Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de burgemeester van de gemeente Renkum te Oosterbeek, verweerder.
Procesverloop
.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld over de bevoegdheid van de burgemeester van Renkum om drie aanvragen voor verklaringen van geen bezwaar te verlenen voor het opstijgen met een paramotor vanaf terreinen in het uiterwaardengebied bij Oosterbeek. De burgemeester had zich op het standpunt gesteld dat hij niet bevoegd was om deze verklaringen af te geven, omdat de terreinen niet als luchthavens konden worden aangemerkt volgens de Wet luchtvaart. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de vraag of een terrein als luchthaven kan worden aangemerkt, afhankelijk is van de feitelijke geschiktheid van het terrein voor het opstijgen en landen met een paramotor. De rechtbank concludeert dat de burgemeester ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet bevoegd was om op de aanvragen te beslissen, aangezien de terreinen feitelijk geschikt zijn voor het gebruik met een paramotor.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van de burgemeester vernietigd en bepaald dat hij alsnog een inhoudelijk standpunt moet innemen over de bezwaren die door de eiser zijn ingediend. Tevens is de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van de eiser. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke geschiktheid van terreinen in de beoordeling van aanvragen voor luchthavens en de rol van de burgemeester in dit proces.