ECLI:NL:RBGEL:2018:4153
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens permanente bewoning van een recreatiewoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 september 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, eigenaresse van een recreatiewoning, kreeg van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten een last onder dwangsom opgelegd omdat zij haar hoofdverblijf op het perceel had, wat in strijd was met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelde dat de last onder dwangsom niet als een 'criminal charge' kon worden aangemerkt, waardoor de toezichthouder eiseres niet de cautie hoefde te geven voordat zij haar verklaringen aflegde. Eiseres voerde aan dat de last onder dwangsom niet terecht was opgelegd, omdat zij niet permanent op het perceel woonde, maar op een ander adres. De rechtbank concludeerde dat verweerder aannemelijk had gemaakt dat eiseres haar hoofdverblijf op het perceel had en dat er sprake was van een overtreding van de planregels. Eiseres' beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel werd afgewezen, evenals haar argument dat de dwangsom onevenredig was. De rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om handhavend op te treden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.