Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De vordering
3.De beoordeling
stalkingen van de navolgende incidenten. Op 16 oktober 2017 heeft [Gedaagde] de gevel en de voordeur van de woning van [Eiser] besmeurd met eieren. Ook lagen bij de buren van [Eiser] stukgegooide eieren op de stoep. Op 20 oktober 2017 heeft [Gedaagde] de brievenbus van [Eiser] besmeurd met mayonaise en ketchup. [Eiser] is als docent werkzaam op een school in [plaats] , [naam school] , locatie [adres B] (hierna: de school). [Gedaagde] is woonachtig in een flatgebouw aan de [adres C] , welk adres gelegen is op een afstand van minder dan 100 meter van de school. Op 19 februari 2018 is de auto van [Eiser] op het terrein van de school vernield. Op beelden van de bewakingscamera is gezien dat [Gedaagde] de vernielingen aan de auto heeft toegebracht. In maart 2018 heeft [Gedaagde] een vogelhuisje met de daarin verborgen beveiligingscamera in de voortuin van [Eiser] vernield en heeft zij de woning van [Eiser] met lippenstift beklad. Op 18 maart 2018 heeft [Gedaagde] een envelop in de brievenbus gestopt met daarin een aantal aan haar opgelegde beschikkingen van het openbare ministerie, brieven van haar telecomprovider over door haar gepleegde ongewenste telefoongesprekken en andere stukken. Bij dit bezoek heeft zij wederom vernielingen aan de woning van [Eiser] aangebracht. Zij is toen door de politie meegenomen. Verder is [Gedaagde] op 21 maart 2018 nogmaals op het terrein van de school verschenen. Zij heeft met lippenstift de schoolramen beklad met teksten over [Eiser] . Op 23 april 2018 heeft [Gedaagde] de auto van [Eiser] bij zijn woonadres besmeurd. Zij is toen wederom door de politie meegenomen. Ook na betekening van de onderhavige dagvaarding is [Gedaagde] [Eiser] blijven bestoken met een zeer groot aantal telefoontjes, soms meer dan 100 op een dag, en berichten per WhatsApp. [Gedaagde] heeft de aan haar betekende dagvaarding aan [Eiser] retour gezonden met daarop handgeschreven teksten waaruit onder meer volgt dat zij niet op de zitting van 30 mei 2018 zou verschijnen. In de nacht voorafgaande aan de zitting heeft zij [Eiser] opnieuw thuis opgezocht.