Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks14 maart 2017 te Ede,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen
goederen en/ofgeld, geheel
of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en daarbij die voorgenomen diefstal
te doen voorafgaan,te doen vergezellen en
/ofte doen volgen van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die
/ofdie [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] , te plegen met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden,gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
op/tegen zijn linkerwang,
althans zijn gezicht,heeft
/hebbengeslagen met een (hard) object en/of
/hebbentoegevoegd: "hij is geladen",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
/hebbengezegd dat hij moest gaan zitten en
/of
/hebbentoegevoegd: "Geld, waar is het geld” of “wij willen geld zien",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
althans eenmaal,met gebalde vuist op/tegen haar hoofd en
/ofbuik heeft
/hebbengeslagen en
/of
/hebbenvastgepakt
en/of getrokkenen
/of
/hebbengevraagd en
/of (daarbij
)die [slachtoffer 1] gezegd dat ze stil moest zijn en
/of
/hebbengericht op die [slachtoffer 3] en
/of
(vervolgens
)een schot heeft
/hebbengelost in de lucht ten aanzien van die [slachtoffer 3] (op de openbare weg), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte ten aanzien feit 1 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.