Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres] , te [plaats], en [eiseres 2], eisers,
Procesverloop
Overwegingen
23 april 2015 verzocht om die gegeven. Tevens is daarbij aangegeven dat verweerder niet voornemens is zijn medewerking te verlenen aan het door eisers gewenste initiatief. Volgens verweerder en diens gemeenteraad is een supermarkt op de locatie Nieuweweg – zoals door eisers gewenst – ruimtelijk slecht inpasbaar. Na overleg tussen partijen is door verweerder bij brief van 7 juli 2015 bevestigd dat de aanvraag tot nader onderzoek wordt aangehouden onder meer omdat een verkeersonderzoek moest worden uitgevoerd. De beslistermijn is bij brief van 17 juli 2015 opgeschort met zes maanden. De resultaten van het verkeersonderzoek is op 21 december 2015 bekend geworden. In het derde kwartaal is door partijen afgesproken dat verweerder een reactie zal geven in de vorm van een eigen verkeersonderzoek. Op 17 februari 2017 zijn de resultaten van dat onderzoek bekend gemaakt waarbij is aangegeven dat het rapport geen aanknopingspunten biedt positief te adviseren over de aanvraag. Na overleg tussen partijen heeft verweerder bij brief van 23 mei 2017 aangegeven dat net binnen de door eisers gestelde termijn van twee kan worden beslist omdat de gemeenteraad het bevoegde gezag is voor het al dan niet afgeven van de voor de aanvraag noodzakelijke verklaring van geen bedenkingen. Daarnaast is eiseres er op gewezen dat de aanvraag niet steeds niet volledig is. Bij brief van 28 augustus 2017 is aan eisers bevestigd dat - op eisers verzoek - met de huidige gegevens de gemeenteraad zal worden verzocht een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Vervolgens heeft het dossier door interne problemen bij verweerder enige tijd ‘stil gelegen’.
De rechtbank zal verweerder veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op welke zijn begroot op € 501,- aan kosten van rechtsbijstand (2 punten, wegingsfactor 0,5). Van andere kosten is de rechtbank niet gebleken.
Beslissing
- bepaalt dat verweerder binnen twee weken na 1 november 2018 alsnog een besluit op aanvraag van eisers bekend maakt;
- bepaalt dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht ten bedrage van € 338,- aan hen vergoedt.