjarige heeft zich gehecht aan verzoekers en is ingegroeid in het gezin en in de familie. Daarbij is er ook intensief contact met draagouders en de (half)broers van de minderjarige en wordt de minderjarige opgevoed met de wetenschap dat draagmoeder zijn biologische moeder is. De rechtbank is dan ook, mede gelet op het advies van de Raad, van oordeel dat het in het kennelijk belang van de minderjarige is dat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke ontstane familieband tussen de minderjarige en verzoekers en dat het in zijn belang is dat hij door verzoekers wordt geadopteerd.
Niets meer van ouder(s) in hoedanigheid van ouder te verwachten
Voorts dient beoordeeld te worden of vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat de minderjarige niets meer van draagouders in de hoedanigheid van ouders te verwachten heeft.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is naar voren gekomen dat verzoekers en draagouders bewust en weloverwogen hebben gekozen voor een draagmoederschaptraject. Voorafgaand aan het in gang zetten van dit traject hebben alle betrokkenen uitvoerig met elkaar gesproken, zijn er afspraken gemaakt en is ook de FIOM ingeschakeld ter ondersteuning. Verzoekers en draagouders zijn dit traject ingegaan met de intentie dat verzoekers verantwoordelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
Het was vanaf het begin de bedoeling van verzoekers en draagouders dat de minderjarige geadopteerd zou worden door verzoekers. Gelet op het vorengaande concludeert de rechtbank dat het nu en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat de minderjarige niets meer te verwachten heeft van draagouders.
Voorwaarden 1:228 BW
Op grond van artikel 1:228 lid 1 BW dient aan de navolgende voorwaarden voor adoptie te worden voldaan:
a. dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaar of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken;
b. dat het kind niet een kleinkind van een adoptant is;
c. dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is;
d. dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;
e. dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;
f. dat de adoptant of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed;
g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben.
De minderjarige is geen kleinkind van verzoekers, verzoekers zijn minimaal 18 jaren ouder dan de minderjarige en de moeder had op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren bereikt.
Blijkens de overgelegde verklaring van de draagouders van 24 maart 2017 spreken zij het verzoek tot adoptie niet tegen.
De minderjarige verblijft reeds sinds zijn geboorte bij verzoekers, derhalve is aan de verzorgingstermijn voldaan.
Vaststaat dat draagouders niet langer het gezag over de minderjarige uitoefenen en dat verzoekers belast zijn met de voogdij over de minderjarige, zodat eveneens voldaan aan het laatste vereiste van artikel 1:228 BW.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldaan aan de (overige) voorwaarden van de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek, zodat het verzoek tot adoptie kan worden toegewezen.
Geslachtsnaam
Verzoekers hebben verzocht te verklaren dat de geslachtsnaam van de minderjarige [geslachtsnaam] zal zijn, zodat de minderjarige voluit [naam zoon] zal heten.
Nu niet gebleken is van bezwaren tegen wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige, zal de rechtbank dit verzoek toewijzen.

De beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
[naam zoon], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats],
door
[verzoeker 1]en
[verzoeker 2],
beiden wonende te [adres], ([postcode]) [woonplaats];
gelast de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Deventer een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Deventer zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
verstaat dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal hebben.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.M. Bögemann, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A. de Wijse-Hageman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2017.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.