ECLI:NL:RBGEL:2018:2664
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C. Quak
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring bezwaarschrift inzake de Wet DNA-onderzoek bij Veroordeelden
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 13 juni 2018 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde in het kader van de Wet DNA-onderzoek bij Veroordeelden. De veroordeelde had bezwaar gemaakt tegen het bevel tot afname van celmateriaal, dat door de officier van justitie was gegeven op 8 februari 2018, na een veroordeling op 8 september 2014. Tussen de veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal zat een periode van 41 maanden, wat volgens de rechtbank niet kan worden aangemerkt als 'zo spoedig mogelijk', zoals vereist door de wetsgeschiedenis. De rechtbank oordeelde dat dit tijdsverloop, in combinatie met de aard van het feit waarvoor de veroordeelde was veroordeeld, niet langer een proportionele toepassing van het DNA-onderzoek rechtvaardigde. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en gelastte de officier van justitie om het DNA-materiaal van de veroordeelde te vernietigen. De uitspraak benadrukt de verplichting van de officier van justitie om tijdig te handelen in zaken die onder de Wet DNA-onderzoek bij Veroordeelden vallen.