Uitspraak
Unigarant N.V.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [Verzoeker] en Unigarant N.V. naar aanleiding van een aanrijding op 30 november 2016. [Verzoeker] was met zijn Mercedes busje van achteren aangereden door een Fiat, verzekerd bij Unigarant. Na het ongeval heeft [Verzoeker] nek-, rug- en schouderklachten ervaren, wat leidde tot een tijdelijke stopzetting van zijn werk als chauffeur. Unigarant erkende aansprakelijkheid, maar partijen konden niet tot overeenstemming komen over de schadevergoeding, met name over een bedrag van € 8.250,00 wegens economische kwetsbaarheid.
[Verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht om Unigarant te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 3.918,90 en om mee te werken aan een adequate eindregeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek niet volledig toewijsbaar was, omdat het petitum in het verzoekschrift niet overeenkwam met de bedragen in het lichaam van het verzoek. De rechter heeft geoordeeld dat Unigarant tot betaling van € 3.014,68 aan buitengerechtelijke kosten moet worden veroordeeld, en de kosten van [Verzoeker] bij de behandeling van zijn verzoek zijn begroot op € 1.105,08, vermeerderd met wettelijke rente.
De kantonrechter heeft het zelfstandige verzoek van Unigarant tot vaststelling van de buitengerechtelijke kosten op € 1.250,00 afgewezen. De rechter heeft benadrukt dat de procedure meer kenmerken van een incassoprocedure had dan van een letselschadezaak, wat invloed had op de redelijkheid van de gehanteerde uurtarieven. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenstemming tussen partijen in letselschadezaken.