In deze zaak heeft de curator, mr. Pieter Teunis Bakker, een vordering ingesteld tegen Noweka2 B.V. om een bedrag van € 306.513,00 terug te vorderen dat door de gefailleerde, J. Norder Beheer B.V., aan Noweka ter beschikking was gesteld. De curator stelt dat dit bedrag moet worden aangemerkt als een opeisbare lening in rekening-courant, terwijl Noweka betoogt dat het gaat om informele kapitaalstortingen die niet opeisbaar zijn. De rechtbank Gelderland heeft op 20 juni 2018 geoordeeld dat de curator terecht de vordering heeft ingesteld. De rechtbank overweegt dat de gefailleerde bij de opstart van Noweka extra kapitaal heeft verstrekt, dat in de boeken van Noweka als kortlopende schuld is geregistreerd. De rechtbank concludeert dat de curator mag afgaan op de administratie van de rechtspersonen en dat de stelling van Noweka over de informele kapitaalstortingen niet opgaat in deze civielrechtelijke beoordeling. De rechtbank wijst de vordering van de curator toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Noweka wordt ook veroordeeld in de beslagkosten en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.