ECLI:NL:RBGEL:2017:6945

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 juni 2017
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
C/05/284930/ HZ ZA 15-254
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Desastreus verbouwde woning: benoeming deskundige voor schadevaststelling

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 21 juni 2017 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure betreffende een desastreus verbouwde woning. De eisende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M.C. Stenden, heeft schadevergoeding gevorderd van de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], die eveneens door advocaten werden bijgestaan. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 25 januari 2017 de benoeming van deskundigen besproken om de schade vast te stellen. De eisende partij heeft gepleit voor de benoeming van twee deskundigen, terwijl gedaagde sub 2 zich heeft verzet tegen de benoeming van een deskundige die in verband staat met de eisende partij. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om M.H. Kingma van BKS Schagen als deskundige te benoemen, na te hebben vastgesteld dat deze geen banden had met een van de partijen.

De rechtbank heeft de deskundige de opdracht gegeven om de kosten van herstel van de gebreken aan de woning vast te stellen, inclusief de gevolgschade. De gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen bepaalde vragen die aan de deskundige werden voorgelegd, maar de rechtbank heeft deze bezwaren afgewezen. De rechtbank heeft benadrukt dat de partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat de kosten van het deskundigenonderzoek door de gedaagden moeten worden gedeponeerd. De rechtbank heeft het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 15.570,-- inclusief btw, dat ten laste van de staat komt, aangezien gedaagde sub 2 met een toevoeging procedeert. De zaak zal verder worden behandeld na ontvangst van het deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/284930 / HZ ZA 15-254
Vonnis van 21 juni 2017
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

2.
[eiser sub 2],
[woonplaats eisende partij] ,
eisers,
advocaat mr. B.M.C. Stenden te Waalwijk,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

[woonplaats gedaagde sub 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. B.H.H.M. Ramakers te Arnhem (onttrokken),
2.
[gedaagde sub 2],
[woonplaats gedaagde sub 2],
gedaagde,
advocaat mr. J.A. Trimbach te De Meern.
Partijen zullen hierna [eisende partij], [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 25 januari 2017
  • de akte uitlating van 8 februari 2017 van [gedaagde sub 2]
  • de akte na tussenvonnis van 8 februari 2017 van [eisende partij]
  • de akte uitlating van 8 maart 2017 van [gedaagde sub 2]
  • de antwoordakte na tussenvonnis van 8 maart 2017 van [eisende partij]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Conform het tussenvonnis van 25 januari 2017 (hierna het tussenvonnis) heeft [eisende partij] enerzijds en [gedaagde sub 2] anderzijds zich uitgelaten over het aantal te benoemen deskundigen, de eventueel te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
[gedaagde sub 2] heeft zich in haar akte van 8 februari 2017 op het standpunt gesteld dat volstaan kan worden met de benoeming van één deskundige. Zij laat de rechtbank vrij in de keuze van de te benoemen deskundige, maar verzet zich tegen de benoeming van een deskundige die door [eisende partij] is voorgedragen, dan wel een deskundige die in (in)direct verband staat met [eisende partij] Ook heeft [gedaagde sub 2] een voorstel gedaan voor wat betreft de aan de deskundige voor te leggen vragen.
[eisende partij] geeft de voorkeur aan de benoeming van twee deskundigen die afzonderlijk de schade dienen te begroten. Ten aanzien van de persoon van de te benoemen deskundige(n) heeft hij de namen van drie deskundigen op het gebied van bouwkosten en de ondernemingen waaraan zij verbonden zijn genoemd. Ook heeft [eisende partij] een lijst van aan de deskundige(n) te stellen vragen opgesteld.
2.2.
[gedaagde sub 2] heeft zich verzet tegen benoeming van een van de door [eisende partij] genoemde bouwkostendeskundigen en daartoe aangevoerd dat zij er absoluut zeker van wil zijn dat geen deskundige wordt benoemd die in (in)direct verband staat met [eisende partij] Het is echter aan [gedaagde sub 2] om gemotiveerd te stellen dat een dergelijk verband bestaat tussen de genoemde deskundige(n) en [eisende partij] Nu [gedaagde sub 2] dat heeft nagelaten, gaat de rechtbank aan dit bezwaar voorbij en zal zij de heer M. Kingma van BKS Schagen B.V. te Schagen benoemen tot deskundige. Kingma heeft desgevraagd de rechtbank verzekerd dat hij direct noch indirect op enige wijze contact heeft gehad met een van partijen of anderszins met een van partijen in verband staat.
De rechtbank ziet mede gelet op het kostenaspect geen aanleiding om een tweede deskundige te benoemen. Het staat de deskundige vrij om
zo nodigzich op sommige onderdelen te laten informeren door een collega.
2.3.
[gedaagde sub 2] heeft voorts bezwaar gemaakt tegen de door [eisende partij] voorgestelde vragen en aangevoerd dat de vraag aan de deskundige beperkt moet blijven tot wat de kosten zijn die redelijkerwijs nodig zijn om naar eisen van goed en bekwaam vakmanschap de gebreken te herstellen. Zij stelt dat [eisende partij] ten onrechte de vraagstelling probeert uit te breiden met de gevolgschade, terwijl deze gevolgschade door [eisende partij] niet is gevorderd.
Het onderzoek moet beperkt blijven tot de gebreken die zich nu nog voordoen. [eisende partij] dient ten aanzien van de al herstelde gebreken de nota’s van herstel over te leggen en het is aan de deskundige om te bezien of die herstelkosten redelijk zijn, aldus [gedaagde sub 2].
2.4.
Ten aanzien van de gevolgschade kan een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds schade die het gevolg is van een tekortkoming, bijvoorbeeld planken die als gevolg van lekkage zijn krom getrokken of zijn gescheurd en anderzijds de kosten die gemoeid zijn met het herstel van de schade als gevolg van de herstelwerkzaamheden.
[gedaagde sub 2] heeft aangevoerd dat de vorderingen van [eisende partij] niet zien op herstel van de gevolgschade, maar dat verweer treft geen doel. De vorderingen van [eisende partij] strekken immers tot herstel van de schade die hij heeft geleden doordat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tekort zijn geschoten bij de levering van de woning en zien op herstel van de schade door de gebouwen in de staat te brengen die [eisende partij] op grond van de koopovereenkomst en mededelingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] mocht verwachten. Beide hiervoor genoemde soorten gevolgschade vloeien voort uit die tekortkomingen en maken daarom deel uit van de te herstellen schade.
De rechtbank zal daarom de te benoemen deskundige niet alleen de vraag voorleggen welke kosten gemoeid zullen zijn met het herstel van de gebreken, maar ook de vraag welke kosten gemoeid zullen zijn met herstel van kort gezegd de gevolgschades.
2.5.
Nu gesteld noch gebleken is dat een of meer van de in het tussenvonnis besproken gebreken inmiddels zijn verholpen, bestaat geen aanleiding aan de deskundige de vraag voor te leggen of die gebreken zich (nog) voordoen, zoals [gedaagde sub 2] heeft voorgesteld. Anders dan [gedaagde sub 2] kennelijk meent, zijn de in dat tussenvonnis besproken gebreken immers geen “gestelde” gebreken, maar staat het bestaan daarvan inmiddels vast.
Aan de deskundige zal gevraagd worden per gebrek aan te geven wat de kosten van het algehele herstel van het gebrek zijn.
De rechtbank ziet geen aanleiding aan de deskundige de vraag voor te leggen of het voor de beoordeling van de hoogte van de kosten van herstel van het gastenverblijf verschil maakt of dit bijgebouw wordt beoordeeld als woning of als schuur, zoals voorgesteld door [gedaagde sub 2]. In de verkoopbrochure is dit gebouw aangeprezen als “gastenverblijf, c.q. kantoor of atelierruimte” en door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is niet weersproken dat het gastenverblijf volgens de bouwtekeningen geheel geïsoleerd behoort te zijn. Bij de vragen met betrekking tot het gastenverblijf dient het vorenstaande dan ook het uitgangspunt te zijn.
2.6.
Over de door [eisende partij] voorgestelde (en door hem als volgt genummerde) vragen wordt het volgende overwogen.
1. Over de vragen met betrekking tot het ondeugdelijk schilderwerk heeft [gedaagde sub 2] geen opmerkingen gemaakt, zodat zij in de door [eisende partij] voorgestelde formulering aan de deskundige zullen worden voorgelegd.
4. Ten aanzien van de vragen over vocht en stank in badkamer, toilet, keuken en washok heeft [gedaagde sub 2] aangevoerd dat Bouwpathologie heeft verklaard dat met “een uitgebreid herstel en/of vervanging van het huidige afvoersysteem” de klachten verholpen kunnen worden. Nu de door [eisende partij] onder 1, 2, 3 en 4 van dit onderdeel geformuleerde vragen zien op een dergelijk herstel zullen zij aan de deskundige worden voorgelegd. Er bestaat geen aanleiding om aan de deskundige de vraag voor te leggen wat de kosten zijn voor de aanleg van een ventilatiesysteem in de badkamer en het toilet, nu in het tussenvonnis is overwogen dat de klachten met betrekking tot de ventilatie in de badkamer en het toilet zijn hersteld. Uit de stellingen van [eisende partij] blijkt niet dat hij zich eerder heeft beklaagd over een ondeugdelijke ventilatie in de keuken. De vraag welke kosten gemoeid zijn met de aanleg van een deugdelijk ventilatiesysteem zal daarom beperkt blijven tot het washok.
5. Ten aanzien van de lekkage in de dakgoot aan de voorzijde van de woning zullen de vragen zoals door [eisende partij] geformuleerd aan de deskundige worden voorgelegd. Anders dan waar [gedaagde sub 2] vanuit gaat, kan niet volstaan worden met het nalopen en het herstel van de aansluitingen. In het tussenvonnis is immers overwogen dat het gebruik van een zinken dakgoot in strijd is met de afgegeven omgevingsvergunning en dat de goot ondeugdelijk is aangelegd. De vervanging van deze dakgoten dient dan ook te worden opgenomen in de schadeberekening.
6. Conform hetgeen hiervoor onder 2.4 is overwogen, zal aan de deskundige ook gevraagd worden wat de kosten zijn voor herstel van de ondeugdelijke afdeklijsten en het niet op afschot liggen van het platte dak. Gesteld noch gebleken is dat de dakbedekking van het platte dak geheel vervangen moet worden en dat nieuwe isolatie moet worden aangebracht. De daarop ziende vragen van [gedaagde sub 2] zullen daarom niet aan de deskundige worden voorgelegd.
7. In het tussenvonnis is overwogen dat volgens de verkoopbrochure en de vragenlijst de woning geheel geïsoleerd zou zijn en dat volgens de bouwtekeningen ook het gastenverblijf geïsoleerd is. Niet valt in te zien waarom het volledig isoleren van de woning niet ook zou inhouden het aanbrengen van vloerisolatie en het isoleren van de stenen constructies en de nok. De daarop ziende vragen van [eisende partij] zullen daarom aan de deskundige worden voorgelegd.
8. Ten aanzien van het hang- en sluitwerk zullen de vragen zoals door [eisende partij] geformuleerd, aan de deskundige worden voorgelegd, nu [gedaagde sub 2] hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt.
9. Aan de klacht van [gedaagde sub 2] dat de vraagstelling over de constructie van de dak- en verdiepingsvloer wordt uitgebreid met vragen over de gevolgschade wordt voorbijgegaan met verwijzing naar hetgeen onder 2.4 is overwogen.
10. Ten aanzien van de ondeugdelijke fundering zullen de vragen zoals door [eisende partij] geformuleerd aan de deskundige worden voorgelegd, nu [gedaagde sub 2] hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt.
12 en 13. Aan de klachten van [gedaagde sub 2] dat de vraagstellingen over de ondeugdelijk kachel in de woonkamer en de kilgootlekkage wordt uitgebreid met vragen over de gevolgschade wordt voorbij gegaan met verwijzing naar hetgeen onder 2.4 is overwogen.
15. Ten aanzien van het ongedierte, de houtrot en de houtaantasters zullen de vragen zoals door [eisende partij] geformuleerd aan de deskundige worden voorgelegd, nu [gedaagde sub 2] hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt.
16. Ten aanzien van de door [eisende partij] geformuleerde vragen in verband met het ontbreken van een omgevingsvergunning heeft [gedaagde sub 2] aangevoerd dat [eisende partij] de vragen ten onrechte heeft uitgebreid met herstelwerkzaamheden die door Bouwpathologie noch door Pheidius zijn voorgesteld. Aan dit laatste wordt voorbijgegaan nu de betreffende deskundigen in hun rapporten weliswaar geen voorstellen voor herstel van deze omissie hebben gedaan, maar uit hun rapporten wel blijkt dat tussen 2010 en 2012 gebruikte materialen, zoals de oude kozijnen, in strijd met de omgevingsvergunning zijn hergebruikt in de woning. De door [eisende partij] voorgestelde vragen zullen aan de deskundige worden voorgelegd.
17. Volledigheidshalve zal aan de deskundige ook gevraagd worden de overige kosten, zoals kosten voor opslag inboedel, tijdelijke herhuisvesting en dergelijke te begroten.
2.7.
De rechtbank zal de onder de beslissing vermelde deskundige benoemen en de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
2.8.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geding, te weten het oordeel dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] aansprakelijk zijn voor de schade die [eisende partij] lijdt en het oordeel dat de vordering tot schadevergoeding in beginsel voor toewijzing gereed ligt, aanleiding om te bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moet worden gedeponeerd. De advocaat van [gedaagde sub 1] heeft zich aan deze procedure onttrokken en nadien heeft geen andere advocaat zich voor [gedaagde sub 1] gesteld. Dit brengt met zich dat feitelijk [gedaagde sub 2] belast zal worden met de betaling van het voorschot. Omdat zij met een toevoeging procedeert, komt dit voorschot ten laste van de staat. Dat laat onverlet dat bij de proceskostenveroordeling de kosten van het deskundigenonderzoek uiteindelijk hoofdelijk ten laste van zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] zullen komen.
2.9.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.10.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.11.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundige:
M.H. Kingma,verbonden aan BKS Schagen,
correspondentieadres: Harmenkaag 14, 1741 LA Schagen,
telefoon: 0224-296580,
emailadres: info@bksschagen.nl,
3.2.
legt aan de deskundige de volgende vragen voor:
Wat zijn de kosten die naar eisen van goed en bekwaam vakmanschap redelijkerwijs nodig zijn om door een gemiddelde bonafide aannemer 1. de gebreken, 2. de (gevolg)schade die voortvloeit uit de gebreken en 3. de (gevolg)schade die voortvloeit uit de herstelwerkzaamheden te herstellen, meer specifiek:
1. Ondeugdelijk schilderwerk (tussenvonnis 2.4 - 2.8)
Aanbrengen deugdelijk hechtend buitenschilderwerk op zowel de woning, de carport, het tuinhuis en het gastenverblijf, inclusief de voorbehandeling van het hout en het wegnemen van de overige onderliggende oorzaken van het te snel loslatend schilderwerk, zoals (mede) vermeld in de onderzoeksrapporten van Pheidius (zie productie 27) en Bouwpathologie (zie productie 21);
2. Vocht en stank in badkamer, toilet, keuken en washok (tussenvonnis 2.11- 2.12)
Wegnemen stank- en vochtklachten in de badkamer, toilet, keuken en washok (mede) door het aanleggen van 1) een deugdelijke water- en stankdichte vuilwaterafvoer die 2) tevens op voldoende diepte en afschot ligt, 3) met een goede doorstroming, waaronder ook een separaat systeem voor binnen- en buitenriolering, 4) het aanleggen van ontspanningsleidingen, 5) een deugdelijk ventilatiesysteem in het washok alsook al de daarmee samenhangende schade zoals de verzakkingen van de vloer, deuren en wanden, vocht in de vloer en in de wanden, houtrot en aantasten van de constructie en de herstelschade;
3. Lekkage in de dakgoot aan de voorzijde van de woning (tussenvonnis 2.13)
Verhelpen van de lekkage in de dakgoot aan de voorzijde van de woning, alsook het vervangen van de zinken dakgoten en zinken afdeklijsten alsook het herstellen van de gevolgschade door het ondeugdelijk aanleggen van de dakgoot, waaronder maar niet uitsluitend, houtrot en planken die krom zijn gaan staan of zijn gescheurd door de lekkage;
6. Ondeugdelijk plat dak (tussenvonnis 2.14)
1) Het plat dak op voldoende afschot brengen, alsook 2) het vervangen van de zinken afdeklijsten alsmede 3) het herstellen van de gevolgschade door de lekkages die zijn ontstaan door de ondeugdelijke zinken afdeklijsten en door het plat dak dat niet voldoende op afschot ligt, waaronder maar niet uitsluitend de houtrot;
7. Geen en ondeugdelijke isolatie in woning en gastenverblijf (tussenvonnis 2.15-2.16)
1) Volledig isoleren van de woning, waaronder ook de vloer, de stenen constructies en de nok, inclusief het aanbrengen van een dampremmende laag, 2) het volledig isoleren van het gastenverblijf alsook 3) het herstellen van de gevolgschade die de ondeugdelijke isolatie heeft veroorzaakt, waaronder maar niet uitsluitend de koudebruggen, de schimmelvorming in de woning, het houtwerk dat krom is getrokken, het houtwerk dat is gaan rotten, het stucwerk dat hierdoor is losgelaten alsook 4) de schade die de herstelwerkzaamheden met zich zullen meebrengen, waaronder maar niet uitsluitend aan het dak, de vloeren en de wanden;
8. Hang- en sluitwerk (tussenvonnis 2.17)
Het hang- en sluitwerk vervangen dat niet voldoet aan de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning;
9. Constructie dak en verdiepingsvloer woning (tussenvonnis 2.18-2.19)
1) Aanpassen c.q. aanbrengen van een deugdelijke dakconstructie van de woning en het gastenverblijf, waaronder maar niet uitsluitend vervangen van de spanten, aanbrengen van een extra spant en vervangen van gordingen, 2) de door de constructeur op te stellen constructieberekeningen- en tekeningen, alsook 3) de hiermee verband houdende gevolgschade alsook 4) de gevolgschade die de herstelkosten met zich mee zullen brengen, waaronder maar niet uitsluitend het (binnen)schilderwerk, dak, wanden en het stucwerk.
Aanpassen c.q. herstellen van de verdiepingsvloer in de woning in overeenstemming met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen en de door de constructeur op te stellen constructieberekeningen, alsook de hiermee verband houdende gevolgschade, waaronder maar niet uitsluitend het (binnen)schilderwerk en het stucwerk;
10. Ondeugdelijke fundering onder het gastenverblijf en de veranda en ondeugdelijke dakconstructie van het gastenverblijf (tussenvonnis 2.201)
Aanleggen deugdelijke fundering met verdicht zandpakket onder de woning en het gastenverblijf in overeenstemming met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning, alsook de gevolgschade van de ondeugdelijke fundering en de met de herstelwerkzaamheden gepaard gaande gevolgschade, waaronder maar niet uitsluitend de vervanging van een gezakt gevelkozijn en het rechtleggen of vervangen van (parket)vloeren;
12. Ondeugdelijke kachel in de woonkamer (tussenvonnis 2.22-2.23)
Haard inclusief ombouw en afvoerkanaal in de woonkamer vervangen door een deugdelijke haard in overeenstemming met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning, alsook de gevolgschade van het gebrek, waaronder maar niet uitsluitend het binnenschilderwerk en de door de roet aangetaste inboedel;
13. Lekkage kilgoot (tussenvonnis 2.24)
Verhelpen van de lekkage aan de kilgoot aan de voorzijde van de woning alsook het vervangen van de rubberen bekleding van de kilgoten en het herstellen van de gevolgschade door het ondeugdelijk aanleggen van de kilgoot, waaronder maar niet uitsluitend houtrot en houtwerk dat krom is gaan staan door de lekkage;
15. Ongedierte, houtrot en houtaantasters (tussenvonnis 2.26-2.29)
Speelhuis en tuinhuis vervangen door een deugdelijk, voorbehandeld, niet koud in de grond staand speelhuis en tuinhuis in overeenstemming met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning.
De houtconstructies van de woning inclusief veranda’s, carport, gastenverblijf inclusief veranda, tuinhuis en speelhuis die onbewerkt en koud in de grond of onbehandeld op betonnen poeren staan, vervangen door voorbehandelde houten palen waarbij inwatering niet langer mogelijk is.
De woning en het gastenverblijf kierdicht maken in overeenstemming met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning, alsook de hiermee verband houdende gevolgschade te verhelpen, waaronder maar niet uitsluitend het vervangen van de aan- en doorgeknaagde elektriciteitskabels.
Houtwerk behandelen tegen houtaantasters en indien al aangetast, het vervangen van het houtwerk;
16. Geen omgevingsvergunning (tussenvonnis 2.30-2.32)
Bewerkstelligen verkrijgen van een omgevingsvergunning en alle bouwwerken, waaronder het gastenverblijf met carport en de woning herstellen conform de eisen die in de omgevingsvergunning worden gesteld, waaronder het vervangen van de tussen 2010 en 2012 hergebruikte (secundaire) materialen, waaronder de kozijnen, het glaswerk en de haard in de woonkamer, het vervangen van al het zinkwerk, opstellen van een constructieberekening en de bouwconstructies - zo nodig - aan te passen aan deze constructieberekeningen en tekeningen.
De oude kozijnen inclusief oude beglazing en inclusief hang- en sluitwerk vervangen door (meranti) kozijnen, inclusief beglazing en inclusief hang- en sluitwerk die in overeenstemming zijn met, dan wel ten minste gelijkwaardig zijn als vermeld op de bouwtekeningen en de omgevings- en milieuvergunning, waaronder maar niet uitsluitend kozijnen van hardhout en hang- en sluitwerk dat conform politiekeurmerk (weerstandklasse II) is;
17. Overige kosten
De begroting van alle overige kosten waarmee [eisende partij] zullen worden geconfronteerd bij het verrichten van de onder 1 t/m 16 vermelde herstelwerkzaamheden, waaronder maar niet uitsluitend tijdelijke huisvestingskosten, verhuiskosten, kosten opslag inboedel, schoonmaken en reinigen woning na herstelwerkzaamheden, kosten constructieberekeningen en tekeningen en leges omgevingsvergunning;
Behoudens bij punt 1 bij dit alles met de eis dat een en ander in overeenstemming is met, dan wel ten minste gelijkwaardig als vermeld op de bouwtekeningen, de omgevings- en milieuvergunning, primair het Bouwbesluit 2012 versie 2017, subsidiair het Bouwbesluit 2012 versie 2012, meer subsidiair het Bouwbesluit 2003 versie 2010 en de van toepassing zijnde NEN-normen;
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 15.570,-- inclusief btw en bepaalt dat het voorschot ten laste zal komen van ’s Rijks kas,
3.4.
legt aan [gedaagde sub 2] geen voorschot op,
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat [eisende partij] het procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.7.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.8.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.9.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.11.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.12.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
4 oktober 2017,
3.13.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, mr. P.F.A. Bierbooms en mr. M.M. Klaasen en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2017.
ap/on/pb/mk