ECLI:NL:RBGEL:2018:1542

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 april 2018
Publicatiedatum
5 april 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 6019
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van arbeidsverplichtingen en taalcursusverplichting onder de Participatiewet

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een gezin afkomstig uit Egypte, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. De zaak betreft de toepassing van de Participatiewet (Pw) en de arbeidsverplichtingen die daaruit voortvloeien. Eiser, een hartpatiënt, is gedeeltelijk vrijgesteld van de arbeidsverplichtingen, terwijl eiseres, zijn partner, onderworpen is aan de volledige arbeidsplicht met een beperking tot 20 uur per week voor een periode van zes maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende medische gronden zijn om aan te nemen dat eiseres niet kan voldoen aan de arbeidsverplichtingen. De rechtbank oordeelt dat verweerder geen beleid heeft dat ziet op de invulling van de re-integratieplicht en dat de kosten voor de taalcursus die eiser moet volgen, vergoed moeten worden. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, waarbij verweerder is opgedragen de kosten van de taalcursus te vergoeden. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 17/6019

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2018

in de zaak tussen

[eisers] , te [woonplaats] , eisers

(gemachtigde: mr. J.M.E. van der Haar),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegente Nijmegen, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 juni 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de heer [eiser] ) meegedeeld dat hij vanaf 16 juni 2017 tot 1 januari 2020 gedeeltelijk wordt vrijgesteld van de verplichtingen op grond van de Participatiewet (Pw) en dat hij verplicht is een taalcursus te gaan volgen. Verweerder heeft mevrouw [eiseres] meegedeeld dat voor haar vanaf 16 juni 2017 de volledige arbeidsplicht geldt, met een beperking tot 20 uur voor een periode van zes maanden.
Bij besluit van 4 oktober 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 maart 2018. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door
A. Naijen.

Overwegingen

1. Eisers zijn afkomstig uit Egypte. In 2009 is eiser naar Nederland gekomen. Hij is hartpatiënt. Eisers hebben drie minderjarige kinderen (geboren in 2005, 2008 en 2011). In 2017 heeft bedrijfsarts M.A. Koop een onderzoek gedaan naar de medische situatie van eisers.
Het besluit voor zover dat ziet op eiser2. Naar aanleiding van het medisch onderzoek heeft verweerder besloten om eiser van 16 juni 2017 tot 1 januari 2020 vrij te stellen van de arbeidsverplichtingen op grond van artikel 9, aanhef en eerste lid onder a en c, van de Pw. De re-integratieplicht van artikel 9, eerste lid, onder b, van de Pw blijft wel gelden voor eiser.
3. Ter invulling van de re-integratieplicht van artikel 9, eerste lid, onder b, van de Pw heeft verweerder eiser verplicht om een taalcursus te volgen bij www.step.nl, die niet zal worden vergoed door de gemeente of het WERKbedrijf. Het gaat hier dus niet om de taaleis van artikel 18b van de Pw. De opgelegde verplichting valt ook niet onder artikel 12 van de Re-integratieverordening Participatiewet Rijk van Nijmegen.
4. Het geschil gaat alleen over de kosten voor de taalcursus. Eiser voert aan dat hij de financiële middelen niet heeft om een taalcursus te bekostigen. Eisers hebben een bewindvoerder en zij krijgen per week € 100,- huishoudgeld voor vijf personen. De Meedoen-regeling van verweerder wordt door het gezin al gebruikt voor andere noodzakelijke uitgaven.
5. Bij de zitting is gebleken dat verweerder geen beleid heeft dat ziet op de invulling van artikel 9, eerste lid, onder b, van de Pw. Door verweerder is bij de zitting toegezegd dat de kosten voor het volgen van een taalcursus bij www.step.nl alsnog vergoed zullen worden.
Het besluit voor zover dat ziet op eiseres6. Verweerder heeft besloten dat voor eiseres vanaf 16 juni 2017 wel de arbeidsverplichtingen gelden. Deze verplichtingen gelden voor de duur van zes maanden voor 20 uur per week. Daarna zal dit vanaf 1 januari 2018 worden opgebouwd naar 36 uur per week.
7.1.
Eiseres acht het, gelet op haar medische situatie, evident niet haalbaar om 20 tot 26 uur per week buitenshuis te gaan werken. Daarnaast is van belang dat zij de zorg heeft voor haar echtgenoot, hun drie kinderen en dat zij kampen met financiële zorgen. Volgens eiseres is haar psychische situatie verslechterd ten opzichte van een eerdere beoordeling in 2015. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres een brief van psychiater H.J. van Ravesteijn van 7 november 2017 toegestuurd. Uit deze brief blijkt dat eiseres al sinds 2010 klachten heeft en dat sinds twee maanden een verergering is opgetreden. Eiseres voldoet daarmee volgens de psychiater nu aan de criteria van een depressie met angstklachten. Geadviseerd is om te starten met psychologische behandeling en behandeling met een antidepressivum.
7.2.
Verweerder heeft hierover opgemerkt dat uit de brief niet blijkt in hoeverre eiseres gezien haar klachten wel of niet in staat kan worden geacht tot het verrichten van arbeid in een dienstbetrekking.
7.3.
Verweerder kan op grond van artikel 9, tweede lid, van de Pw, in individuele gevallen tijdelijk ontheffing verlenen van de arbeidsverplichtingen, indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Verweerder heeft een medisch onderzoek laten uitvoeren door bedrijfsarts M.A. Koop. In zijn brief van 29 mei 2017 heeft Koop geconcludeerd dat de klachten van eiseres gerelateerd zijn aan de sociale situatie en dat er strikt gezien geen sprake is van beperkingen vanuit ziekte of gebrek. Vanuit preventieve redenen acht hij een opbouw van belang. Koop heeft daarom geadviseerd om aanvankelijk een re-integratie te richten op 20 uur per week, met een verdere opbouw na vier tot zes maanden.
7.4.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat de medische situatie van eiseres zo ernstig is en dat haar belastbaarheid zo beperkt is, dat zij niet kan voldoen aan de arbeidsverplichtingen vanaf 16 juni 2017. Verweerder heeft een zorgvuldig medisch onderzoek gedaan, waarbij eiseres gezien is op het spreekuur en waarbij informatie van de behandelend sector is betrokken. Uit de brief van Van Ravesteijn blijkt wel dat zij op 7 november 2017 behandeling adviseert, maar niet duidelijk is geworden of dit advies door eiseres is opgevolgd. Uit de brief blijkt dat er geen vervolgafspraak is gepland met eiseres. Ook bij de zitting is dit niet duidelijk geworden of eiseres is gestart met een behandeling.
8. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van verweerder voor zover het gaat om eiseres. Dit betekent dat de beroepsgronden, voor zover deze zien op de arbeidsverplichtingen van eiseres, niet slagen.
9. Gelet op wat hiervoor onder 5. is overwogen, is het beroep gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het primaire besluit wordt herroepen, voor zover daarbij is bepaald dat de kosten van de taalcursus die eiser moet volgen bij www.step.nl niet worden vergoed door de gemeente of het WERKbedrijf. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat verweerder deze kosten – indien deze zich voordoen – voor zijn rekening neemt.
10. Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder het door eiser betaalde griffierecht vergoeden. De rechtbank veroordeelt verweerder daarnaast in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.002,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 501,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij is bepaald dat de kosten van de door eiser verplicht te volgen taalcursus bij www.step.nl niet worden vergoed;
- herroept het primaire besluit in zoverre;
- bepaalt dat verweerder de kosten van de door eiser verplicht te volgen taalcursus bij www.step.nl zal vergoeden;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1002,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Kool, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 5 april 2018
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.