ECLI:NL:RBGEL:2018:1752
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening op basis van de Wmo 2015 en de gevolgen van het niet tijdig indienen van een nieuwe aanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem. Eiseres had verzocht om een dwangsom vast te stellen, omdat zij van mening was dat verweerder niet tijdig de maatwerkvoorziening had verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatwerkvoorziening, die op 30 juni 2016 was toegekend, op 30 september 2017 was geëxpireerd. Eiseres had voor het aflopen van deze indicatie geen nieuwe aanvraag ingediend, wat volgens de rechtbank noodzakelijk was om in aanmerking te komen voor een nieuwe maatwerkvoorziening. De rechtbank oordeelde dat de wet, met name de Wmo 2015, voorschrijft dat een maatwerkvoorziening uitsluitend op aanvraag wordt verstrekt. Eiseres had niet tijdig een aanvraag ingediend, ook niet na een ingebrekestelling per e-mail op 6 oktober 2017, die door verweerder was geweigerd omdat deze niet ondertekend was. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet in gebreke was en dat er geen grond was voor het toekennen van een dwangsom. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.