ECLI:NL:RBGEL:2018:2929

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
6593660 VV EXPL 18-6
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tewerkstelling van een werknemer in haar functie als buschauffeur na ziekte en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak vordert de eisende partij, een buschauffeur, dat de kantonrechter de werkgever, Connexxion Tours B.V., zal veroordelen tot tewerkstelling in haar functie van chauffeur voor het volledige aantal overeengekomen uren. De eisende partij stelt dat zij sinds 7 november 2017 arbeidsgeschikt is, onder verwijzing naar een deskundigenoordeel van het UWV. Connexxion voert verweer en stelt dat de bedrijfsarts de eisende partij nog niet geschikt acht voor haar werk, en dat er risico's zijn voor zowel de werknemer als de passagiers. De rechtbank oordeelt dat er tegenstrijdige medische oordelen zijn over de rijvaardigheid van de eisende partij. De kantonrechter concludeert dat, hoewel de eisende partij arbeidsgeschikt is, dit niet betekent dat de vordering tot tewerkstelling zonder meer moet worden toegewezen. Connexxion heeft het recht om de werknemer niet in te zetten als chauffeur tot er meer duidelijkheid is over haar rijgeschiktheid. De vorderingen van de eisende partij worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaakgegevens: 6593660 VV EXPL 18-6
Afschrift aan: gemachtigden
Verzonden d.d.:
vonnis d.d. 14 februari 2018 in kort geding
in de zaak van
[eisende partij] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M. van Wijk-Van den Berg,
tegen
de besloten vennootschap Connexxion Tours B.V.,gevestigd te Hilversum,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A.G.P. van der Baan.
Partijen worden hierna aangeduid als [eisende partij] en Connexxion.

1.Het procesverloop

1.1.
Dit blijkt uit:
- de kort geding dagvaarding met producties d.d. 23 januari 2018,
- de op 30 januari 2018 per email binnengekomen producties 1 tot en met 5 van de zijde van Connexxion,
- de mondelinge behandeling van 31 januari 2018 waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
De na de zitting ingekomen email van [eisende partij] en haar brief met bijlagen behoren niet tot de processtukken en zijn retour gestuurd.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] is sinds maart 1997 werkzaam als chauffeur bij (de rechtsvoorganger van) Connexxion voor 32 uur per week. Zij verzorgt busritten in het groepsvervoer, zoals legervervoer, personeelsfeestjes, treinvervoer bij stremmingen en schoolreisjes. Daarbij wordt zij, naar haar voorkeur, ingezet in gebroken diensten, waarbij ’s ochtends een deel gereden wordt en ’s middags nog een deel.
2.2.
Op 1 april 2016 heeft [eisende partij] een bedrijfsongeval gehad. Zij heeft daarna nog enige tijd geprobeerd door te werken, maar heeft zich op 20 april 2016 ziek gemeld met fysieke klachten, mogelijk een whiplash. Op 20 juli 2016 is [eisende partij] door haar leidinggevende beter gemeld. Op 31 augustus 2016 heeft [eisende partij] zich weer ziek gemeld.
2.3.
[eisende partij] heeft in de maand januari 2017 124 uur gewerkt, in februari 2017 100 uur en in maart 2017 113 uur.
2.4.
Op 25 januari 2017 is [eisende partij] gekeurd door een arts in het kader van de ‘Periodieke Keuring CXX Lijndienst en Tram”, waarbij de conclusie is dat zij voor 5 jaar geschikt is.
2.5.
De bedrijfsarts heeft op 25 juli 2017 [eisende partij] gezien. Hij rapporteert: “
(…) Het traject bij Ergatis loopt nog (…) Mijn advies is om de rapportage met elkaar als uitgangspunt te nemen voor het maken van afspraken met elkaar betreffende doel, inzetbaarheid en behandeling. Ik zou haar graag weer op het spreekuur willen zien als de rapportage er is. Tot die tijd is mijn advies haar nog niet in te zetten als chauffeur. (…)”.
2.6.
Ergatis BV heeft op 14 augustus 2017 aan Connexxion gerapporteerd. In de rapportage is te lezen: “
(…) Op basis van onze bevindingen is er geen aanleiding om beperkingen op te nemen voor beroepsmatig autorijden. (…) Gezien de aanwezige herstel belemmerende factoren is herstel binnen korte termijn niet te verwachten. Indien de voorgestelde behandeling in gang wordt gezet kan daarbij voortgang worden geboekt. (…) De onderzoeksbevindingen en onderbouwing van onze conclusies zijn opgenomen in een uitgebreide medische rapportage voor de bedrijfsarts. (…)”.
Bij de rapportage is een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) gevoegd. Op deze lijst staan de volgende opmerkingen: “
(…) Ja, de cliënt is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken. Ja, de cliënt is aangewezen op werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is. (…)”.
2.7.
De bedrijfsarts heeft op 22 augustus 2017 aan Connexxion gerapporteerd: “
(…) Bij Ergatis heeft ze psychiatrisch en psychologisch onderzoek ondergaan om te beoordelen of ze mbt persoonlijk en sociaal functioneren in staat geacht kan worden om een bus veilig voor zichzelf en andere te besturen. Uit de rapportage komt dat dat geen belemmering moet zijn. De aangegeven beperkingen liggen in het omgaan met druk en deadlines en problemen bij een hoog handelingstempo. (…) Mijn advies is om een plan te maken voor de opbouw en terugkeer in het werk in 3 maanden met als start 3x3 u/w en dit in stappen van 2 weken opbouwen naar volledig in afstemming met de aanwezige werkzaamheden. (…)”.
2.8.
De bedrijfsarts heeft op 26 september 2017 aan Connexxion gerapporteerd:

(…) Ik heb mevrouw [eisende partij] op mijn spreekuur gezien en een inzetbaarheidsprofiel opgesteld. (…) Mevrouw [eisende partij] wil graag een verwijzing naar Tigra. Zowel ICARA als Ergatis adviseren een andere behandeling. Hierop moet zij zich nu richten. Deze behandeling lijkt niet goed van de grond te komen en te stagneren. Ik heb haar aangegeven dit met haar behandelaar op te nemen en ik zal de informatie aldaar opvragen. Met betrekking tot de arbeidsmogelijkheden is mijn advies om in passende werkzaamheden in uren op te bouwen. (tijdscontingent en in het eerder voorgeschreven tempo). (…)”.
2.9.
Op verzoek van Connexxion is een arbeidsdeskundig onderzoek uitgevoerd door OxHill7. De arbeidsdeskundige rapporteert op 13 oktober 2017:

(…)Informatie werknemer(…) Werknemer geeft aan dat ze last heeft van diverse fysieke klachten, echter hier wordt volgens haar geen gehoor aan gegeven. (…) In dit gesprek geeft ondergetekende aan dat in het onderzoek de gegevens van de bedrijfsarts zullen worden meegenomen en gewogen.(…) Mevrouw [eisende partij] geeft aan dat ze zich niet gehoord voelt. (...) Sinds 1997 is mevrouw [eisende partij] touringcarchauffeur, ze voerde verschillende werkzaamheden uit. Naar eigen zeggen werd er voor datum uitval zo veel mogelijk rekening gehouden met haar wensen om in gebroken diensten te werken, (…) Ze voerde voornamelijk schoolvervoer uit. Mevrouw geeft aan dat dit voor haar vol te houden was. Ze probeert nu te re-integreren middels een opbouwschema wat is opgesteld door de bedrijfsarts. Mevrouw [eisende partij] geeft aan dat ze geen volle dag achterelkaar kan rijden in de bus.(…)2.5. BeperkingenDe belastbaarheid van werknemer is vastgesteld door de bedrijfsarts (…) en omschreven in een Inzetbaarheidsprofiel d.d. 26-9-2017. De beperkingen van werknemer zijn weergegeven in paragraaf 3.3. (…) De visie van de bedrijfsarts op duurzame inzetbaarheid in het eigen werk is dat werknemer op den duur niet terug kan keren in het eigen werk; (…)
3.3.
Weging belastbaarheid-belasting
Beperkingend.d. 26-09-2017
Functiebelasting in eigen werk
Knelpunt?Zo ja, op te lossen?
Persoonlijk functioneren(…)- beperkt ziekte-inzicht- omgaan met tempodruk en deadlines- hanteren van hoog handelingstempo- omgaan met drukte en verstoringen- de concentratie en aandachtspanne is wisselend vooral bij een verminderde interesse voor het onderwerp, over het algemeen niet langer dan 30 minuten
Een chauffeur moet de aandacht gedurende zijn gehele dienst over meerdere informatiebronnen kunnen verdelen. Er moet op de weg gelet worden, verkeerssituaties moeten worden ingeschat, er moet ook op de passagiers gelet worden. De chauffeur moet hier het overzicht over kunnen bewaren. En adequaat reageren daar waar nodig. De chauffeur kan onderbroken worden doordat passagiers aandacht vragen of er kan een situatie ontstaan in het verkeer wat zorgt voor onderbrekingen of verstoringen. Het is wisselend druk in het werk, per seizoen. Er wordt vaak verwacht dat betrokkene op tijd ergens arriveert. Dit kan als een deadline gezien worden
Ja, niet op te lossen
Sociaal functioneren(…) trekt zich bij conflicten en negatieve reacties bij voorkeur terug
Een chauffeur moet goed om kunnen gaan met passagiers. Hierbij komen ook conflicthantering en omgaan met negatieve reacties aan de orde. Een chauffeur is verantwoordelijk voor het welzijn van de passagiers en zal hier op een adequate wijze mee om moeten kunnen gaan
Ja, niet op te lossen
Fysieke omgeving(…)snel last van harde geluiden en drukte
Het kan druk zijn in het verkeer. Ook kan er gereden worden met een rumoerige groep (kinderen op schoolreis)
Ja, niet op te lossen
(…)
(…)4.1. Conclusie geschiktheid eigen werkHet eigen werk is niet passend vanwege een onoplosbare overschrijding van de belastbaarheid van werknemer ten aanzien van het persoonlijk functioneren, het sociaal functioneren, de fysieke omgeving en de werktijden. (…)4.3. Mogelijkheden van werknemer op de reguliere arbeidsmarktWerknemer voerde in het verleden werkzaamheden uit in het schoolvervoer. Dit beviel haar goed. Ze wil graag in gebroken diensten werkzaam zijn. De huidige werkgever kan niet meer aanbieden. Deze werkzaamheden zijn niet meer voorhanden in de regio waar mevrouw [eisende partij] werkzaam is. (…) Maar het werk in het schoolvervoer en mogelijk ander soortige taxiritten zoals ziekenvervoer zijn voor haar passend. Eventueel is ook het rijden op een lijndienst of buurtbus passend te noemen. (…)6. AdviesGezien de duur van het verzuim en de onzekerheid of het lukt om binnen drie maanden op te bouwen naar een volledige invulling van de 30 uur in de volle omvang van de eigen functie, en de uitspraak van de bedrijfsarts dat hij verwacht dat betrokkene niet duurzaam inzetbaar is voor het eigen werk, is het advies om een spoor twee traject op te starten. (…)”.
2.10.
Op 31 oktober 2017 heeft de bedrijfsarts aan Connexxion gerapporteerd: “
(…) Ik heb informatie opgevraagd bij behandelaar om mede te beoordelen of ze rijvaardig is. Mevrouw [eisende partij] is inzetbaar voor werk, maar niet voor het chaufferen en kan in aangepast werk haar werkconditie opbouwen. (…) Informatie specialist is gewenst om te bepalen of ze in staat geacht kan worden te chaufferen. (…) Mag uren opbouwen in aangepast werk volgens aangegeven schema. Nog niet chaufferen tot informatie behandelaar er is en dan heroverwegen (…)”.
2.11.
[eisende partij] heeft zich op 7 november 2017 hersteld gemeld.
2.12.
Op verzoek van [eisende partij] is een deskundigenoordeel uitgebracht door het UWV op
20 december 2017. Hierin is te lezen: “
(…) Er werd overleg gepleegd met de bedrijfsarts (…) Tijdens dit overleg werd door de bedrijfsarts toegezegd de expertiseverslagen van Ergatis en van Icara te zullen versturen naar ondergetekende. Tevens brief van Ggnet. Deze documenten werden ontvangen en bestudeerd. (…)Client is werkzaam bij Connexxion Tours in d functie van chauffeur. (…) Doet binnenlandse ritten zoals schoolvervoer, evenementsvervoer, supportersvervoer. Werkuren maximaal 15 per dag. (…) Vanaf eind augustus 2017 heeft zij 2 in maanden het werk tot volledig opgebouwd en heeft zich toen beter gemeld, waar de bedrijfsarts het niet mee eens is. (…)Bij onderzoek worden afwijkende bevindingen vastgesteld en er is sprake van ziekte. Daardoor heeft cliënt stoornissen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren en ten aanzien van zwaardere fysieke belasting. Client is weliswaar beperkt, maar van duurzame en structurele beperkingen is geen sprake. Ik acht cliënt dan ook arbeidsgeschikt voor haar werk, maar onder voorwaarde dat de behandeling bij GGnet doorgang vindt. Cliënt is niet duurzaam arbeidsongeschikt en er is geen reden om haar in de ziektewet te houden. (…)ConclusieClient is geschikt voor de maatgevende arbeid per datum 7-11-2017 op voorwaarde dat de behandeling bij GGnet doorgang vindt. (…)”.
2.13.
De bedrijfsarts heeft op 16 januari 2018 aan Connexxion gerapporteerd:

(…) Ik heb mevrouw [eisende partij] op het spreekuur gezien. (…) Ik zou graag opnieuw informatie opvragen bij de behandelaar over de stand van zaken en voortgang. Betrokkene heeft mij daar toestemming voor gegeven.Voor dit moment is mijn advies ongewijzigd om haar nog niet in te zetten als touringcarchauffeur. Ze heeft wel benutbare mogelijkheden en is voor de volle omvang van haar dienstverband inzetbaar in vervangende passende werkzaamheden. Hierbij moet er rekening gehouden worden met de beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren: omgaan met tempodruk en deadlines, hanteren van hoog handelingstempo, omgaan met drukte/verstoringen, de concentratie en aandachtspanne is wisselend vooral bij een verminderde interesse voor het onderwerp, omgaan met emoties en conflicten.(…)”.
2.14.
In een 78-weken-WIA-rapportage van 25 januari 2018 heeft de bedrijfsarts opgenomen:

(…) In het verloop daarna geeft mevrouw [eisende partij] aan graag weer te willen chaufferen. Echter er vindt geen behandeling plaats en er is twijfel over haar inzetbaarheid als touringcarchauffeur. Een expertise bij Ergatis wordt aangevraagd. Ergatis concludeert dat betrokkene op zich in staat geacht kan worden voor het chaufferen van cat 1 en cat 2. Echter ook dat begeleiding nodig is om tot herstel te komen. Ergatis concludeert verder wel dat ze beperkingen heeft voor het eigen werk en dat op korte termijn geen herstel te verwachten is. Tevens dat behandeling/begeleiding nodig is en dat met gerichte behandeling het effect te verbeteren is. De verantwoordelijkheid voor de beslissing voor de rijgeschiktheid ligt niet bij Ergatis, maar bij de bedrijfsarts. Gezien de eerdere uitspraken van betrokkene en haar wijze van reageren ,komt de bedrijfsarts tot het besluit deze verantwoordelijkheid op dit moment niet te kunnen dragen en stelt voor behandeling op te starten en bij een goed effect of afgerond effect dit te heroverwegen. Mevrouw [eisende partij] is het niet eens en laat een DO uitvoeren. De conclusie uit het DO is dat het UWV haar geschikt acht onder voorwaarde van het voortzetten en afmaken van de behandeling. Echter geldt nog steeds dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de geschiktheid voor het chaufferen bij de bedrijfsarts ligt en ik kan zonder adequate behandeling die verantwoordelijkheid niet nemen. Mijn advies is dat ze nog niet geschikt is voor eigen werk, maar wel voor ander werk, verder dat behandeling nodig is om tot verbetering en herstel te komen. (…) er is voor de 2e keer informatie bij behandelaar opgevraagd om de voortgang te bewaken. De eerste keer in november kon behandelaar nog niets aangeven over de behandeling en effect behandeling. Op het 2e informatieverzoek is nog niet gereageerd. (…)”.

3.3. De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Connexxion zal veroordelen:
1. tot tewerkstelling van [eisende partij] in haar eigen functie van Chauffeur Groepsvervoer voor het volledig aantal overeengekomen uren op de afgesproken dagen, onder oplegging van een dwangsom van € 500,00 per dag dan wel een ander redelijk bedrag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat Connexxion na betekening van het vonnis in gebreke blijft om [eisende partij] te werk te stellen,
2. tot vergoeding aan [eisende partij] van de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig de staffel uit artikel 2 van het Besluit BIK,
3. in de kosten van het geding,
4. tot betaling aan [eisende partij] van de nakosten van € 100,00 te vermeerderen met de explootkosten indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden.
3.2.
Hiertoe voert zij aan dat zij volgens de adviezen van de bedrijfsarts sinds augustus 2017 in een opbouwschema tot re-integratie is overgegaan en haar werkzaamheden met succes heeft hervat. Onverwacht en zonder duidelijke reden heeft de bedrijfsarts in oktober 2017, toen [eisende partij] weer ingepland was voor een volledige werkweek, opdracht gegeven haar uit de planning te halen en haar ongeschikt bevonden voor haar werk. [eisende partij] heeft zich toen hersteld gemeld, want zij acht zich ook hersteld. Uit het deskundigenonderzoek is naar voren gekomen dat zij inderdaad weer volledig haar werk kan hervatten. Zij is onder behandeling en blijft die volgen, dus aan de door de UWV-arts gestelde voorwaarde wordt voldaan. Desondanks weigert Connexxion haar toe te laten tot haar werk en wordt vastgehouden aan een tweede spoort-traject. Er zijn meer chauffeurs met een geestelijke ondersteuning door een psycholoog of psychiater, dus dat kan geen reden zijn om haar niet toe te laten. [eisende partij] wenst zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan, liefst in de gebroken diensten zoals zij voor haar uitval had.
3.3.
Connexxion voert verweer, waarbij met name is aangevoerd dat de bedrijfsarts [eisende partij] nog niet geschikt acht voor haar werk. Nu Connexxion uiteraard niet over de medische gegevens kan beschikken, moet zij af kunnen gaan op het oordeel van de bedrijfsarts. Vanwege de grote risico’s die samenhangen met het werk van [eisende partij] , zowel voor haar zelf als voor de veiligheid van passagiers en andere weggebruikers, kan Connexxion op dit moment niet de verantwoordelijkheid nemen om [eisende partij] als chauffeur te laten werken.

4.De beoordeling

4.1.
Het gestelde spoedeisend belang is niet betwist. In deze procedure is, vanwege de spoedeisendheid, geen gelegenheid voor bewijslevering door getuigen of ander nader onderzoek.
4.2. [eisende partij] baseert haar vordering op de stelling dat zij sinds 7 november 2017 arbeidsgeschikt is, onder verwijzing naar het deskundigenoordeel. [eisende partij] betwist niet dat sprake is van beperkingen bij haar, maar wel dat deze zodanig zijn dat zij aan de normale taakuitoefening in de weg staan. Daarbij wijst zij er op dat zij – volgens het advies van de bedrijfsarts – sinds augustus 2017 in opbouwende urenomvang in haar werk is gere-integreerd, zonder dat dit tot problemen heeft geleid. Integendeel, zij acht zich geheel hersteld. Dat zij daarnaast ook onder behandeling is, is voor haar werkinzet niet relevant, aldus [eisende partij] . Connexxion betwist dat sprake is van geschiktheid voor het eigen werk en beroept zich op het oordeel van de bedrijfsarts.
4.3.
Uitgangspunt moet zijn dat een deskundigenoordeel niet bindend is voor partijen. Het is echter wel een zwaarwegend advies van een deskundige, juist (ook) voor het geval werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of en in hoeverre sprake is van arbeids(on)geschiktheid van de werknemer. Partijen hebben niet gesteld dat de deskundige bij zijn oordeel van onjuiste of onvolledige informatie is uitgegaan of dat er een andere reden zou zijn waarom het oordeel ondeugdelijk tot stand gekomen zou zijn. Dat de bedrijfsarts anders tegen de arbeidsgeschiktheid van [eisende partij] aankijkt is onvoldoende om aan het deskundigenoordeel voorbij te gaan, zeker nu uit de onder 2 weergegeven rapportages van de bedrijfsarts de plotselinge wijziging in het advies van de bedrijfsarts in oktober 2017 niet goed inzichtelijk wordt. Waar de bedrijfsarts in augustus en september 2017 adviseert om in opbouwend schema te hervatten in passend werk, zonder dat daarbij enig voorbehoud is gemaakt ten aanzien van het chauffeurswerk als zodanig, wordt in oktober 2017 door hem geadviseerd [eisende partij] niet als chauffeur aan het werk te laten. Uit de WIA-rapportage kan worden afgeleid dat de bedrijfsarts bij nader inzien twijfel heeft over de rijgeschiktheid van [eisende partij] . De bedrijfsarts schrijft dat hij “gezien de eerdere uitspraken van betrokkene en haar wijze van reageren”, de verantwoordelijkheid voor de beslissing tot rijgeschiktheid niet kan nemen, maar waaruit deze uitspraken en reacties bestaan wordt niet geconcretiseerd. Kennelijk is de bedrijfsarts er niet van overtuigd dat de behandeling en begeleiding, die door alle beoordelaars is genoemd en ook is ingezet, voldoende resultaat heeft opgeleverd. Hij wil zich hierover laten informeren door de behandelaar van [eisende partij] .
4.4.
Gelet op de aard van deze procedure bestaat niet de mogelijkheid een onderzoek in te (laten) stellen of vragen te stellen aan de bedrijfsarts. Wel valt op dat de UWV-arts bij het deskundigenbericht de beschikking heeft gehad over dezelfde rapportages als de bedrijfsarts en met de bedrijfsarts overleg heeft gevoerd. Aangenomen mag worden dat de bedrijfsarts daarbij ook verteld zal hebben op welke gedragingen van [eisende partij] hij zijn twijfel stoelt. Desondanks is de UWV-arts tot het oordeel gekomen dat [eisende partij] op 7 november 2017 terecht hersteld is gemeld. Vooralsnog bestaat geen duidelijke aanleiding om dit oordeel niet te volgen en wordt er vanuit gegaan dat [eisende partij] arbeidsgeschikt is per 7 november 2017.
4.5.
Echter, ook als uitgegaan wordt van arbeidsgeschiktheid van [eisende partij] op en na
7 november 2017, betekent dat niet dat de vordering tot tewerkstelling zonder meer zou moeten worden toegewezen. Er kunnen immers omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat een werkgever een arbeidsgeschikte werknemer enige tijd niet (volledig) inzet voor zijn werk. Bijvoorbeeld in een periode met verminderd werkaanbod of een andere aan de werkgever toe te rekenen omstandigheid.
4.6.
Connexxion ziet zich geconfronteerd met tegengestelde (medische) oordelen over de rijvaardigheid van [eisende partij] en tegengestelde adviezen over haar inzetbaarheid als chauffeur. Het is begrijpelijk dat Connexxion, gelet op de aard van de werkzaamheden, zo min mogelijk vermijdbaar risico wil lopen voor de veiligheid van [eisende partij] , de passagiers en andere weggebruikers. De bedrijfsarts verwacht binnen korte termijn informatie van de behandelaar van [eisende partij] te ontvangen en tot een herbeoordeling te kunnen overgaan. Vooralsnog kan Connexxion worden gevolgd in haar keuze om [eisende partij] tot de herbeoordeling door de bedrijfsarts nog niet in te zetten als chauffeur. Zij dient [eisende partij] wel in te zetten voor andere passende werkzaamheden, waartoe zij ook naar het oordeel van de bedrijfsarts, op dit moment zeker geschikt is. Daar ziet de vordering echter niet op.
4.7.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen zullen worden afgewezen. Gelet op de onderlinge verhouding van partijen bestaat aanleiding de proceskosten te compenseren.

5.5. De beslissingDe kantonrechter, rechtdoende,

5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de proceskosten, zodanig dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 februari 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.