Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker
[derde-partij].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 27 augustus 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die woont in het buitengebied van Wageningen, heeft de voorzieningenrechter verzocht om handhavend op te treden tegen een illegale situatie die is ontstaan door de aanwezigheid van een asielzoekerscentrum dat zonder de vereiste omgevingsvergunning is gebouwd. De rechtbank had eerder een omgevingsvergunning voor dit centrum vernietigd, waardoor de situatie illegaal bleef. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Wageningen, had het handhavingsverzoek van verzoeker afgewezen, met het argument dat er concreet zicht op legalisatie zou zijn.
De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker voldoende spoedeisend belang had bij zijn verzoek, omdat hij de illegale situatie wilde beëindigen. Tijdens de zitting op 22 augustus 2018 bleek dat verweerder niet kon onderbouwen dat de gebreken die eerder waren vastgesteld, inmiddels waren hersteld. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor de veronderstelling dat er een concreet zicht op legalisatie was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening deels toegewezen, het besluit van 2 augustus 2018 geschorst en verweerder opgedragen om binnen 14 dagen de illegale gebouwen te verzegelen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker en is het griffierecht aan verzoeker vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.