ECLI:NL:RBGEL:2018:4143
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van omgevingsvergunning en dwangsom bij afwijking van bouwvoorschriften
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 september 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiser, een particulier, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden. Eiser had een omgevingsvergunning verkregen voor het veranderen en vergroten van zijn woning, maar heeft de uitbouw gerealiseerd in afwijking van deze vergunning. Het college heeft eiser gelast om de overtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) te beëindigen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,-. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concreet zicht op legalisatie van de uitbouw bestaat, omdat het bestemmingsplan slechts uitbouwen op een afstand van 3 meter achter de voorgevel toestaat. Eiser heeft aangevoerd dat de uitbouw gelegaliseerd kan worden vanwege bijzondere omstandigheden, zoals de noodzaak voor extra slaapkamers voor pleegkinderen. De rechtbank oordeelt echter dat de stedenbouwkundige argumenten van het college zwaarder wegen dan de belangen van eiser en de buurtbewoners, die geen bezwaar hebben tegen de uitbouw. De rechtbank concludeert dat het college terecht handhavend heeft opgetreden en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van handhaving af te zien.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.