Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks20 augustus 2017 te Tiel tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk
en met voorbedachten radevan het leven te beroven (met kracht) met een mes/zwaard, althans een scherp
en/of puntigvoorwerp
, meermalen, althanséénmaal in het (boven)been, (ter hoogte van de slagader),
althans in het lichaamvan die [slachtoffer 1] , heeft
gestoken en/of geprikt en/ofgesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks20 augustus 2017 te Tiel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door die [slachtoffer 2] met een mes/zwaard, althans een scherp
en/of puntigvoorwerp
, meermalen, althans éénmaalin de (onder)arm te
steken en/of prikken en/ofsnijden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
[slachtoffer 1]zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 21.075,--.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
niet bewezen, dat verdachte de
onder 1 primair ten laste gelegde poging tot moordheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 6.075,-- (zesduizend vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017, en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] voornoemd een bedrag
te betalen van € 6.075,-- (zesduizend vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 75 dagen vervangende hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;