Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
verdachtes vriendin) antwoordt hierop en vraagt waar [verdachte] is, waarop hij aangeeft ‘bij iemand’. [naam 2] reageert boos. Verdachte geeft niet aan bij wie hij is en zegt:
3.Bewezenverklaring
of omstreeks07 september 2017 te Wageningen,
een of meeranderen,
althans alleen,
in/uit een (winkel)pand, gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen:
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak
, verbreking, inklimming;
in of omstreeks de periode van 18 oktober 2016 tot en metop 19 oktober 2016 te Bennekom, gemeente Ede,
althans in Nederland,
in/uit (de winkel van) een tankstation, gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking, inklimming.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
12 maanden als uitgangspunt. Het forse strafblad van verdachte, alsook de omstandigheid dat de ramkraak in samenwerking met anderen is gepleegd, dat daarbij met grof geweld forse schade is toegebracht en dat omwonenden daarvan getuigen hebben moeten zijn, rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank echter een aanzienlijk hogere gevangenisstraf van
18 maanden. Daarbij heeft de rechtbank in strafverzwarende zin verder nog meegewogen dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn aandeel in het feit. Alles afwegend acht de rechtbank voor beide bewezen verklaarde feiten een gevangenisstraf van in totaal 21 maanden passend en geboden.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
21 (eenentwintig) maanden;