ECLI:NL:RBGEL:2018:3762

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 augustus 2018
Publicatiedatum
31 augustus 2018
Zaaknummer
05/880109-16 + 05/880722-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en militaire joyriding door een militair

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 27 augustus 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige militair, die werd beschuldigd van diefstal en militaire joyriding. De verdachte, die deel uitmaakte van de Luchtmobiele Brigade van Defensie, werd beschuldigd van het stelen van een geluidsinstallatie en een mobiele telefoon, beide toebehorende aan het ministerie van Defensie en een collega-soldaat. De diefstallen vonden plaats in de periode van augustus 2015 tot en met januari 2016. De verdachte had toegang tot de locaties waar de goederen waren opgeslagen en maakte gebruik van zijn kennis van de beveiligingssystemen om de diefstallen te plegen. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waarbij de diefstal van de geluidsinstallatie als ernstig werd beschouwd, gezien de waarde en het vertrouwen dat de verdachte had geschonden. De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 240 uur. De militaire kamer legde uiteindelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 240 uur, waarbij de tijd in verzekering werd afgetrokken van de werkstraf. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, de collega-soldaat, voor de waarde van de gestolen telefoon.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880109-16 + 05/880722-15 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak : 27 augustus 2018
Verstek
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboortedag] ,
wonende te [adres 1]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 augustus 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een gedeeltelijk door de militaire kamer toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, onder parketnummer 05/880109-16, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode gelegen van 22 augustus 2015 tot en met 25 augustus 2015 te Arnhem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een defensiecomplex, te weten: [pand 1] op [complex] , heeft weggenomen
- een mengpaneel (in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMIX-40) en/of
- twee CD-spelers (elk in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMP-3) en/of
- een set kabels (acht stuks, merk: Eco, type: HP-10xx),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het ministerie van Defensie, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door het met behulp van de cijfercode (welke code bij verdachte vanuit zijn dagelijkse werkzaamheden bekend was) openen van het cijferslot van het sleutelkastje met daarin de (veiligheids)sleutel voor de (toegangs)deur van [pand 1] en/of het (vervolgens) openen van de toegangsdeur van [pand 1] met behulp van de (hiervoor) verkregen (veiligheids)sleutel;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode gelegen van 22 augustus 2015 tot en met 31 september 2015 te Arnhem, (een) goed(eren) te weten:
- een mengpaneel (in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMIX-40) en/of
- twee CD-spelers (elk in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMP-3) en/of
- een set kabels (acht stuks, merk: Eco, type: HP-10xx),
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode gelegen van 19 december 2015 tot en met 4 januari 2016 te Arnhem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een defensiecomplex, te weten: uit een kantoor in [pand 2] op/behorende bij de Oranjekazerne te Arnhem, heeft weggenomen
  • een draaitafel (bestaande uit een Pioneer DJ set DJM 900 Nexus mixer en twee maal CDJ 900 Nexus) en/of
  • een flightcase voor een DJ set (Odyssey FZ12CDJW) en/of
  • acht kabels (4x Devine MIC 100 XLR microfoon- en signaalkabel 1,5 meter en 4x Devine MIC100 XLR microfoon- en signaalkabel 10 meter),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het ministerie van Defensie, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming (door een onafgesloten raam, welk raam door verdachte voor het plegen van voornoemd misdrijf, tijdens werktijd, onafgesloten achtergelaten was);
3.
hij als militair op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen van 16 juli 2015 tot en met 2 februari 2016, te of nabij Arnhem, en/of Huissen en/of Schaarsbergen en/of Purmerend en/of Heumensoord en/of Den Bosch en/of Kranenburg (D) en/of in Bottrop (D), in elk geval in Nederland en/of Duitsland, (telkens) opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig, (telkens een motorvoertuig uit de Pool Niet Operationele Dienstvoertuigen (PNOD)), bij de krijgsmacht in gebruik, als bestuurder heeft gebruikt.
Aan verdachte is onder parketnummer 05/880722-15, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 januari 2015, althans in of omstreeks de periode gelegen van 29 januari 2015 tot en met 10 februari 2015, te Schaarsbergen, in de gemeente Arnhem, in elk geval in Nederland, opzettelijk een mobiel telefoontoestel (Samsung Galaxy S-5), in elk geval enig mobiel telefoontoestel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als gevonden voorwerp, onder zich had, wederrechtelijk heeft toegeëigend;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 29 januari 2015, althans in of omstreeks de periode gelegen van 29 januari 2015 tot en met 10 februari 2015, te Schaarsbergen, in de gemeente Arnhem, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiel telefoontoestel (Samsung Galaxy S-5), in elk geval enig mobiel telefoontoestel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
ten aanzien van parketnummer 05/880109-16, feit 1
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte maakte deel uit van een [team] Luchtmobiele Brigade van Defensie. In [pand 1] van Mobcomplex Duivelsberg in Arnhem lagen goederen opgeslagen voor dat [team] , waaronder een geluidsinstallatie van het merk Reloop met toebehoren. Deze geluidsinstallatie is tussen 22 augustus 2015 omstreeks 14:00 uur en 24 augustus 2015, omstreeks 11:00 uur gestolen. [2] Vanuit zijn functie had verdachte toegang tot [pand 1] . Verdachte heeft op enig moment foto’s gemaakt van deze geluidsinstallatie met toebehoren en deze geluidsinstallatie in september 2015 te koop aangeboden op Marktplaats. [3]
De gestolen Reloop geluidsinstallatie heeft enige tijd in de kelderbox van de toenmalige woning van de vriendin van verdachte gelegen, hetgeen verdachte wist. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde opzetheling, nu hij de geluidsinstallatie op enig moment onder zich heeft gehad, terwijl hij wist dat deze van diefstal afkomstig was.
Beoordeling door de militaire kamer
Aangever, adjudant-onderofficier [naam 1] , heeft verklaard dat [pand 1] , waaruit de geluids-installatie was gestolen, kon worden geopend met de sleutel die in een afgesloten sleutelkastje hing. Verdachte kende de code van dat sleutelkastje. [5]
De desbetreffende geluidsinstallatie is op Marktplaats aangeboden in een advertentie door ene ‘ [naam 2] ’ uit Arnhem, onder het [e-mailadres] en het [telefoonnummer] . [6] De vriendin van verdachte heet(te) [naam 3] en dit telefoonnummer was van verdachte. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij de onderhavige geluidsinstallatie met toebehoren samen met zijn collega [naam 4] op Marktplaats heeft gezet via het account van zijn vriendin [naam 3] . [naam 4] was volgens verdachte degene die de geluidsinstallatie ook daadwerkelijk had weggenomen. Nadat de geluidsinstallatie met toebehoren is weggenomen, is deze opgeslagen in de berging behorende bij de woning van [naam 3] . De geluidsinstallatie met toebehoren is later uit die berging gestolen.
[naam 4] is hierover gehoord. Hij heeft ontkend iets te maken te hebben met de diefstal dan wel het aanbieden ten verkoop van de geluidsinstallatie.
De militaire kamer komt op grond van het vorenstaande tot het oordeel dat het verdachte is geweest die de geluidsinstallatie heeft gestolen uit de loods. Verdachte kon immers beschikken over de toegangssleutel, had de geluidsinstallatie onder zich in de berging van zijn vriendin en daarnaast was de advertentie, waarin de geluidsinstallatie werd aangeboden, door verdachte geplaatst met het profiel van zijn vriendin en aangevuld met zijn eigen telefoonnummer. Het verhaal van verdachte dat zijn collega [naam 4] de installatie heeft weggenomen acht de militaire kamer niet aannemelijk, nu hiervoor geen steun in enig ander bewijsmiddel kan worden gevonden. Het gebruik van de toegangssleutel uit het sleutelkastje merkt de militaire kamer aan als gebruik van een valse sleutel, nu verdachte op dat moment geen toestemming had om de sleutel te gebruiken.
ten aanzien van parketnummer 05/880109-16, feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie tot een bewezenverklaring gerekwireerd, nu verdachte heeft erkend deze feiten te hebben begaan.
Beoordeling door de militaire kamer
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] namens het Ministerie van Defensie, p. 41-47;
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 82-84.
ten aanzien van parketnummer 05/880109-16, feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie tot een bewezenverklaring gerekwireerd, nu verdachte heeft erkend ook deze feiten te hebben begaan.
Beoordeling door de militaire kamer
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van Luitenant [naam 5] namens het Ministerie van Defensie, p. 72;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 90-96;
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek PNOD data met bijlagen, p. 213-246.
ten aanzien van parketnummer 05/880722-15
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 29 januari 2015 omstreeks 10.00 uur heeft soldaat [naam 6] zijn mobiele telefoon, Samsung Galaxy S-5, neergelegd op zijn bureau in [kamernummer] van [pand 3] , gelegen op de Oranjekazerne te Schaarsbergen (gemeente Arnhem). Omstreeks 16.30 is hij teruggekeerd op zijn kamer en zag hij dat deze telefoon was verdwenen. [8] Deze telefoon is later aangetroffen bij de moeder van verdachte, aan wie verdachte deze telefoon had verkocht. [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde diefstal.
De beoordeling van de militaire kamer
Verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon op 29 januari 2015 heeft gevonden in het trappenhuis van [pand 3] van de Oranjekazerne en dat hij deze aan zijn moeder heeft verkocht. Op dat moment wist hij niet van wie deze telefoon was. Achteraf heeft hij pas bedacht dat de telefoon van [naam 6] was.
De militaire kamer overweegt dat verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon had gevonden in het trappenhuis, terwijl zijn moeder heeft verklaard dat verdachte haar had verteld dat hij de telefoon in een trein had gevonden. Voorts concludeert de militaire kamer dat in het dossier geen aanknopingspunten te vinden zijn die de verklaring van verdachte ondersteunen. In het bijzonder is er geen enkele aanwijzing - anders dan de verklaring van verdachte - dat de telefoon van [naam 6] in het trappenhuis terecht kon zijn gekomen.
De militaire kamer acht de verklaring van verdachte dan ook ongeloofwaardig en concludeert dat het verdachte is geweest die de telefoon heeft gestolen, zoals subsidiair ten laste is gelegd. Van het primair tenlastegelegde zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
ten aanzien van parketnummer 05/880109-16
1.
hij in
of omstreeksde periode van 22 augustus 2015 tot en met 25 augustus 2015 te Arnhem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een defensiecomplex, te weten: [pand 1] op [complex] , heeft weggenomen
- een mengpaneel (in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMIX-40) en
/of
- twee CD-spelers (elk in een aparte flightcase, merk: Reloop, type: RMP-3) en
/of
- een set kabels (acht stuks, merk: Eco, type: HP-10xx),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan het ministerie van Defensie,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van een valse sleutel
door het met behulp van de cijfercode (welke code bij verdachte vanuit zijn dagelijkse werkzaamheden bekend was) openen van het cijferslot van het sleutelkastje met daarin de (veiligheids)sleutel voor de (toegangs)deur van [pand 1] en
/ofhet (vervolgens) openen van de toegangsdeur van [pand 1] met behulp van de (hiervoor) verkregen (veiligheids)sleutel;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 19 december 2015 tot en met 4 januari 2016 te Arnhem
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een defensiecomplex, te weten: uit een kantoor in [pand 2] op/behorende bij de Oranjekazerne te Arnhem,
heeft weggenomen
  • een draaitafel (bestaande uit een Pioneer DJ set DJM 900 Nexus mixer en twee maal CDJ 900 Nexus) en
  • een flightcase voor een DJ set (Odyssey FZ12CDJW) en
  • acht kabels (4x Devine MIC 100 XLR microfoon- en signaalkabel 1,5 meter en 4x Devine MIC100 XLR microfoon- en signaalkabel 10 meter),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan het ministerie van Defensie,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van inklimming (door een onafgesloten raam, welk raam door verdachte voor het plegen van voornoemd misdrijf, tijdens werktijd, onafgesloten achtergelaten was);
3.
hij als militair op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 juli 2015 tot en met 2 februari 2016, te of nabij Arnhem, en
/ofHuissen en
/ofSchaarsbergen en
/ofPurmerend en
/ofHeumensoord en
/ofDen Bosch en
/ofKranenburg (D) en
/ofin Bottrop (D),
in elk geval in Nederland en/of Duitsland, (telkens
)opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig,
(telkens een motorvoertuig uit de Pool Niet Operationele Dienstvoertuigen (PNOD)
), bij de krijgsmacht in gebruik, als bestuurder heeft gebruikt.
ten aanzien van parketnummer 05/880722-15 subsidiair:
hij op
of omstreeks29 januari 2015,
althans in of omstreeks de periode gelegen van 29 januari 2015 tot en met 10 februari 2015,te Schaarsbergen, in de gemeente Arnhem, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiel telefoontoestel (Samsung Galaxy S-5),
in elk geval enig mobiel telefoontoestel, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder parketnummer 05/880109-16 levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel.
Ten aanzien van feit 2:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Ten aanzien van feit 3:
Opzettelijk wederrechtelijk enig motorrijtuig gebruiken, dat bij de krijgsmacht in gebruik is, meermalen gepleegd.
Het subsidiair bewezenverklaarde onder parketnummer 05/880722-15 levert op:
Diefstal.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht en voorts tot het verrichten van een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 2 juli 2018.
Verdachte, ten tijde van het plegen van de misdrijven soldaat der eerste klasse bij de Koninklijke Landmacht, heeft zich allereerst tweemaal schuldig gemaakt aan het stelen van een geluidsinstallatie van Defensie. Het gaat daarbij om goederen van aanzienlijke waarde. Verdachte heeft deze installaties beide op Marktplaats aangeboden en één daarvan ook daadwerkelijk verkocht. Dit zijn ernstige strafbare feiten, temeer nu verdachte daarmee op meerdere manieren het vertrouwen van zijn toenmalige werkgever heeft geschonden.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het stelen van een mobiele telefoon van zijn collega-soldaat met wie hij op de kazerne een legeringskamer deelde. Ook die telefoon was van aanzienlijke waarde en is door verdachte verkocht. Verdachte heeft hiermee in ernstige mate het vertrouwen van zijn toenmalige collega – en in zekere zin huisgenoot – geschonden.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan militaire joyriding. Zonder zelfs te beschikken over een rijbewijs heeft verdachte veelvuldig misbruik gemaakt van dienstauto’s van Defensie. Daarbij heeft hij op doortrapte wijze een grote hoeveelheid aanvragen voor het gebruik van een dienstvoertuig ingediend, telkens totdat hij een voertuig door het geautomatiseerd systeem kreeg toegewezen waarvan aan de buitenkant niet duidelijk was dat het een Defensie-voertuig betrof. Verdachte heeft met deze voertuigen een zodanig grote hoeveelheid privéritten gemaakt dat van een gewoonte kan worden gesproken. Verdachte heeft aldus met grote regelmaat en op grote schaal het vertrouwen van zijn toenmalige werkgever geschonden.
De militaire kamer neemt verdachte deze strafbare feiten zeer kwalijk.
Verdachte is ter terechtzitting niet verschenen om een verklaring af te leggen. Ook in het politieonderzoek ten aanzien van zowel de diefstal van de geluidsapparatuur in augustus 2015 als de diefstal van de telefoon in januari 2015 heeft verdachte, aanvankelijk gehoord als getuige, ondanks zijn wetenschap geen openheid van zaken gegeven. De militaire kamer is van oordeel dat verdachte aldus op een storende manier blijk geeft geen respect te hebben voor de belangen van zijn collega’s en zijn toenmalige werkgever.
De militaire kamer neemt naast het voorgaande het volgende mee in haar strafmaatoverweging. Verdachte is inmiddels ontslagen bij Defensie en verdachte heeft slechts enkele oude feiten op zijn strafrechtelijke documentatie vermeld staan. Daarnaast betreffen de strafbare feiten in deze zaken feiten die zijn gepleegd in 2015 en begin 2016. Gelet op deze omstandigheden acht de militaire kamer in tegenstelling tot de officier van justitie, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet (langer) een passende straf naast de maximale onvoorwaardelijke werkstraf. Naast oplegging van 240 uur werkstraf zal de militaire kamer dan ook volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht wordt op de werkstraf in mindering gebracht.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/880722-15 bewezen verklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 175,35 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. De schade bestaat voor een bedrag van € 169,48 uit kosten voor de aanschaf van een mobiele telefoon en voor een bedrag van € 5,89 uit reiskosten voor het ophalen van de gestolen telefoon.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot betaling van het bedrag van € 175,35 toe te wijzen, met vordering van de schadevergoedings-maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot dit bedrag. Tevens heeft de officier van justitie verzocht om de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen.
Beoordeling door de militaire kamer
Naar het oordeel van de militaire kamer is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen onder parketnummer 05/880722-15 schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Weliswaar heeft de benadeelde zijn gestolen telefoon teruggekregen en beschikt hij thans over twee toestellen, omdat hij na de diefstal een nieuwe telefoon heeft aangeschaft, maar hiertoe was hij niet genoodzaakt geweest als verdachte die telefoon niet gestolen had. Krachtens artikel 6:97 Burgerlijk Wetboek begroot de militaire kamer de schade op een bedrag van € 130, zijnde de geschatte waarde van het telefoontoestel, rekening houdend met afschrijvingen. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
De gevorderde reiskosten dienen ook te worden toegewezen voor het bedrag van € 5,89. Dit levert een schadebegroting van € 135,89 op.
Wat betreft het meer of anders gevorderde wordt de vordering, als in zoverre ongegrond, afgewezen.
Gelet op het vorenstaande ziet de militaire kamer aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 februari 2015.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57 en 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 11 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 166 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De
meervoudige militaire kamer:
 spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/880722-15 primair tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
 bepaalt, dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van
de proeftijd die op twee jarenwordt bepaald, te weten:
- dat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 een
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde onder parketnummer 05/880722-15 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 135,89(zegge honderdvijfendertig euro en negenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

wijst afde vordering tot schadevergoeding voor het overige;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 135,89(zegge honderdvijfendertig euro en negenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 2 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter) en mr. J.B.J. Driessen, rechters, en Kapitein ter zee logistieke dienst mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, militair lid, in tegen-woordigheid van mr. A. Diebels, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van deze rechtbank op 27 augustus 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is ten aanzien van parketnummer 05/880109-16 terug te vinden in het in de wettelijke vorm door wachtmeester der eerste klasse der de Koninklijke Marechaussee [naam 7] , District Noord-Oost, Brigade Veluwe, Afdeling Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 16-002268, gesloten op 6 juli 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 augustus 2015, pag. 60 t/m 64
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 79.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 80, 3e regel van boven
5.Het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] namens het Ministerie van Defensie, p. 60-63.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 180-181.
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 78.
8.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 23-25.
9.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 63-66, alsmede proces-verbaal verhoor verdachte [naam 9] , p. 68