ECLI:NL:RBGEL:2018:3219
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een WIA-uitkering had aangevraagd, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had zich ziek gemeld in 2010 en vroeg in 2017 een WIA-uitkering aan, maar deze werd afgewezen omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was uitgevoerd en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische gegevens en klachten.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was verricht. De verzekeringsartsen hadden alle relevante klachten van eiseres in kaart gebracht en hun conclusies waren goed onderbouwd. De rechtbank vond het niet onzorgvuldig dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen rekening had gehouden met een behandeling die eiseres na het bestreden besluit zou starten, aangezien de medische toestand op de datum in geding, 2 maart 2017, bepalend was voor de besluitvorming.
Eiseres voerde ook aan dat haar depressieve klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsartsen deze klachten wel degelijk hadden betrokken en dat er geen reden was om aan hun conclusies te twijfelen. Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat eiseres in staat was om arbeid te verrichten die in overeenstemming was met haar medische belastbaarheid, zoals vastgelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.