ECLI:NL:RBGEL:2018:1321

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 maart 2018
Publicatiedatum
23 maart 2018
Zaaknummer
C/05/332541 / KZ ZA 18-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van raamovereenkomst tussen gemeenten en zorgaanbieder Flexzorg B.V. in het kader van WMO en Jeugdwet

In deze zaak vorderde Flexzorg B.V. nakoming van een raamovereenkomst met verschillende gemeenten voor de levering van zorg op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet. De gemeenten hadden de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, waarop Flexzorg in kort geding de voorzieningenrechter verzocht om de gemeenten te veroordelen tot nakoming van de overeenkomst. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat Flexzorg tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De gemeenten hadden gegronde redenen om de overeenkomst te ontbinden, waaronder het inschakelen van onderaannemers zonder toestemming, het niet beschikken over de juiste diploma's door zorgverleners, en het declareren van uren waarvoor geen zorg was verleend. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Flexzorg af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 9 maart 2018.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/332541 / KZ ZA 18-21
Vonnis in kort geding van 9 maart 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEXZORG B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. L.R. de Groot te Apeldoorn,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE APELDOORN,
zetelend te Apeldoorn,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BRUMMEN,
zetelend te Brummen,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE EPE,
zetelend te Epe,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HATTEM,
zetelend te Hattem,
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HEERDE,
zetelend te Heerde,
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE LOCHEM,
zetelend te Lochem,
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE VOORST,
zetelend te Voorst,
8. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZUTPHEN,
zetelend te Zutphen,
9. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DEVENTER,
zetelend te Deventer,
10. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE OLST-WIJHE,
zetelend te Wijhe,
gedaagden,
advocaat mr. C.A.M. Nijhuis te Arnhem.
Partijen zullen hierna Flexzorg en De Gemeenten genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de brief van De Gemeenten van 19 februari 2018 met producties 1 t/m 12
  • de brief van Flexzorg van 19 februari 2018 met productie 20
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van De Gemeenten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Flexzorg is een onderneming, die zorg verleent in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Jeudgwet.
2.2.
Flexzorg heeft met de volgende gemeenten één raamovereenkomst gesloten voor verlening van zorg op basis van de WMO (hierna: “de raamovereenkomst WMO”):
  • Apeldoorn;
  • Brummen;
  • Deventer;
  • Epe;
  • Hattem;
  • Heerde;
  • Olst-Wijhe;
  • Voorst.
Daarnaast heeft Flexzorg met de volgende gemeenten één raamovereenkomst gesloten voor verlening van zorg op basis van de Jeugdwet (hierna: “de raamovereenkomst Jeugd”):
  • Apeldoorn;
  • Brummen;
  • Epe;
  • Hattem;
  • Heerde;
  • Lochem;
  • Voorst;
  • Zutphen.
2.3.
Flexzorg is begin 2016 met haar werkzaamheden uit hoofde van de overeenkomsten gestart.
Eerste ontbinding door De Gemeenten
2.4.
Medio september 2016 heeft een gesprek plaatsgehad tussen Flexzorg en De Gemeenten. Tijdens dit gesprek hebben De Gemeenten verbeterpunten aangedragen ten aanzien van het functioneren van Flexzorg.
2.5.
Op 9 maart 2017 heeft opnieuw een gesprek plaatsgehad tussen Flexzorg en De Gemeenten. De Gemeenten hebben tijdens dit gesprek hun onvrede geuit over de dienstverlening van Flexzorg. Partijen spraken na dit gesprek af dat De Gemeenten hun bezwaren schriftelijk uiteen zouden zetten.
2.6.
De Gemeenten hebben Flexzorg per brief van 18 april 2017 in gebreke gesteld. In hun brief sommeerden De Gemeenten Flexzorg om binnen twee weken met een verbeterplan te komen ten aanzien van een zevental verbeterpunten. Ook sommeerden De Gemeenten Flexzorg om bewijsstukken te overleggen met betrekking tot haar hulpverleningsplan en de geschiktheid van haar medewerkers.
2.7.
Per e-mail van 8 mei 2017 heeft Flexzorg gereageerd op de ingebrekestelling en diverse stukken toegezonden.
2.8.
Per brief van 18 mei 2017 hebben De Gemeenten de raamovereenkomsten ontbonden.
2.9.
Flexzorg heeft De Gemeenten op 12 juni 2017 gedagvaard om in kort geding te verschijnen voor de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Flexzorg vorderde kort gezegd nakoming van de raamovereenkomsten van De Gemeenten. Volgens Flexzorg was geen sprake van een tekortkoming, was zij niet behoorlijk in gebreke gesteld en verkeerde zij niet in verzuim.
2.10.
Bij vonnis in kort geding van 23 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank De Gemeenten geboden om de raamovereenkomsten na te komen. Volgens de voorzieningenrechter was op voorhand onvoldoende aannemelijk dat sprake was van verzuim aan de zijde van Flexzorg. De Gemeenten hebben geen rechtsmiddel ingesteld tegen dit vonnis in kort geding.
Tweede ontbinding door De Gemeenten
2.11.
Per brief van 13 september 2017 heeft de Gemeente Apeldoorn Flexzorg, voor zover relevant, als volgt bericht
(…) U heeft naar aanleiding van de ingebrekestelling op 26 maart 2017 een verbeterplan ingediend. Ik vind het van belang te bekijken hoe het met de implementatie van dit verbeterplan staat. Ik heb bureau RMAA Expertise opdracht gegeven om dat te onderzoeken. Dat geldt tevens voor een aantal signalen die ik ontvangen rondom Flexzorg. Naar ik heb gegrepen heeft dat het bureau inmiddels met u een afspraak gemaakt voor een gesprek hierover. (…)”
2.12.
RMAA Expertise heeft Flexzorg per e-mail van 10 oktober 2017 verzocht om diverse stukken, waaronder de plannen van aanpak en urenregistraties van alle cliënten in de gemeente Apeldoorn, het totaal aantal cliënten van Flexzorg, de gegevens, diploma’s en VOG’s van alle medewerkers, de totale loonkosten en de gevoerde e-mailcorrespondentie met instanties inzake klachten.
2.13.
Omdat Flexzorg de verzochte stukken niet, of slechts gedeeltelijk, ter hand heeft gesteld, heeft RMAA Expertise herhaaldelijk gerappelleerd.
2.14.
De Gemeenten hebben Flexzorg per brief van 21 december 2017, voor zover relevant, als volgt bericht:
“(…) Per brief van 13 september 2017 (…) bent u geïnformeerd over het feit dat wij een extern bureau, RMAA Expertise, opdracht hebben gegeven de implementatie van het verbeterplan te monitoren. Daarnaast kregen wij enkele signalen binnen over de dienstverlening vanuit Flexzorg.
Onderzoek naar deze signalen is ook binnen de opdracht aan het bureau gebracht.
Het bureau (…) heeft het rapport d.d. 16 december 2017 aan de opdrachtgever opgeleverd. Het rapport voegen wij als bijlage bij deze brief.
Gelet op de inhoud van dit rapport zien wij ons genoodzaakt de met u gesloten Raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen WMO 2015 en de Raamovereenkomst individuele voorzieningen Jeugd met onmiddellijke ingang te ontbinden. Hieronder vindt u de toelichting op dit besluit.
(…)
Conclusies naar aanleiding van onderzoek naar diverse signalen.
Wij stellen op basis van het onderzoek vast dat een aantal essentiële onderdelen van het verbeterplan niet zodanig is uitgevoerd dat wordt voldaan aan de bepalingen van de raamovereenkomsten. Daarnaast is uit het onderzoek naar aanleiding van een aantal signalen in het rapport een aantal andere ernstige zaken gebleken. Samenvattend zijn het de volgende:
• De kwaliteit van de hulpverleningsplannen voldoet niet aan de bepalingen van de
raamovereenkomsten;
• Uw personeel is onvoldoende gekwalificeerd en beschikte daarnaast (in ieder geval voor 6 oktober 2017) niet over de vereiste Verklaring omtrent gedrag;
• Wij stellen vast dat u zorg declareert terwijl die niet is verleend;
• U misleidt aan de voorkant cliënten en partners teneinde een hogere indicatie te verkrijgen.
Hoor en wederhoor.
Het is te doen gebruikelijk dat een onderzoeksrapport als hier aan de orde met degene op wie het onderzoek betrekking heeft wordt gedeeld voordat het rapport in definitieve vorm wordt opgeleverd aan de opdrachtgever. Dit om recht te doen aan het beginsel van hoor en wederhoor. Hiervoor hebben we aangegeven dat Flexzorg (tot nu toe) bij herhaling heeft geweigerd gevraagde gegevens te verstrekken. Daarom hebben onderzoekers er voor gekozen het rapport niet met u te bespreken.
Ontbinding.
Wij beoordelen de feiten zoals die uit het onderzoek zijn gebleken en hiervoor zijn vermeld als zeer ernstig en volstrekt onacceptabel. Daarom hebben wij besloten om de Raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen WMO 2015 (…) op grond van artikel 9.4 van de Raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen WMO 2015 en op grond van artikel 10.4 van de raamovereenkomst Individuele voorzieningen Jeugd (…) hierdoor per direct te ontbinden.
Vervolg.
Dit besluit betekent dat wij, met inachtneming van het bepaalde in respectievelijk de artikelen 12/13 en 13/14 van de Raamovereenkomsten bepaalde, de cliënten van Flexzorg vanaf 10 januari 2018 zullen berichten dat de overeenkomst met Flexzorg is beëindigd en de levering van de zorg door u stopt. (…)
Wij zullen vanaf 10 januari 2018 de cliënten berichten dat de Raamovereenkomsten met Flexzorg B.V. zijn ontbonden en de levering van de zorg door u als aanbieder stopt.(…)”
2.15.
De gemeente Apeldoorn heeft Flexzorg per e-mail van 10 januari 2018, voor zover relevant, als volgt bericht:
“(…) Hedenmorgen hadden wij een bespreking bij ons op het stadhuis. Kort samengevat gaf u aan dat u meer tijd nodig had om op onze ontbindingsbrief te reageren. (…)
Desgevraagd lieten wij u toen weten dat wij u uiterlijk vrijdag 12 januari 2018 om 17.00 uur zullen laten weten of de ontvangen informatie aanleiding geeft om de planning, zoals wij deze hebben gemaakt, gaan wijzigen. Tot op dit moment is onze planning dat wij vanaf maandag 15 januari 2018 de cliënten gaan benaderen en ze richting een andere zorgaanbieder zullen begeleiden.
Uitdrukkelijk hebben wij hierbij aangegeven dat de ontbindingen in stand blijven.(…)”
2.16.
Per e-mail van 8 januari 2018 heeft Flexzorg De Gemeenten gesommeerd om haar te bevestigen dat de ontbinding ongedaan zou worden gemaakt. De door Flexzorg verzochte bevestiging is daarna uitgebleven.
2.17.
Per brief van 22 januari 2018 heeft de gemeente Apeldoorn de cliënten van Flexzorg geïnformeerd over de ontbinding van de raamovereenkomsten. Per e-mail van 23 januari 2018 heeft de gemeente Apeldoorn Flexzorg hiervan op de hoogte gebracht.

3.Het geschil

3.1.
Flexzorg vordert dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad:
De Gemeenten gebiedt om de raamovereenkomsten deugdelijk en volledig na te komen tot aan het moment dat in een bodemprocedure onherroepelijk is geoordeeld over de gerechtvaardigdheid c.q. rechtsgeldigheid van de ontbindingsverklaring van De Gemeenten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- per keer dat De Gemeenten hiermee in gebreke blijven en dit gebod negeren, althans op straffe van verbeurte van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
De Gemeenten verbiedt om cliënten van Flexzorg te benaderen totdat in een bodemprocedure onherroepelijk geoordeeld is over de gerechtvaardigdheid c.q. rechtsgeldigheid van de ontbindingsverklaring door De Gemeenten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,-- per keer dat De Gemeenten hiermee in gebreke blijven en per keer dat dit verbod is overtreden;
De Gemeenten verbiedt om naar derden te communiceren dat de raamovereenkomsten volgens De Gemeenten ten aanzien van Flexzorg zijn ontbonden via een ontbindingsverklaring, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 100.000,-- per keer dat De Gemeenten het verbod overtreden, althans op straffe van verbeurte van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
De Gemeenten veroordeelt om binnen 2 dagen na betekening van het te wijzen vonnis een lijst ter beschikking te stellen met namen van de partijen die ter zake de ontbinding door De Gemeenten zijn benaderd zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- per dag dat De Gemeenten het verbod overtreden, althans op straffe van verbeurte van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
De Gemeenten gebiedt om de door hen reeds aanschreven cliënten van Flexzorg en derden per direct te berichten dat de eerdere berichtgeving over het einde van de raamovereenkomsten op een onjuistheid berust, dat de raamovereenkomsten niet zijn ontbonden en dat de zorg via Flexzorg zal worden voortgezet, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- per dag dat gedaagden dit gebod negeren, althans op straffe van verbeurte van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
De Gemeenten gebiedt om binnen 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
a. aan Flexzorg een lijst te verstrekken met namen en adresgegevens van de zorgaanbieders waaraan de cliënten van Flexzorg zijn overgedragen en;
b. te gebieden om deze zorgaanbieders te berichten dat de zorgdossiers weer per direct worden overgedragen aan Flexzorg;
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding van het gebod sub a c.q. sub b;
7. De Gemeenten te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, het salaris van de advocaat daaronder begrepen, met bepaling dat De Gemeenten over de proceskostenveroordeling wettelijke rente zijn verschuldigd indien de proceskostenveroordeling niet uiterlijk binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis is voldaan.
3.2.
Aan haar vorderingen legt Flexzorg het volgende ten grondslag. De Gemeenten hebben nagelaten om in hun ontbindingsbrief aan te geven wat de grondslag was van de ontbinding. Flexzorg vermoedt dat dit gaat om sub d van artikel 9.4 raamovereenkomst WMO en sub d van artikel 10.4 raamovereenkomst Jeugd. Op grond van deze bepalingen mogen De Gemeenten de raamovereenkomsten onmiddellijk ontbinden indien Flexzorg één of meerdere verplichtingen structureel niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt. Flexzorg betwist dat hiervan sprake is geweest. Het onderzoeksrapport van RMAA Expertise berust op foutieve, onvolledige en onjuiste gegevens en aannames. Flexzorg heeft een deugdelijke urenregistratie aangeleverd. Haar zorgdossiers waren op orde. Flexzorg betwist dat haar medewerkers de juiste diploma’s ontberen. Al haar medewerkers hebben voor aanvang van hun werkzaamheden een VOG aangevraagd en aan Flexzorg getoond. Het is onjuist dat Flexzorg zorg heeft gedeclareerd die niet is verleend. Van manipulatie of misleiding voorafgaand aan de intake van een cliënt is geen sprake geweest. Nu geen sprake is van een structurele niet-nakoming, hebben De Gemeenten de raamovereenkomsten onterecht ontbonden. Door zich te gedragen alsof de raamovereenkomsten toch ontbonden zijn, handelen De Gemeenten onrechtmatig. Ook handelen De Gemeenten in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Deze algemene beginselen van behoorlijk bestuur werken rechtstreeks door in het privaatrecht. Verder blijkt uit een klanttevredenheidsonderzoek dat de cliënten wel degelijk te spreken zijn over de dienstverlening van Flexzorg. Het is onvoldoende aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat Flexzorg tekort is geschoten in de nakoming van de raamovereenkomsten. Om die reden vordert Flexzorg kort gezegd nakoming van de raamovereenkomsten – inclusief meerdere nevenvorderingen – totdat in een bodemprocedure onherroepelijk is geoordeeld over de rechtsgeldigheid van de ontbinding.
3.3.
De Gemeenten voeren als volgt verweer. Uit het onderzoek van RMAA Expertise is gebleken dat Flexzorg uren, waarbij er geen zorg is verleend, wel heeft gedeclareerd. De kwaliteit van de zorgplannen voldoet niet aan de bepalingen van de raamovereenkomsten. Ook heeft Flexzorg cliënten en partners misleidt om een hogere zorgindicatie te verkrijgen. RMAA Expertise heeft vastgesteld dat werknemers en opdrachtnemers van Flexzorg niet over de juiste diploma’s beschikken. Ook heeft Flexzorg pas VOG’s aangevraagd voor een zevental medewerkers nadat RMAA Expertise had verzocht om toezending van die VOG’s. Op grond van de WMO was Flexzorg echter verplicht om in het bezit te zijn van die VOG’s. Verder heeft Flexzorg opdrachtnemers gecontracteerd zonder voorafgaande toestemming van De Gemeenten. Die voorafgaande toestemming was wel vereist op grond van de raamovereenkomsten. Wie precies werkzaamheden heeft verricht namens deze opdrachtnemers, blijkt bovendien nergens uit. Flexzorg biedt daar geen inzage in, terwijl het om veel uren gaat. De Gemeenten vermoeden dat Flexzorg zich schuldig heeft gemaakt aan fraude en misleiding. Het klanttevredenheidsonderzoek, waar Flexzorg zich op beroept, is niet verricht door een onafhankelijke partij. De conclusie van De Gemeenten is dat wel degelijk sprake is van een structurele tekortkoming zoals bedoeld in artikel 9.4 respectievelijk 10.4 van de raamovereenkomsten. Dit blijkt uit het onderzoek van RMAA Expertise. De ontbinding was dus gerechtvaardigd. De Gemeenten concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Flexzorg, met veroordeling van Flexzorg in de kosten van dit geding.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Aan de orde is de vraag of het op voorhand aannemelijk is dat De Gemeenten de raamovereenkomsten onterecht hebben ontbonden op grond van de artikelen 9.4 sub d raamovereenkomst WMO respectievelijk 10.4 sub d raamovereenkomst Jeugd. Deze artikelen bepalen:
“(…) Deze raamovereenkomst kan met onmiddellijke ingang en zonder enige ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk, worden ontbonden:
d. door Gemeente indien Aanbieder één of meer van zijn verplichtingen uit deze Raamovereenkomst structureel niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt, al dan niet blijkend uit de uitkomsten van (materiële) controle; (…)”
4.2.
Er dient dus sprake te zijn van een structurele niet-nakoming, al dan niet blijkend uit de uitkomsten van (materiële) controle. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op voorhand voldoende aannemelijk dat daarvan sprake is. Daartoe wordt als volgt overwogen.
Ongediplomeerde zorgverleners
4.3.
Ten eerste is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter aannemelijk dat mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2] zorg hebben verleend, terwijl zij niet over de juiste diploma’s beschikten. De heer [naam 2] had zelfs een caseload van 15 cliënten terwijl hij niet over het vereiste diploma beschikte. Flexzorg heeft dit ter mondelinge behandeling niet of onvoldoende weersproken. Flexzorg heeft in ieder geval geen diploma’s getoond van deze medewerkers. Op grond van artikel 18 lid 1 respectievelijk 19 lid 1 van de raamovereenkomsten en op grond van artikel 5 van de “Basiseisen kwaliteit aanbieder”, die als Annex II deel uitmaken van de raamovereenkomsten, mocht Flexzorg alleen vakbekwaam personeel inzetten dat beschikt over de vereiste competenties en vaardigheden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het op voorhand aannemelijk dat Flexzorg die verplichting niet is nagekomen.
Inschakelen onderaannemers zonder toestemming
4.4.
Ten tweede is op voorhand voldoende aannemelijk dat Flexzorg opdrachtnemers heeft ingeschakeld zonder voorafgaande toestemming van De Gemeenten. Die toestemming was wel vereist op grond van artikel 15 lid 1 respectievelijk 16 lid 1 van de raamovereenkomsten. Flexzorg heeft overeenkomsten overgelegd met de ondernemingen Heskes Hulp, XL Zorg en Talent in Zorg. De Gemeenten hebben zich op het standpunt gesteld dat zij geen toestemming hebben gegeven voor het inschakelen van deze ondernemingen door Flexzorg. Dit heeft Flexzorg niet of onvoldoende weersproken. Flexzorg heeft zich slechts op het standpunt gesteld dat zij het inschakelen van opdrachtnemers alleen maar hoefde te melden bij De Gemeenten. Maar dit blijkt niet uit artikel 15 lid 1 respectievelijk 16 lid 1 van de raamovereenkomsten. Daarin staat uitdrukkelijk dat toestemming vereist is.
Onvoldoende openheid over urenbesteding
4.5.
Ten derde is op voorhand voldoende aannemelijk dat Flexzorg bij herhaling heeft verzuimd om openheid te verschaffen over haar urenbesteding. De voorzieningenrechter betrekt daarin artikel 4B sub 1 van de dienstverleningsvoorwaarden behorend bij de raamovereenkomsten (Annex III). Dit artikel luidt, voor zover relevant, als volgt:
“(…)Omdat Gemeenten publieke middelen besteden moeten zij over al haar uitgaven aan kunnen tonen dat die rechtmatig zijn. Dat betekent dat voor elke factuur aangetoond moet kunnen worden dat de afgesproken dienst is geleverd.(…)”
RMAA Expertise heeft namens De Gemeenten Flexzorg herhaaldelijk verzocht om een deugdelijke verantwoording van haar urenbesteding. Flexzorg heeft hier niet aan voldaan. Ook ter mondelinge behandeling is Flexzorg onduidelijk gebleven over de vraag wie nu precies werkzaamheden had verricht namens Heskes Hulp, XL Zorg en Talent in Zorg. Daarmee is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat Flexzorg niet voor elke factuur kan aantonen dat de afgesproken dienst is geleverd. Bovendien moeten De Gemeenten in staat gesteld worden om te kunnen controleren wie feitelijk de zorg verleend. Flexzorg heeft, door het zonder toestemming inschakelen van derden, verhinderd dat De Gemeenten deze controle optimaal konden uitvoeren.
Excessieve declaraties
4.6.
Ten vierde is op voorhand aannemelijk dat Flexzorg uren bij De Gemeenten heeft gedeclareerd, terwijl in die uren geen zorg is verleend. De Gemeenten hebben ter mondelinge behandeling negen casussen toegelicht. Eén casus betrof een cliënt die meerdere maanden in het buitenland verbleef, maar waarvoor Flexzorg wel 60 uur individuele begeleiding per maand in rekening heeft gebracht. Ook gaat het om een cliënt, die op enig moment is overleden aan een overdosis, maar waarvoor Flexzorg wel 84 uur aan zorg heeft gedeclareerd in de laatste 17 dagen van zijn leven. Daarmee heeft Flexzorg de zorgindicatie van deze cliënt precies opgemaakt, terwijl nabestaanden van de cliënt tegenover RMAA Expertise hebben verklaard dat de cliënt niet of nauwelijks zorg heeft ontvangen. De overige casussen schetsen een vergelijkbaar beeld. Flexzorg is er naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende in geslaagd om dit te ontzenuwen. Flexzorg heeft nog gesteld dat de cliënt uit het eerste voorbeeld van telefonische consult is voorzien. Dit is op zichzelf aannemelijk, maar niet in de mate waarin Flexzorg heeft gedeclareerd (namelijk 60 uur per maand). Daarmee is op voorhand voldoende aannemelijk dat Flexzorg uren in rekening heeft gebracht, waarvoor geen zorg is verleend. Dit betrof bovendien een structurele niet-nakoming. De Gemeenten hebben immers meerdere voorbeelden aangehaald.
4.7.
Daarmee is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat sprake is geweest van een structurele niet-nakoming aan de zijde van Flexzorg. De Gemeenten mogen dus op voorhand bevoegd worden geacht om de raamovereenkomsten onmiddellijk te ontbinden met gebruikmaking van artikel 9.4 sub d raamovereenkomst WMO respectievelijk 10.4 sub d raamovereenkomst Jeugd. De voorzieningenrechter zal de vorderingen van Flexzorg dus afwijzen.
4.8.
Het beroep van Flexzorg op het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel leidt niet tot een ander oordeel. Dit kort geding beperkt zich tot de aannemelijkheid op voorhand van de structurele tekortkoming zoals bedoeld in de artikelen artikel 9.4 sub d raamovereenkomst WMO respectievelijk 10.4 sub d raamovereenkomst Jeugd. Een eventuele schending van deze beginselen doet niet af aan de aannemelijkheid van een tekortkoming door Flexzorg.
4.9.
Het beroep van Flexzorg op het klanttevredenheidsonderzoek van de firma “Dinax” leidt evenmin tot een ander oordeel. De Gemeenten hebben immers gesteld dat “Dinax” toebehoort aan de broer en tante van de heer [naam 3], eigenaar van Flexzorg. Dit roept reeds vragen op over de onafhankelijkheid en objectiviteit van het klanttevredenheidsonderzoek. Wat daar ook van zij, het doet niet af aan de gegrondheid van de ontbinding van beide raamovereenkomsten.
4.10.
Flexzorg zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Gemeenten worden begroot op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.442,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Flexzorg in de proceskosten, aan de zijde van De Gemeenten tot op heden begroot op € 1.442,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2018.
EH/PB