Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 20 februari 2018
- het schriftelijke verweer van de rechters van 2 maart 2018
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 22 maart 2018.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters M.J.C. van Leeuwen, M. van der Linde en A.M. van Riemsdijk van de Rechtbank Gelderland. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van een beslissing van de rechters dat de vrouw, in een familierechtelijke procedure, nog mocht reageren op de akte van verzoeker, terwijl verzoeker daarop niet meer mocht reageren. Verzoeker stelt dat deze beslissing in strijd is met het beginsel van hoor en wederhoor en de goede procesorde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klachten van verzoeker niet voldoende onderbouwd zijn met concrete feiten of omstandigheden die wijzen op vooringenomenheid van de rechters. De rechtbank benadrukt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen als er zwaarwegende aanwijzingen zijn voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af, omdat verzoeker niet heeft aangetoond dat de rechters vooringenomen waren of dat er objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 5 april 2018, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.