ECLI:NL:RBGEL:2018:3487

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 augustus 2018
Publicatiedatum
8 augustus 2018
Zaaknummer
05/760102-16 en 05/760124-16 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens bezit van kinderpornografisch materiaal, bedreiging en wapenbezit

Op 6 augustus 2018 heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 27-jarige militair uit Dronten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 57 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 120 uur. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van kinderpornografisch materiaal, het voorhanden hebben van pornografisch materiaal betreffende dieren, en het bezit van verboden wapens en munitie. De feiten vonden plaats tussen januari 2015 en november 2015, waarbij de verdachte meerdere afbeeldingen en video's van seksuele gedragingen met minderjarigen en dieren in zijn bezit had.

De rechtbank overwoog dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het bezit van kinderpornografisch materiaal, wat leidde tot ernstige strafbare feiten. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een schending van de privacy van de verdachte door het onderzoek aan zijn mobiele telefoon, maar de militaire kamer verwierp dit verweer. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een vormverzuim en dat de bewijsmiddelen voldoende waren om de verdachte te veroordelen.

De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de militaire kamer hield rekening met het tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, wat leidde tot een deels voorwaardelijke straf. De rechtbank legde ook een werkstraf op en bepaalde dat bepaalde in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer moesten worden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760102-16 en 05/760124-16 (ttz.gev.)
Datum uitspraak : 06 augustus 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .
raadsvrouw: mr. M. Altena-Staalenhoef, advocaat te Beverwijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 juli 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van de feiten onder parketnummer: 05/760102-16
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 januari 2015 tot 27 januari 2016 te [plaatsnaam 1] en/of [plaatsnaam 2] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens 37 afbeeldingen, te weten 29 foto's en/of 8 video's/films - en/of 3, althans één of meerdere gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een mobiele telefoon, merk [merk 1] , en/of een mobiele telefoon, merk [merk 2] , en/of een laptop, merk [merk 3] - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - onder meer bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) en/of (een) voorwerp(en) oraal, en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s)/hand(en) vaginaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandnaam: [bestandsnaam 1] , foto nummer 1. in de toonmap I, omschrijving pagina 142, C)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
(bestandnaam: [bestandsnaam 2] , foto's in toonmap II, omschrijving onder de foto's op hetzelfde blad)
en/of
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(bestandnaam: [bestandsnaam 3] , foto nummer 2. in de toonmap I, omschrijving pagina 143)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandnaam: [bestandsnaam 4] , foto nummer 4 in de toonmap I, omschrijving pagina 143, B)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandnaam: [bestandsnaam 5] , foto nummer 3 in de toonmap I, omschrijving pagina 143, A)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juli 2015 tot 27 januari 2016 te [plaatsnaam 1] en/of [plaatsnaam 2] , althans in Nederland, (telkens) 73, althans een of meer afbeeldingen, te weten 11 foto('s) en/of 64 films/video's, en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een mobiele telefoon, merk [merk 1] , van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, in zijn bezit heeft gehad en/of een welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestaat/bestaan uit een of meer dier(en) en een of meer perso(o)n(en) die ontuchtige handelingen bij/met elkaar verrichten, waaronder onder meer - zakelijk weergegeven-:
- Bijlage I, blz. 074, een foto in toonmap II, bestandnaam: [bestandsnaam 6] ,
afbeelding van een kennelijk volwassen vrouw en een zwarte hond, van opzij genomen. De hond ligt op de grond. De vrouw heeft met haar rechterhand de
erecte penis van de hond vast. De kop van de hond is in de richting van de vrouw gedraaid. De vrouw steekt haar tong uit en raakt hiermee de bek van de hond aan. en/of
- Bijlage I, blz. 074, een foto in toonmap II, bestandnaam: [bestandsnaam 7] ,
afbeelding van een kennelijk volwassen vrouw en een paard. De vrouw heeft het hoofd van actrice [naam 1] . De vrouw staat bij het onderlichaam van het paard. Alleen het bovenlichaam van de vrouw is in beeld. Het bovenlichaam van de vrouw is naakt. De vrouw heeft met haar rechterhand de penis van het paard vast. Uit de penis van het paard komt een witte op sperma gelijkende substantie, de witte op sperma gelijkende substantie zit op de rechter elleboog en op de borsten van de vrouw.
Ten aanzien van de feiten onder parketnummer: 05/760124-16
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2015 tot en met 12 november 2015, in de gemeente [plaatsnaam 2] , althans in Nederland en/of op het schip [naam 2]
- meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: “Als je dat dood snijd ik je strot door!”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of voornoemde [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of puntig (steek)voorwerp voorgehouden en/of getoond en/of daarbij de woorden toegevoegd: “Als je hiermee iemand op zijn slaap slaat dan is hij in één keer dood!”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
en/of
- meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , dreigend een mes, althans een puntig en/of scherp (steek)voorwerp voorgehouden en/of getoond en/of daarbij de woorden toegevoegd: “Ik steek je neer!” en/of “Ik breek je nek!” en/of “Pas op ik steek je neer!” en/of “Dan zal ik eens een keer kijken hoe bot het mes is als ik hem tussen je ogen steek!”, althans worden van gelijke dreigende aard of strekking.
2.
hij op of omstreeks 13 november 2015 in de gemeente [plaatsnaam 1] een of meer wapens van categorie III, te weten een gas-/alarmpistool (merk [merk 4] , type [type 1] , kaliber 9mm) en/of munitie van categorie III, te weten (bij het voornoemde wapen behorende) twee (2), althans een aantal, (knal)patronen (9mm) en/of honderdvijftig (150), althans een aantal, (knal)patronen (blanks 5.56 mm) voorhanden heeft gehad.
3.
hij op of omstreeks 13 november 2015 in de gemeente [plaatsnaam 1] een wapen van categorie I onder 7, te weten een luchtdrukwapen (paintballgeweer), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, [merk 5] en/of als voorwerp zodanig voor bedreiging en/of afdreiging geschikt, voorhanden heeft gehad.
4.
hij op of omstreeks 13 november 2015, in de gemeente [plaatsnaam 1] , althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • één (1) strijker (aangeduid als [naam 3] ) en/of
  • twee (2), althans één of meer, mortierbommen (aangeduid als [naam 4] ) en/of
  • vier (4), althans één of meer, stuks knalvuurwerk (aangeduid als [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] )
voorhanden heeft gehad in een woning gelegen aan de [adres 2] .
1a. Rechtmatigheid van het onderzoek.
Ten aanzien van het onderzoek in de zaak met parketnummer 05/760102-16 is door de verdediging, kort en zakelijk weergegeven, aangevoerd dat sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering omdat door het onderzoek aan de mobiele telefoon van verdachte een min of meer volledig beeld van zijn privéleven is verkregen zonder dat daarvoor de vereiste toestemming is verleend. Verwezen is naar het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:588). Het nadeel hierdoor, aldus de verdediging, is dat sprake is van een schending van de privacy van verdachte zoals bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), dat als gevolg van dat onderzoek zijn Verklaring van Geen Bezwaar is ingetrokken en dat hij in zijn ambt is geschorst. Dit moet leiden tot primair bewijsuitsluiting en subsidiair strafvermindering.
De militaire kamer overweegt hieromtrent als volgt.
In het kader van een onderzoek tegen verdachte, betreffende de feiten vermeld in de zaak met parketnummer 05/760124-16, op 12 november 2015 onder meer een mobiele telefoon van het merk [merk 1] onder verdachte in beslag is genomen (pag. 045). Op 13 november 2015 is de woning van verdachte doorzocht, waarbij onder meer professioneel vuurwerk en diverse wapens en munitie, in beslag is genomen. Uit het dossier blijkt verder dat de in beslag genomen mobiele telefoon ( [merk 1] ) van verdachte op 13 november 2015 handmatig werd uitgelezen door verbalisant [verbalisant 1] . Uit het proces-verbaal van bevindingen handmatig onderzoek aan een mobiele telefoon d.d. 16 november 2015 (pag. 047) volgt dat verbalisant [verbalisant 1] op 13 november 2015 de mobiele telefoon heeft onderzocht op grond van de Wet Wapens en Munitie. Doel daarvan was om de mogelijke locatie van nog niet aangetroffen wapens te achterhalen. Daartoe heeft verbalisant [verbalisant 1] submappen op die telefoon geopend. In de submap “ [naam 8] ” trof [verbalisant 1] een grote hoeveelheid videobeelden en foto-bestanddelen aan. In deze map zag hij videobeelden en fotobestanden betreffende seksuele handelingen met dieren en seksuele handelingen met ogenschijnlijk minderjarige personen, waaronder minderjarigen van vermoedelijk zeer jonge leeftijd. De “zeden gerelateerde” zaken, zoals hiervoor omschreven, leverden aanwijzingen op voor een nieuwe verdenking jegens verdachte van een strafbaar feit, te weten kinderpornografie.
Op 17 november 2015 is in het kader van die nieuwe verdenking nader onderzoek ingesteld, dat kennelijk beperkt is gebleven tot de inhoud van de SD Card in de mobiele telefoon ( [merk 1] ) van verdachte. Met daarvoor geschikte apparatuur en forensische software zijn de data van die SD Card veilig gesteld door middel van het maken van een image. Op de SD Card is door verbalisant mogelijk voor het onderzoeksteam relevante informatie aangetroffen (pag. 053).
Uit het dossier volgt ten slotte dat voornoemde relevante informatie videobestanden en afbeeldingen betrof van kinderpornografie en dierenpornografie.
Op grond van de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden is de militaire kamer van oordeel dat niet gebleken is dat de opgeslagen of beschikbare gegevens in de telefoon zodanig zijn uitgelezen dat daardoor een volledig inzicht is verkregen in contacten, oproepgeschiedenis, berichten en foto’s van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk. Er is dan ook geen sprake geweest van een allesomvattend onderzoek van de gegevensdragers, zodat niet gezegd kan worden dat daarmee een min of meer volledig beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van verdachte. De militaire kamer komt derhalve tot de conclusie dat geen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit maakt reeds dat het door de verdediging gevoerde verweer wordt verworpen. Aan een beoordeling van de vraag welk belang het geschonden voorschrift dient, van de ernst van het verzuim en van het nadeel dat zou zijn veroorzaakt, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, komt de militaire kamer niet meer toe.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van de zaak onder parketnummer: 05/760102-16 [1]
De feiten 1 en 2
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op tijdstippen in de periode van 17 januari 2015 tot 27 januari 2016 heeft verdachte in Nederland telkens 37 afbeeldingen, te weten 29 foto’s en 8 video’s/films, en meerdere gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon merk [merk 1] , een mobiele telefoon merk [merk 2] en een laptop merk [merk 3] , bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaft. De seksuele gedragingen bestonden onder meer uit de in de tenlastelegging omschreven gedragingen welke worden omschreven en zijn terug te vinden onder:
  • bestandsnaam [bestandsnaam 1] , omschrijving pagina 142 C; en
  • een mp4 bestand (eindigend op [bestandsnaam 8] ), omschrijving pagina 70; en
  • een mp4 bestand (eindigend op [bestandsnaam 9] ), omschrijving pagina 143; en
  • bestandsnaam [bestandsnaam 4] , omschrijving pagina 142; en
  • bestandsnaam [bestandsnaam 5] , omschrijving pagina 142.
Op tijdstippen in de periode van 21 juli 2015 tot 27 januari 2016 heeft verdachte in Nederland afbeeldingen, te weten 11 foto’s en 64 films/video’s en een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon merk [merk 1] , van seksuele gedragingen waarbij personen zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken in bezit gehad en welke afgebeelde seksuele gedragingen in algemene zin telkens bestaan uit dieren en personen die ontuchtige handelingen met elkaar verrichten waaronder onder meer de in de tenlastelegging omschreven gedragingen welke worden omschreven en zijn terug te vinden onder:
  • bijlage 1, pagina 074, met bestandsnaam eindigend op [bestandsnaam 10] ; en
  • bijlage 1, pagina 074, met bestandsnaam eindigend op [bestandsnaam 11] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is voor zowel feit 1 als feit 2 aangevoerd dat verdachte zich weliswaar schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en dierenporno en het zich toegang verschaffen tot een communicatiedienst, maar dat hij zich er niet van bewust was dat er zoveel op zijn telefoon was binnengekomen.
Beoordeling door de militaire kamer
Anders dan de verdediging stelt, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte zich wel degelijk bewust moet zijn geweest van de hoeveelheid verboden materiaal dat op zijn mobiele telefoons en de laptop is aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat al het verboden materiaal via de app [naam 8] op de mobiele telefoons van verdachte terecht is gekomen. Verdachte verklaart dat hij de app [naam 8] op zijn mobiele telefoons heeft geïnstalleerd en dat hij wist dat via die app verboden foto- en filmmateriaal werd toegezonden. [4] Daarbij komt ook dat op de [merk 1] mobiele telefoon en de [merk 2] mobiele telefoon de optie om automatisch video’s en afbeeldingen te downloaden via Wi-Fi en via 2/3/4G (alleen bij de [merk 2] ) was ingeschakeld. [5] Het inschakelen van de optie ‘automatisch downloaden’ vereist naar het oordeel van de militaire kamer een bewuste handeling van verdachte en hij heeft nagelaten - ook na kennisneming van de gedownloade bestanden - deze optie uit te schakelen. Verdachte heeft verklaard dat hij op de [merk 3] laptop gegevens van zijn mobiele telefoon heeft opgeslagen door een back-up te maken. Dit is eveneens een bewuste handeling van verdachte geweest. Verdachte moet er zich dus bewust van zijn geweest dat zijn laptop verboden materiaal bevatte.
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij de gedownloade bestanden heeft bekeken en hij heeft erkend dat het overduidelijk om kinderpornografie ging. Daarmee heeft hij eveneens blijk gegeven te weten wat er aan afbeeldingen op zijn mobiele telefoons is binnengekomen via de app. Voorts heeft hij een aantal bestanden opgeslagen in door hem aangemaakte mappen. Tot slot heeft hij toegegeven dat hij binnen de app-groep om enkele verboden bestanden heeft gevraagd [6] .
Wat betreft het bewezenverklaarde onder 1 is de militaire kamer, gelet op de bewezenverklaarde periode en de hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal, van oordeel dat sprake is geweest van een gewoonte maken.
Ten aanzien van de zaak onder parketnummer: 05/760124-16 [7]
Feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging voor zover het betreft de bedreiging van [slachtoffer 1] door de woorden “Als je hiermee iemand op zijn slaap slaat dan is hij in één keer dood.” Voor de overige in feit 1 genoemde bedreiging heeft de officier van justitie tot vrijspraak gerekwireerd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal van feit 1 moet worden vrijgesproken.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft, op grond van het onderzoek ter terechtzitting en de wettige bewijsmiddelen, niet de overtuiging bekomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging richting een of meer in feit 1 genoemde personen zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. De militaire kamer overweegt daartoe als volgt.
De woorden “Als je hiermee iemand op zijn slaap slaat dan is hij in één keer dood” die verdachte geuit zou hebben jegens [slachtoffer 1] , is naar het oordeel van de militaire kamer geen concrete richting [slachtoffer 1] geuite bedreiging. De militaire kamer ziet die woorden als een in zijn algemeenheid geuite opmerking van verdachte wat het gevolg is wanneer je “iemand” met (de achterkant van) dat mes op zijn slaap slaat.
Wat betreft de tegen [slachtoffer 1] geuite bewoordingen “Als je dat doet snijd ik je strot door”, overweegt de militaire kamer allereerst dat verdachte stelt te hebben gezegd “Ik mag jouw strot toch ook niet doorsnijden”, hetgeen anders is dan ten laste gelegd. Voorts overweegt de militaire kamer dat de aangifte van [slachtoffer 1] niet door enig ander bewijsmiddel wordt ondersteund. De zich in het dossier bevindende getuigenverklaringen, waarin wordt gerept over dit incident, zijn niet gegrond op eigen waarneming van de getuigen. De informatie waarover zij in hun verklaringen spreken, hebben zij van horen zeggen. Bovendien geeft [slachtoffer 1] zelf aan dat hij als gevolg van de door verdachte gebruikte woorden er geen nacht minder om geslapen heeft , waaruit de militaire kamer concludeert dat hij zich niet bedreigd heeft gevoeld.
Wat betreft de bedreigingen geuit jegens [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] is de militaire kamer, met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat, hoewel de geuite woorden naar hun aard en inhoud op zich als bedreigend kunnen worden aangemerkt, van een feitelijke bedreiging jegens genoemde personen geen sprake is geweest. Geen van de drie personen heeft aangifte gedaan. En bovendien geven zij allen aan dat zij zich niet bedreigd hebben gevoeld.
Hoewel de militaire kamer van oordeel is dat niet wettig en overtuigen bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde bedreigingen als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht, overweegt de militaire kamer ten overvloede nog wel dat de bewoordingen, die verdachte blijkens het dossier richting zijn collega’s aan boord van [naam 2] heeft geuit, de grenzen van het betamelijke ver te buiten gaan. Dergelijk gedrag zou op een betrekkelijk kleine eenheid als een marineschip
- ongeacht de omvang van dat schip - vermeden dienen te worden.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijs-middelen.
Bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal onderzoek wapen (pag. 73 e.v.);
- een proces-verbaal sporenonderzoek (pag. 87-89);
- een proces-verbaal sporenonderzoek (pag. 97);
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 juli 2018.
Feit 3
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 13 november 2015 heeft verdachte in de gemeente [plaatsnaam 1] een luchtdrukwapen (paintballgeweer) voorhanden gehad. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat, anders dan in de tenlastelegging omschreven, het paintballgeweer geenszins lijkt op een [merk 5] . Op de zich in het dossier bevindende foto’s van beide wapens zijn duidelijk verschillen te zien. Volgens de verdediging zouden er extra hendels te zien zijn, zodat het bezit van het aangetroffen wapen geen strafbaar feit betreft.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer deelt niet de mening van de verdediging, dat het onder verdachte in beslag genomen paintballgeweer geenszins lijkt op een [merk 5] , en overweegt daartoe als volgt.
Op grond van zijn kennis en ervaring met betrekking tot wapens in de zin van de Wet Wapens en Munitie, heeft verbalisant [verbalisant 2] , opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee in een ambtsedig proces-verbaal het paintballgeweer onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat dit paintballgeweer een sprekende gelijkenis vertoonde met een bestaand wapen, namelijk een [merk 5] . [9]
Om een wapen voorhanden te hebben dat voor bedreiging en/of afdreiging geschikt is, is niet vereist dat het wapen, in deze het paintballgeweer, een “exacte” gelijkenis vertoont met een echt wapen, maar dat sprake is van een voorwerp dat wat betreft zijn vorm en afmetingen een “sprekende gelijkenis” vertoont met een echt wapen. De militaire kamer ziet in hetgeen de verdediging stelt geen grond om te oordelen dat niet uitgegaan kan worden van de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] en concludeert op grond van de zich in het dossier bevindende foto’s (pagina’s 83 tot en met 85) dat wel sprake is van een dergelijke gelijkenis.
Feit 4
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijs-middelen.
Bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal onderzoek vuurwerk (pag. 104 e.v.);
- een proces-verbaal onderzoek vuurwerk (pag. 112 e.v.);
- een (algemeen) rapport van het NFI d.d. 2 januari 2014 (pag. 142 e.v.);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juli 2018.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten 1 en 2 onder parketnummer 05/760102-16 alsmede de feiten 2, 3 en 4 onder parketnummer 05/760124-16 heeft begaan, waarbij de militaire kamer de in feit 1 vermelde paginaverwijzing “143B” verbeterd leest als “142B” en ook de laatste paginaverwijzing “143” leest als “142” nu hier sprake is van een verschrijving, door welke verbeteringen verdachte niet in zijn verdediging wordt geschaad, te weten dat:
(parketnummer: 05/760102-16)
1
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 17 januari 2015 tot 27 januari 2016
te [plaatsnaam 1] en/of [plaatsnaam 2] , althansin Nederland, meermalen,
althans eenmaaltelkens 37 afbeeldingen, te weten 29 foto's en
/of8 video's/films - en
/of3,
althans één of meerderegegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een mobiele telefoon, merk [merk 1] , en
/ofeen mobiele telefoon, merk [merk 2] , en
/ofeen laptop, merk [merk 3] - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft
verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd,verworven, in bezit gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en
/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - onder meer bestonden uit:
het met de
/eenpenis
en/of vinger(s)/hand(en) en/of (een) voorwerp(en) oraal, en/ofanaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het met de/een vinger(s)/hand(en) vaginaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandnaam: [bestandsnaam 1] ,
foto nummer 1. in de toonmap I, omschrijving pagina 142, C)
en
/ofhet met de/een vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
(bestandnaam: [bestandsnaam 2] ,
foto's in toonmap II,omschrijving onder de foto's op hetzelfde blad)
en
/ofhet door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/ofhet door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en
/ofaanraken van het geslachtsdeel van een dier
(bestandnaam: [bestandsnaam 3] ,
foto nummer 2. in de toonmap I,omschrijving pagina 143)
en
/ofhet geheel
of gedeeltelijknaakt
(laten
)poseren van
/dooreen persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en
/of opgemaakt isen
/ofposeert in een omgeving en
/ofmet een voorwerp en
/ofin een erotisch getinte houding
(op een wijze
)die niet bij
zijn/haar leeftijd past
/passenen
/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoeten
/of (waarna
)door het camerastandpunt en
/ofde
(onnatuurlijke
)pose en
/ofde wijze van kleden van deze persoon en
/ofde uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het
(ontblote
)geslachtsdeel,
de borsten en/of billenvan deze persoon in beeld gebracht wordt
(waarbij
)de afbeelding
(aldus) (telkens
)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(bestandnaam: [bestandsnaam 4] ,
foto nummer 4 in de toonmap I,omschrijving pagina 142, B)
en
/ofhet masturberen boven
/bijen
/ofejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/ofhet houden van een
(stijve
)penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
(waarbij
)de afbeelding
(aldus) (telkens
)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(bestandnaam: [bestandsnaam 5] ,
foto nummer 3 in de toonmap I,omschrijving pagina 142, A)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
2
hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 21 juli 2015 tot 27 januari 2016
te [plaatsnaam 1] en/of [plaatsnaam 2] , althansin Nederland,
(telkens
) 73, althans een ofmeer afbeeldingen, te weten 11 foto('s) en
/of64 films/video's, en
/of (een
)gegevensdrager
(s), te weten een mobiele telefoon, merk [merk 1] , van
(een)seksuele gedraging
(en
)waarbij
(een)perso
(o)n
(en
) is/zijn betrokken of schijnbaar
is/zijn betrokken, in zijn bezit heeft gehad en
/of eenwelke afgebeelde seksuele gedraging
(en
)in algemene zin
(telkens
) bestaat/bestaan uit een of meer dier
(en
)en een of meer perso
(o)n
(en
)die ontuchtige handelingen bij/met elkaar verrichten, waaronder onder meer - zakelijk weergegeven-:
- Bijlage I, blz. 074,
een foto in toonmap II,bestandnaam: [bestandsnaam 6] ,
afbeelding van een kennelijk volwassen vrouw en een zwarte hond, van opzij genomen. De hond ligt op de grond. De vrouw heeft met haar rechterhand de
erecte penis van de hond vast. De kop van de hond is in de richting van de vrouw gedraaid. De vrouw steekt haar tong uit en raakt hiermee de bek van de hond aan. en
/of
- Bijlage I, blz. 074,
een foto in toonmap II,bestandnaam: [bestandsnaam 7] ,
afbeelding van een kennelijk volwassen vrouw en een paard. De vrouw heeft het hoofd van actrice [naam 1] . De vrouw staat bij het onderlichaam van het paard. Alleen het bovenlichaam van de vrouw is in beeld. Het bovenlichaam van de vrouw is naakt. De vrouw heeft met haar rechterhand de penis van het paard vast. Uit de penis van het paard komt een witte op sperma gelijkende substantie, de witte op sperma gelijkende substantie zit op de rechter elleboog en op de borsten van de vrouw.
Ten aanzien van de zaak onder parketnummer: 05/760124-16
2.
hij op
of omstreeks13 november 2015 in de gemeente [plaatsnaam 1] een
of meerwapen
svan categorie III, te weten een gas-/alarmpistool (merk [merk 4] , type [type 1] , kaliber 9mm) en
/ofmunitie van categorie III, te weten
(bij het voornoemde wapen behorende
)twee (2),
althans een aantal, (knal
)patronen (9mm) en
/ofhonderdvijftig (150),
althans een aantal, (knal
)patronen (blanks 5.56 mm) voorhanden heeft gehad.
3.
hij op
of omstreeks13 november 2015 in de gemeente [plaatsnaam 1] een wapen van categorie I onder 7, te weten een luchtdrukwapen (paintballgeweer), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, [merk 5] en
/ofals voorwerp zodanig voor bedreiging en/of afdreiging geschikt, voorhanden heeft gehad.
4.
hij op
of omstreeks13 november 2015, in de gemeente [plaatsnaam 1] ,
althans in Nederland, al dan nietopzettelijk, een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • één (1) strijker (aangeduid als [naam 3] ) en
  • twee (2),
  • vier (4),
voorhanden heeft gehad in een woning gelegen aan de [adres 2] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
(parketnummer: 05/760102-16)
Ten aanzien van feit 1:
Een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen,
terwijl de schuldige daar een gewoonte van maakt.
Ten aanzien van feit 2:
Een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een ontuchtige handeling waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd.
(parketnummer: 05/760124-16)
Ten aanzien van feit 2:
Ten aanzien van de munitie:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, terwijl dit feit wordt begaan met betrekking tot munitie van categorie III, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het wapen:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Ten aanzien van feit 3:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 4:
Overtreding van een voorschrift krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/7601020-16 en onder parketnummer 05/760124-16 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van een werkstraf voor de duur van 180 uur subsidiair 90 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie overweegt daartoe als volgt.
De bewezen verklaarde feiten zijn ernstig, vooral de kinderporno die verdachte in een niet onaanzienlijke hoeveelheid in zijn bezit had. De schaamte die verdachte toont komt de officier van justitie echter oprecht voor. Gelet op het tijdsverloop, gedurende welke tijd verdachte in onzekerheid heeft gezeten, is de officier van justitie van oordeel dat volstaan kan worden met een geheel voorwaardelijke werkstraf.
Wat betreft het beslag vordert de officier van justitie de teruggave aan verdachte van het werkmes, zo dit in beslag is genomen, de luchtbuks 310, de usb-stick, de [merk 1] telefoon kleur zwart en de [merk 6] laptop, kleur zwart.
De officier van justitie vordert de verbeurdverklaring van de [merk 2] mobiele telefoon [type 2] en laptop, merk [merk 3] .
Het standpunt van de verdediging
Wanneer overgegaan wordt tot het opleggen van een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf van 20 dagen of meer, een (on)voorwaardelijke geldboete van meer dan 1000 euro of een (on)voorwaardelijke werkstraf van 40 uur of meer gaat dit voor verdachte gezien de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken onherroepelijk tot zijn ontslag leiden, omdat zijn VGB dan ingetrokken wordt. Bovendien is de redelijke termijn in beide zaken overschreden.
De verdediging verzoekt daarom, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zijn ontwikkeling, zijn strafblad en ook het feit dat hij al 2 dagen in verzekering heeft doorgebracht, te volstaan met oplegging van een voorwaardelijke geldboete van minder dan 1000 euro dan wel een voorwaardelijke werkstraf van minder dan 40 uur.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 5 juni 2018;
- een voorlichtingsrapportage van de Reclassering Nederland d.d. 3 juli 2018.
De militaire kamer overweegt verder als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een aantal zeer ernstige strafbare feiten. Door kinderporno te laten ontvangen op zijn mobiele telefoons, door het vragen naar specifieke kinderpornografische afbeeldingen en door het deelnemen aan gespreksgroepen die kennelijk bestanden uitwisselen die onder meer kinderporno bevatten, werkt verdachte er aan mee dat deze verwerpelijke industrie in stand wordt gehouden en dat veelal zeer jonge kinderen blijvend worden misbruikt om aan de vraag naar dit soort materiaal te kunnen blijven voldoen. Daarnaast heeft verdachte al even afschuwwekkende dier pornografisch materiaal voorhanden gehad.
Naast het voorhanden hebben van voornoemd materiaal heeft verdachte verboden wapens en munitie, waarvan het grootste deel eigendom van Defensie was en welke hij onrechtmatig onder zich had en een niet onaanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk voorhanden gehad.
De militaire kamer is van oordeel dat van een militair verwacht mag worden dat hij beseft wat het gevaar is van het onbeheerd in een woning opslaan van gevaarlijke materialen, zoals professioneel vuurwerk en munitie. Bovendien past het een militair niet om verboden vuurwapens voorhanden te hebben, wetende, meer dan de gemiddelde mens, wat de gevaren daarvan zijn.
De militaire kamer is van oordeel dat de eis van de officier van justitie en het strafvoorstel zoals door de verdediging bepleit, geen recht doet aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een forse werkstraf acht de militaire kamer in beginsel een juist uitgangspunt. Daarbij betrekt de militaire kamer ook het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. Feit is echter dat de onderhavige zaken oude zaken zijn en dat de redelijke termijn, in ieder geval in de zaak met parketnummer 05/760124-16, is overschreden. Verdachte heeft onnodig lang moeten wachten alvorens tot vervolging is overgegaan. Gedurende die tijd heeft verdachte zijn werkzaamheden bij de Koninklijke Marine kunnen voortzetten en heeft hij zijn leven gebeterd. Niet gebleken is dat verdachte zich na de ten laste gelegde en bewezenverklaarde feiten opnieuw heeft schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten.
De militaire kamer zal daarom volstaan met het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf. Gelet op met name het tijdsverloop zal de gevangenisstraf zo uitgesproken worden dat verdachte niet nogmaals van zijn vrijheid beroofd zal worden.
Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen overweegt de militaire kamer als volgt.
De militaire kamer zal geen beslissing nemen over het kennelijk onder verdachte in beslag genomen (werk)mes en luchtbuks 310, nu enerzijds niet duidelijk is of sprake is van inbeslagneming en anderzijds de kans bestaat dat met de luchtbuks 310 het paintballgeweer bedoeld zou kunnen worden. Daarbij komt ook dat wat betreft deze wapens geen beslaglijst ex artikel 309 van het Wetboek van Strafvordering is overgelegd en de rechtbank dus niet kan nagaan of op voornoemde goederen nog beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering rust. De verantwoordelijkheid hiervoor blijft derhalve bij de officier van justitie.
Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen ‘mobiele telefoon [merk 1] ’ heeft de officier van justitie opgemerkt dat deze aan verdachte kan worden teruggegeven. Anders dan de officier van justitie zal de rechtbank de onttrekking aan het verkeer gelasten van deze [merk 1] mobiele telefoon. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op een mobiele telefoon van verdachte, eveneens van het merk [merk 1] , kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal is aangetroffen. De enkele omschrijving op de beslaglijst “ [merk 1] mobiele telefoon zwart” is voor de militaire kamer onvoldoende concreet om daarmee uit te sluiten dat dit de [merk 1] mobiele telefoon betreft waarop kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal is aangetroffen.
Ook zal de rechtbank, anders dan door de officier van justitie geëist, de [merk 3] laptop en [merk 2] [type 2] mobiele telefoon onttrekken aan het verkeer nu daarop verboden kinderpornografisch materiaal is aangetroffen en het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet.
De overige onder verdachte in beslag genomen goederen, te weten een ‘usb stick zilver’ en ‘ [merk 6] laptop’ kunnen aan verdachte worden teruggegeven.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22b, 22c, 22d, 27, 36b, 57, 91, 240b, 254a van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 13, 26, 55 en 56 van de Wet Wapens en Munitie, de artikelen 1a en 2 van de Wet op de Economische Delicten alsmede artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit 1 onder parketnummer 05/760124-16 heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van 60 (zestig) dagen.
 bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte groot 57 (zevenenvijftig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de
proeftijd die op twee jarenwordt bepaald, te weten:
- dat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 een
werkstrafgedurende 120 (eenhonderd twintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een [merk 1] mobiele telefoon, kleur zwart, een [merk 3] laptop computer en een [merk 2] [type 2] mobiele telefoon;
 gelast de teruggave aan veroordeelde van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een usb stick zilver en een [merk 6] laptop.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak, voorzitter, en mr. J.B.J. Driessen, rechters,
en kapitein ter zee logistieke dienst mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, militair lid,
in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van deze rechtbank op 6 augustus 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee [naam 9] , Brigade Recherche, afdeling Specialistische Opsporing sectie Jeugd en zeden, opgemaakt proces-verbaal, dossiernummer [nummer 1] , gesloten op 3 augustus 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (pag. 057 e.v.); de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 juli 2018;
3.Een proces-verbaal van bevindingen pag. 073 e.v.; de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 juli 2018;
4.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 23 juli 2018;
5.En in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 maart 2018 nummer [nummer 2] (pag. 4);
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juli 2018;
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door wachtmeester der 1e klasse der Koninklijke Marechaussee [naam 10] , District West, Brigade Noord-Holland, opgemaakt proces-verbaal, dossiernummer [nummer 3] , gesloten op 23 juni 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Een proces-verbaal sporenonderzoek (pag. 079); de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 juli 2018;
9.Een proces-verbaal sporenonderzoek (pag. 80 voorlaatste alinea);