ECLI:NL:RBGEL:2018:1745
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering kinderopvangtoeslag wegens onterecht ontvangen toeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had in 2013 geen kinderopvang afgenomen, maar ontving desondanks een kinderopvangtoeslag van € 11.215. De Belastingdienst vorderde dit bedrag terug, omdat eiseres ten onrechte de toeslag had ontvangen. Eiseres stelde dat zij slachtoffer was van oplichting en fraude, waarbij een persoon zonder haar medeweten kinderopvangtoeslag had aangevraagd. Eiseres had aangifte gedaan van deze oplichting en stelde dat haar DigiD was misbruikt.
De rechtbank oordeelde dat er geen geschil bestond over het feit dat eiseres in 2013 geen recht had op kinderopvangtoeslag. De rechtbank concludeerde dat de terugvordering van de Belastingdienst terecht was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij slachtoffer was van oplichting. De rechtbank stelde vast dat de Belastingdienst voldoende bewijs had geleverd dat een deel van de ontvangen toeslag was overgemaakt naar de rekening van eiseres. Eiseres had niet gereageerd op de nieuwe gegevens die ter zitting waren gepresenteerd, waardoor de rechtbank aannam dat de stellingen van de Belastingdienst juist waren.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter D.J. Post, in aanwezigheid van griffier R. van Diest. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.