Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- op of omstreeks 6 maart 2018 te Arnhem, in ieder geval in Nederland die [slachtoffer] (indirect en/of tegenover en/of via [naam 3] , aspirant van politie (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen: “Ik zal haar ( [slachtoffer] ) niet vermoorden, maar ik sla haar de kop kapot”, en/of
- op of omstreeks 27 maart 2018 te Arnhem, in ieder geval in Nederland die [slachtoffer] (indirect en/of tegenover en/of via [naam 4] , toezichthouder bij Iriszorg (Reclassering)) dreigend de woorden toe te voegen: “Ik geef haar ( [slachtoffer] ) nog één week om mij te blokkeren op Facebook en anders zoek ik haar op en verbouw haar ik haar kop” en/of “Ik wil dat zij ( [slachtoffer] ) een briefje schrijft dat het over is, anders ga ik haar kop verbouwen”,
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.Bewezenverklaring
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 01 juni 2017 t/m 7 februari 2018
te Arnhem, althansin Nederland,
(telkens
)wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
/of
/ofde Voicemail in te spreken
/of
/ofFacebook
/ofFacebook Messenger met onder meer de
woorden/tekst: "Jij bent gewoon een
/of
/ofzich op te houden bij en
/ofin de buurt van de
/ofaan te bellen bij de woning van die [slachtoffer] en
/of
/ofin de
/of
/ofin de brievenbus van [naam 6] te doen en
/of
/of
een of meerfamilieleden en
/ofvrienden en
/ofkennissen van die [slachtoffer] te
/ofdie vrienden en
/ofkennissen
(vervolgens
) een of meer
(via Facebook Messenger en
/ofWhatsApp
)te sturen over die [slachtoffer] ,
niet te doen,
/ofvrees aan te jagen;
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 13 januari 2018 tot en met 16 januari 2018 te Arnhem,
althans in Nederland, (telkens)[slachtoffer] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht en/of metzware mishandeling, door
[Naam 1] (zijnde een vriendin van die [slachtoffer] ) een of meer berichten te sturen via Facebook Messenger met onder meer de woorden/tekst: " [slachtoffer] , ik weet niet hoe Facebook werkt, maar ik heb er genoeg van, ik maak je dood" en/of
of meerbericht
ente sturen via Facebook Messenger met onder meer de
woorden/tekst: "Als ik vrij kom sloop ik je nichtje" en
/of"ik sloop haar als ik vrij kom" en
/of"help me, anders ga ik je nichtje wat aan doen als ik vrij kom" en
/of"ik ga je nichtje haar kop verbouwen",
(via haar oom
en/of haar vriendin en/of de politie);
een of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 19 januari 2018 tot en met 24 januari 2018 te Arnhem,
althans in Nederlandopzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 19 januari 2018 gegeven door de officier van justitie van het arrondissementsparket te Oost-Nederland, immers heeft verdachte opzettelijk een of meer berichten
(via Facebook Messenger
)gestuurd naar
zijn ex-partner[slachtoffer]
(wetende dat hem, verdachte, op 19 januari 2018 een gedragsaanwijzing als hierboven bedoeld was uitgereikt, onder meer inhoudende dat hij, verdachte op geen enkele wijze contact op zal nemen met die voornoemde [slachtoffer] ).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- een gevangenisstraf voor de duur van 175 dagen waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met de bijzondere voorwaarde zoals geformuleerd door de reclassering Nederland;
- de vrijheid beperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, waarbij aan verdachte wordt opgelegd een contactverbod met [slachtoffer] alsmede een locatieverbod voor de [straatnaam] ;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheid beperkende maatregel op grond van artikel 38v, vierde lid van het Wetboek van Strafrecht.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 148 (éénhonderdachtenveertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot negentig (90) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op 3 (drie) jaren wordt bepaald;
de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[slachtoffer] , van een bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij[slachtoffer] voor het overige
niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 5 (vijf) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;