ECLI:NL:RBGEL:2018:3901

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 september 2018
Publicatiedatum
10 september 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 4180
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs vrachtwagenchauffeur na drugsgebruik onderzoek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 10 september 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een vrachtwagenchauffeur wiens rijbewijs ongeldig was verklaard door de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De vrachtwagenchauffeur had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verweerder niet bevoegd was om de vrachtwagenchauffeur te verplichten zich te onderwerpen aan een onderzoek naar zijn drugsgebruik. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd vastgesteld dat de verplichting om mee te werken aan een onderzoek naar de geschiktheid niet rechtsgeldig was opgelegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs enkel was gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek, en dat dit besluit naar verwachting in bezwaar niet stand zou houden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, en werd het besluit van 27 juli 2018 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 1002,-, en diende de verweerder het betaalde griffierecht van € 170,- aan de verzoeker te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 18/4180

uitspraak van de voorzieningenrechter van

op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. R.T. Poort),
en
de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzente Rijswijk, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 27 juli 2018 heeft verweerder verzoekers rijbewijs ongeldig verklaard.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verzoeker heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft gelijktijdig met de behandeling van het beroepschrift met procedurenummer AWB 18/4181 plaatsgevonden op 27 augustus 2018. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.J. Kwant.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Bij uitspraak van heden heeft de rechtbank verzoekers beroep tegen het in bezwaar gehandhaafde besluit tot het opleggen van de verplichting mee te werken aan een onderzoek naar zijn drugsgebruik, gegrond verklaard (zie de uitspraak met zaaknummer AWB 18/4181). De rechtbank heeft in die zaak geoordeeld dat verweerder niet bevoegd was te besluiten dat verzoeker zich diende te onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid en dat besluit in zoverre herroepen.
3. Omdat verweerder niet bevoegd was te besluiten dat verzoeker zich diende te onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid en de rechtbank het besluit in zoverre heeft herroepen, is verweerder naar het oordeel van de voorzieningenrechter evenmin bevoegd de resultaten van het inmiddels gehouden onderzoek naar de geschiktheid (zoals opgenomen in het rapport van psychiater M. Timmermans van 6 juni 2016) ten grondslag te leggen aan de ongeldigverklaring van verzoekers rijbewijs. Het besluit tot het ongeldig verklaren van het rijbewijs is enkel gebaseerd op de inhoud van dit rapport en zal daarom naar verwachting in bezwaar geen stand houden. Het verzoek om een voorlopige voorziening komt om die reden voor toewijzing in aanmerking. De voorzieningenrechter zal het primaire besluit schorsen tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat verzoekers rijbewijs met ingang van vandaag weer geldig is.
4. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1002,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 501,- en een wegingsfactor 1). Tevens zal worden bepaald dat verweerder aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht vergoedt.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
  • schorst het besluit van 27 juli 2018 tot zes weken na de bekendmaking van het besluit op bezwaar;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1002;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 170,- aan verzoeker te
vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Raat, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van
mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.