ECLI:NL:RBGEL:2018:3795
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering uitwonendenbeurs op basis van woonadres in de Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (DUO) over de herziening van de studiefinanciering. Eiseres ontving sinds 1 januari 2013 studiefinanciering op basis van een uitwonendenbeurs, maar de minister heeft deze herzien naar een thuiswonendenbeurs, omdat uit een huisbezoek bleek dat eiseres niet op het door haar opgegeven BRP-adres woonde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de controleurs tijdens het huisbezoek onvoldoende bewijs hebben gevonden dat eiseres op het BRP-adres woonde. Eiseres heeft aangevoerd dat zij wel degelijk op het BRP-adres woont, maar haar verklaring werd door de rechtbank als onvoldoende beschouwd. De rechtbank oordeelde dat het wettelijk vermoeden, zoals vastgelegd in artikel 9.9 van de Wet studiefinanciering 2000, niet door eiseres was weerlegd. Hierdoor was de herziening van de studiefinanciering en de terugvordering van het teveel betaalde bedrag van € 8.753,64 terecht. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.