Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres], te [woonplaats], eiseres 1
[eiseres] en [eiseres], te [woonplaats], eisers 2
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-partij], te [woonplaats].
Procesverloop
mr. M.G.J. Lubberink en E. Kerkveld. Derde-partij is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M.R. Prins.
Overwegingen
1 en 2 vernietigt.
Partijen zijn het op de zitting met elkaar eens geworden dat, in het geval niet op een gescande plankaart mag worden gemeten, moet worden uitgegaan van de metingen van de bezwaarschriftencommissie. De rechtbank heeft aan partijen voorgehouden dat de commissie haar metingen heeft verricht aan de hand van de verkeerde plankaart, namelijk die van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1974’. Partijen zijn eensgezind van mening dat de originele plankaarten van de bestemmingsplannen ‘Buitengebied 1974’ en ‘Buitengebied, herziening 1987 (Neede)’ qua maatvoering niet van elkaar verschillen, zodat de metingen van de commissie volgens hen juist zijn. Nu deze punten niet in geschil zijn, neemt de rechtbank de metingen van de commissie als uitgangspunt voor haar oordeel.
Uit de metingen van de commissie volgt dat de ligging van het bouwvlak, ten opzicht van die op de gescande plankaart, 9,3 meter richting de Haaksbergseweg is gesitueerd. Dit betekent dat de bouwwerken niet op of nabij de grens van het bouwvlak zijn gelegen, maar ruim daarbuiten. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de bouwwerken in strijd zijn met het bestemmingsplan. Hieruit volgt dan ook dat verweerder niet heeft kunnen volstaan door slechts het bouwen van de bouwwerken te vergunnen.
eisers 2 gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast. In dit geval bestaan deze kosten uit reiskosten en de kosten die zijn gemaakt voor de beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De reiskosten worden bepaald aan de hand van de hoofdregel: de kosten van het reizen per openbaar vervoer, 2de klasse. De rechtbank berekent de kosten via www.9292.nl.
€ 2004,- (2 punten voor het verschijnen op de hoorzittingen in bezwaar, 1 punt voor het indienen van de samenhangende beroepschriften, 1 punt voor het verschijnen op de zitting in beroep, met een waarde per punt van € 501,- en een wegingsfactor 1).
Voor de beroepsmatig verleende rechtsbijstand bedragen de proceskosten van eisers 2
Aan proceskosten dient verweerder dus in totaal € 2030,90 aan eiseres 1 en € 2531,90 aan eisers 2 te vergoeden.
Beslissing
draagt verweerder op nieuwe beslissingen op de bezwaren te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
bepaalt dat verweerder aan eiseres 1 het door haar gestorte griffierecht van in totaal € 336,- vergoedt;
€ 2030,90;
€ 2531,90.