In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 april 2018 een beschikking gegeven inzake de adoptie van een minderjarige uit Thailand door twee echtgenoten, hierna te noemen verzoekers. De verzoekers, beiden woonachtig in Nederland, hebben op 21 oktober 2012 een verzoek ingediend voor beginseltoestemming tot adoptie van een buitenlands kind. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 13 mei 2014 toestemming verleend voor de adoptie van een kind, geboren op [datum] 2015 in Bangkok, Thailand. De minderjarige is toevertrouwd aan de verzoekers in verband met de voorgenomen adoptie en is sinds 15 juli 2016 ingeschreven op hun adres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie naar Thais recht is erkend en dat de adoptie voldoet aan de voorwaarden van het Haags Adoptieverdrag. De rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie van de minderjarige door verzoekers kan worden omgezet naar een adoptie naar Nederlands recht, omdat aan alle voorwaarden is voldaan, waaronder de instemming van de biologische ouders en de goedkeuring van de betrokken autoriteiten. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag gelast om de geboorteakte van de minderjarige in te schrijven en heeft bepaald dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal dragen.
De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.