ECLI:NL:RBGEL:2018:1749
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en wijziging van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de wijziging van de WIA-uitkering van eiser. Eiser, die sinds 7 juli 2012 een WIA-uitkering ontving, werd per 5 januari 2017 door het UWV als volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt beoordeeld. Dit leidde tot een aanpassing van zijn uitkering per 1 april 2017. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 21 maart 2018 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn bezwaren toegelicht. Het UWV werd vertegenwoordigd door J.A. Nuyens. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen beoordeeld, waarin werd geconcludeerd dat er geen sprake was van duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. Eiser had zijn behandelingen stopgezet, wat volgens de rechtbank de verwachting van verbetering ondermijnde. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de klachten van eiser adequaat waren meegenomen in de beoordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding was om een onafhankelijk deskundige te benoemen, aangezien er voldoende behandelmogelijkheden voor eiser openstonden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het UWV terecht de uitkering per 1 april 2017 had verhoogd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 april 2018, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.