Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Verzoeken van de verdediging
4.Bewezenverklaring
of omstreeks14 juni 2017 te Elst, gemeente Overbetuwe, door
geweld of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of bedreiging met geweld of
plegen en/ofdulden van
een of meer
(en
), bestaande uit het onverhoeds betasten van en/of voelen aan de borst
(en
)en
/ofbillen en/
of
dat geweld ofdie andere feitelijkhe
(i)d
(en
) en/of die bedreiging
/of (vervolgens
)de personeelsdeur af te sluiten en
/of (vervolgens
)voornoemde [slachtoffer] om/bij dier lichaam en
/ofschouder
(s
)vast te pakken en
/of
)onverhoeds die [slachtoffer] aan dier billen en
/ofborst
(en
)en
/ofschaamstreek te
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
strafgedurende
120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 500,-(vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.