1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 12 maart 2018 te Nijmegen omstreeks 00:53 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning,
- een hoeveelheid geld(te weten euro 10,-) en/of
- een mobiele telefoon, merk Samsung, type S6,(in een hoesje, met daarin een Rabobankpas , een SNS-Bankpas, een Rijbewijs en/of een of meer andere pasjes)
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is heeft verdachte
- aan die [slachtoffer] (die werkzaam is als verantwoordelijke (nacht)verzorger op de zuster post bij het Sint Jozef Klooster (gelegen aan de Kerkstraat 65)) een (groot) (vlees)mes, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, getoond/voorgehouden en/of
- ( vervolgens)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] (zakelijk weergegeven) heeft geroepen/gezegd "Ik wil geld, ik wil geld" en/of "Ik wil geld, kom op met je geld" en/of -(toen die [slachtoffer] haar telefoon pakte, omdat daar nog 10 (tien) euro in zat)
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Je telefoon ook" en/of "Ik wil je telefoon ook" en/of
- ( toen verdachte de telefoon en het geld had gepakt/ontvangen) meermalen, althans eenmaal, op dwingende/dreigende/intimiderende toon (met het (grote) (vlees)mes, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, nog in de hand) meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer] heeft geroepen gezegd " Ik wil eruit, ik moet weg" en/of "je moet mee, je moet mee" en/of "nee, jij moet eerst"(waarbij verdachte met zijn linkerhand wenkende bewegingen maakte in zijn -verdachtes- richting);
Subsidiair
hij op of omstreeks 12 maart 2018 te Nijmegen omstreeks 00:53 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een hoeveelheid geld(te weten euro 10,-) en/of
- een mobiele telefoon, merk Samsung, type S6,(in een hoesje, met daarin een Rabobankpas , een SNS-Bankpas, een Rijbewijs en/of een of meer andere pasjes),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer] , in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, toebehoorde, immers heeft verdachte
- aan die [slachtoffer] (die werkzaam is als verantwoordelijke (nacht)verzorger op de zuster post bij het Sint Jozef Klooster (gelegen aan de Kerkstraat 65)) een (groot) (vlees)mes, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, getoond/voorgehouden en/of
- ( vervolgens)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] (zakelijk weergegeven) heeft geroepen/gezegd "Ik wil geld, ik wil geld" en/of "Ik wil geld, kom op met je geld" en/of -(toen die [slachtoffer] haar telefoon pakte, omdat daar nog 10 (tien) euro in zat)
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Je telefoon ook" en/of "Ik wil je telefoon ook" en/of
- ( toen verdachte de telefoon en het geld had gepakt/ontvangen) meermalen, althans eenmaal, op dwingende/dreigende/intimiderende toon (met het (grote) (vlees)mes, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, nog in de hand) meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer] heeft geroepen gezegd " Ik wil eruit, ik moet weg" en/of "je moet mee, je moet mee" en/of "nee, jij moet eerst" (waarbij verdachte met zijn linkerhand wenkende bewegingen maakte in zijn -verdachtes- richting).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte vrijgesproken moet worden van de primair tenlastegelegde diefstal met geweld en dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair tenlastegelegde afpersing.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft ten aanzien van de primair tenlastegelegde diefstal met geweld aangevoerd dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde afpersing heeft de raadsman aangevoerd dat dit feit, mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte, wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor het primair tenlastegelegde, te weten de diefstal met geweld, aangezien aangeefster [slachtoffer] het geld en de mobiele telefoon onder dwang aan verdachte heeft afgegeven en dat daarbij geen sprake was van een eigenmachtige wegnemingshandeling van verdachte.
De rechtbank is derhalve, in aanmerking genomen zijn bekennende verklaring op dat punt, van oordeel dat sprake is van het subsidiair tenlastegelegde, de afpersing, en dat verdachte aldus moet worden vrijgesproken van de primair tenlastegelegde diefstal met geweld.
Feit subsidiair
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politieen ter terechtzitting van 26 juni 2018.