ECLI:NL:RBGEL:2018:4300

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 oktober 2018
Publicatiedatum
8 oktober 2018
Zaaknummer
05/760157-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften met levensgevaar voor anderen

Op 1 oktober 2018 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 29-jarige militair van de Koninklijke Marechaussee. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis, omdat hij opzettelijk een dienstvoorschrift niet had opgevolgd, wat leidde tot levensgevaar voor anderen. De feiten vonden plaats op 31 augustus 2017 in de koffieruimte van het Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) complex op de Koningin Beatrixkazerne. De verdachte had zijn dienstwapen, een Glock 17, ter hand genomen zonder de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te nemen. Hierdoor loste hij per ongeluk een schot, waarbij een collega gewond raakte door een kogelfragment. De militaire kamer oordeelde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet, omdat de verdachte zich bewust was van de risico's maar desondanks nalatig handelde. Bij de strafbepaling werd rekening gehouden met het blanco strafblad van de verdachte en zijn bewustzijn van de gemaakte fouten. De militaire kamer benadrukte het belang van het naleven van veiligheidsvoorschriften binnen Defensie, vooral voor iemand die dagelijks met een vuurwapen werkt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760157-17
Datum uitspraak : 01 oktober 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 september 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 31 augustus 2017, te of nabij 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, opzettelijk het dienstvoorschrift VS 7-511 (Pistool Glock 17) en het dienstvoorschrift Uitvoeringsbepalingen Koninklijke Marechaussee vuurwapens en munitie (Nr. A500 A, Te Beschermen Belangen Wapens en Munitie), waarin in respectievelijk deel 0 (veiligheidsregels) en onder punt 4 (laden en ontladen van wapens) (onder meer) is voorgeschreven dat:
- personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (deel 0 onder 3), en/of
- voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het is geladen, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (deel 0 onder 3.a), en/of
- de gebruiker van het wapen voor het in gebruik nemen van het wapen de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.b.) en/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 3.f.)
- de laad- en ontlaadhoek gebruikt dient te worden bij alle veiligheid gerelateerde handelingen (Nr. A/500 A, punt 4),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, aldaar opzettelijk, in de koffieruimte van het Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) complex op de Koningin Beatrixkazerne, een pistool (Glock 17) ten behoeve van het plaatsen van een gele veiligheid stick ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (volledig) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en/of zonder dat hij, verdachte, voor het nemen van de veiligheidsmaatregelen het wapen had behandeld alsof het geladen was en/of zonder dat hij, verdachte, voor het in gebruik nemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, ten behoeve van (en bij het trachten van) het plaatsen van de gele veiligheid stick gebruik heeft gemaakt van de laad- en ontlaadhoek, (vervolgens) de trekker van dat pistool heeft overgehaald en/althans een schot met dat pistool heeft gelost waarbij/waardoor [slachtoffer 1] door een metalen kogel(fragment) in de rechter onderarm werd getroffen, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor (een) ander(en), te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] te duchten was en/althans gemeen gevaar voor anderen, te weten die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] , te duchten was;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij als militair, op of omstreeks 31 augustus 2017, te of nabij 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, in ernstige mate nalatig het dienstvoorschrift HB 2-1352 (Handboek KL-militair), het dienstvoorschrift VS 7-511 (Pistool Glock 17) en het dienstvoorschrift Uitvoeringsbepalingen Koninklijke Marechaussee (Nr. A/500 A Te Beschermen Belangen Wapens en Munitie), waarin in respectievelijk hoofdstuk 16 onder 3 (Veiligheidsregels), deel 0 (veiligheidsregels) en onder punt 4 (laden en ontladen van wapens) (onder meer) is voorgeschreven dat:
- personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (16.3.3 onder a en deel 0 onder 3), en/of
- voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het is geladen, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (16.3.3 onder a en deel 0 onder 3.a), en/of
- de gebruiker van het wapen voor het in gebruik nemen van het wapen de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.b.) en/of - de gebruiker van het wapen voor het in gebruik nemen van het wapen de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.b.) en/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.3 onder g. en deel 0 onder 3.f.)
- de laad- en ontlaadhoek gebruikt dient te worden bij alle veiligheid gerelateerde handelingen (Nr. A/500 A, punt 4),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, aldaar in ernstige mate nalatig, in de koffieruimte van het Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) complex op de Koningin Beatrix kazerne, een pistool (Glock 17) ten behoeve van het plaatsen van een gele veiligheid stick ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (volledig) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en/of zonder dat hij, verdachte, voor het nemen van de veiligheidsmaatregelen het wapen had behandeld alsof het geladen was en/of zonder dat hij, verdachte, voor het in gebruik nemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, ten behoeve van (en bij het trachten van) het plaatsen van de gele veiligheid stick gebruik heeft gemaakt van de laad- en ontlaadhoek, (vervolgens) de trekker van dat pistool heeft overgehaald en/althans een schot met dat pistool heeft gelost waarbij/waardoor [slachtoffer 1] door een metalen kogel(fragment) in de rechter onderarm werd getroffen, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor (een) ander(en), te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] , is ontstaan en/althans gemeen gevaar voor anderen, te weten die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] , is ontstaan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 31 augustus 2017 heeft verdachte te ’s-Gravenhage het dienstvoorschrift VS 7-511 (Pistool Glock 17) niet opgevolgd. Verdachte zat op een stoel, evenals elf collega’s, in de koffieruimte van het Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) complex op de Koningin Beatrixkazerne. Verdachte heeft toen zijn dienstwapen, een pistool (Glock 17), ter hand genomen om een gele veiligheidsstick te plaatsen. Op dat moment heeft verdachte niet de veiligheidsmaatregelen genomen. Verdachte heeft zich, als gebruiker van dit wapen, niet volledig overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde, en heeft het wapen niet behandeld alsof het geladen was.
Om de veiligheidsstick te kunnen plaatsen moet de slede van het wapen worden verwijderd. Verdachte heeft daartoe de slede van het wapen meermalen naar achteren getrokken, door welke bewegingen het wapen werd doorgeladen, omdat de patroonhouder gevuld met 15 patronen nog steeds in het wapen zat. Vervolgens heeft verdachte de trekker van dat pistool overgehaald en werd een schot met dat pistool gelost. De kogel is eerst onder de stoel waar verdachte’s collega [slachtoffer 2] op zat, op/in de vloer terechtgekomen en is vervolgens gericocheerd via de muur. Uiteindelijk is [slachtoffer 1] door een metalen kogelfragment in de rechter arm getroffen. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde waarbij de opzet in voorwaardelijke zin kan worden aangenomen.
Het standpunt van verdachte
Het in strijd met het dienstvoorschrift VS 7-511 (Pistool Glock 17) zich niet volledig overtuigen van de toestand waarin zijn wapen verkeerde, het niet behandelen van het wapen alsof het geladen was en het niet uitvoeren van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen wijt verdachte aan een combinatie van factoren. Enerzijds was verdachte zich niet bewust van de omstandigheid dat de patroonhouder zich nog in het wapen bevond op het moment dat hij bezig was de slede van het wapen te verwijderen om de gele veiligheidsstick te plaatsen. Dat wijt verdachte aan het feit dat hij werd afgeleid terwijl hij bezig was met zijn wapen. Immers, hij was op dat moment ook aan het luisteren naar de instructeur en gelijktijdig aan het praten met collega’s. Anderzijds, zo stelt verdachte, speelde ook vermoeidheid een rol. De dag voor de training had hij een late dienst gehad, waardoor hij laat was thuisgekomen, terwijl hij in de ochtend van 31 augustus 2017 weer vroeg op moest staan om op tijd op de IBT-training te zijn.
Beoordeling door de militaire kamer
Overtreden dienstvoorschrift
In het voorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 staan onder andere de volgende veiligheidsregels beschreven:

2.Veiligheidsregels

Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
Voor het uiteennemen;
Voor iedere wapeninspectie.
Uitvoering
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt;
- Trek de slede naar achteren;
- Controleer of de kamer leeg is;
- Laat de slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over;
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie.

3.Algemene veiligheidsregels

- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd;
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is;
- Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen. [3]
In een nota van de Commandant Koninklijke Marechaussee van 17 augustus 2009 is bepaald dat bovenstaande veiligheidsregels ook van toepassing zijn op militairen van de Koninklijke Marechaussee, zoals verdachte. [4]
Dat verdachte de (algemene) veiligheidsregels zoals weergegeven in het dienstvoorschrift VS 7-511 (pistool Glock) niet heeft nageleefd, voordat hij het wapen ter hand nam en handelingen heeft verricht aan het wapen, staat vast. Ook staat vast dat door het niet naleven van die (algemene) veiligheidsregels een schot is gelost, waardoor een kogel in de koffieruimte, een kleine ruimte waar zich nog elf andere personen bevonden, is gericocheerd en ten gevolge waarvan [slachtoffer 1] door een metalen kogelfragment in de rechter arm werd getroffen.
Uit technisch onderzoek is gebleken dat er geen afwijkingen zijn geconstateerd aan de Glock 17 van verdachte, dat het wapen- en schiettechnisch in prima staat verkeerde en dat het niet mogelijk was dat het wapen spontaan een schot kon laten afgaan zonder dat de trekker actief werd bediend. [5]
De eerste vraag die de militaire kamer vervolgens moet beantwoorden, is of het niet opvolgen van het dienstvoorschrift het gevolg is van opzet of van (ernstige) nalatigheid.
De militaire kamer overweegt daartoe als volgt.
Bij beantwoording van deze vraag dient voorop te staan dat de opzet of schuld niet ziet op het verwonden van [slachtoffer 1] of op het veroorzaken van levensgevaar en/of gemeen gevaar voor anderen. De vraag of sprake was van opzet of schuld ziet immers op het niet opvolgen van het dienstvoorschrift VS 7-511.
Verdachte heeft verklaard het dienstvoorschrift VS 7-511 (Glock) 17 te kennen. Hij kende ook de (algemene) veiligheidsregels die in dat voorschrift zijn opgenomen. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij altijd de veiligheidsvoorschriften conform genoemd dienst-voorschrift pleegt te verrichten voordat hij het wapen na zijn dienst opbergt.
Op 31 augustus 2017 heeft verdachte dat echter niet goed gedaan omdat hij was afgeleid, zoals hijzelf heeft verklaard. De militaire kamer is van oordeel dat deze verklaring niet wordt weersproken door de inhoud van het dossier.
Met de officier van justitie heeft de militaire kamer daarom niet de overtuiging dat sprake is van “vol (boos) opzet.”
De vraag die vervolgens aan de orde dient te komen is of sprake is geweest van “voorwaardelijk opzet”, een juridische term voor - kort weergegeven - de bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg zal intreden.
Daartoe overweegt de militaire kamer als volgt.
Verdachte heeft zijn wapen, de Glock 17, vanaf de schietbaan meegenomen naar het IBT centrum te Den Haag, terwijl het magazijn met 15 scherpe patronen in het pistool was geplaatst. Bij aankomst op het IBT-centrum heeft hij niet de veiligheidsmaatregelen genomen en het magazijn niet verwijderd omdat hij was vergeten dat hij het magazijn in het pistool had geplaatst. [6] Op het moment dat de gele veiligheidssticks werden uitgedeeld, heeft IBT-instructeur [slachtoffer 1] tegen de aanwezigen gezegd dat iedereen scherp moest blijven vanwege de risico’s die zijn verbonden aan het verrichten van wapen-handelingen. [7] Verdachte heeft deze opmerkingen ook gehoord. [8]
Op het moment dat verdachte de slede van het wapen naar achteren haalde, constateerde hij tot driemaal toe dat het niet lukte om de sledepal naar beneden te drukken. Desondanks probeerde verdachte een vierde keer de slede te verwijderen door de slede naar achteren te trekken. Met de intentie om het wapen te ontspannen, richtte hij het wapen vervolgens in een in zijn beleving veilige richting en haalde hij bewust de trekker over, waardoor het schot afging. [9]
Verdachte wist dat de slede alleen dan verwijderd kon worden indien de patroonhouder uit het wapen is gehaald. [10]
Verdachte is vanaf 2010 gecertificeerd vuurwapendrager en volgt vijf keer per jaar een IBT training zoals de training op 31 augustus 2017. [11]
De militaire kamer is van oordeel dat verdachte door de hiervoor genoemde gedragingen en nalatigheden bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij het onderhavige dienstvoorschrift, met gevaarzetting als gevolg, zou negeren.
Immers:
verdachte was vanaf 2010 een gecertificeerd vuurwapendrager;
verdachte had zelf het magazijn met scherpe patronen in zijn pistool geplaatst;
verdachte had bij aankomst op het IBT-centrum bewust de veiligheidsmaatregelen niet uitgevoerd;
verdachte was mondeling gewaarschuwd voor de risico’s die zijn verbonden aan het verrichten van wapenhandelingen;
verdachte heeft tot viermaal toe bemerkt dat er iets niet goed ging bij het uitvoeren van de wapenhandelingen;
ondanks al het hiervoor onder 1) tot en met 5) vermelde, heeft verdachte hardnekkig verzuimd op enig moment de vanwege het dienstvoorschrift voorgeschreven veiligheidsvoorschriften uit te voeren.
Door vervolgens bewust de trekker over te halen heeft verdachte eveneens de aanmerkelijke kans aanvaard dat er een gevaarlijke situatie zou ontstaan.
Aldus concludeert de militaire kamer dat verdachte - in voorwaardelijke zin - opzettelijk het dienstvoorschrift VS 7-511 niet heeft opgevolgd, waardoor een gevaarlijke situatie is ontstaan.
Dat verdachte - zoals hij heeft aangevoerd - mogelijk vermoeid was dan wel was afgeleid, doet niet af aan het voorgaande. De militaire kamer is van oordeel dat verdachte gehouden was om zich bewust te verzetten tegen de door hem aangevoerde vormen van afleiding. Bovendien is de militaire kamer van oordeel dat verdachte - indien hij al vermoeid was - zich hiervan bewust had moeten zijn en maatregelen had behoren te treffen om de veiligheidsvoorschriften wèl te kunnen naleven. Immers, vermoeidheid leidt veelal tot een situatie van mindere alertheid en daar had verdachte dan naar moeten handelen.
De tweede vraag, die de militaire kamer moet beantwoorden, is of er levensgevaar en/of gemeen gevaar voor personen te duchten is geweest.
Verdachte bevond zich in een niet al te grote ruimte binnen het IBT samen met elf andere personen. Dit waren: [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] . [12]
Verdachte zat in een hoek met links naast zich, zittend op een stoel, [slachtoffer 2] . Links naast [slachtoffer 2] bevonden zich [slachtoffer 1] en [slachtoffer 10] . Schuin achter verdachte bevonden zich [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] en voor verdachte bevonden zich de overige personen. [13]
Nadat verdachte diverse handelingen aan zijn wapen had verricht en vervolgens de trekker overhaalde en het schot afging, hield hij het wapen - van hem uit gezien - links naar de vloer gericht, op een punt onder de stoel waar [slachtoffer 2] zat. [14]
Onder die stoel is een beschadiging in de vloer aangetroffen welke veroorzaakt kan zijn door een ricocherend projectiel. Ook in één van de plafondplaten aan de rechterzijde van de hal werd een beschadiging gezien. In die beschadiging zagen verbalisanten een voorwerp dat qua vorm en samenstelling vermoedelijk afkomstig was uit de beschadiging van de vloer onder de stoel. In de muur aan de rechterzijde van de hal naast het trapgat zagen verbalisanten een beschadiging die qua vorm en afmeting mogelijk veroorzaakt waren door het ricocheren van het projectiel. Boven deze beschadiging zagen verbalisanten diverse beschadigingen in de plafondplaten die veroorzaakt konden zijn door een projectiel. Eén van de plafondplaten was volledig doorboord. Het projectiel zelf is niet aangetroffen. [15] De militaire kamer concludeert dat sprake is geweest van een ricochet. De kogel is via de vloer onder de stoel waar [slachtoffer 2] zat, tegen de muur en vermoedelijk in het plafond terechtgekomen. De IBT-instructeur [slachtoffer 1] is door een fragment van de kogel geraakt.
De militaire kamer verbindt aan het vorenstaande de conclusie dat sprake is geweest van levensgevaar ten aanzien van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 10] , nu deze zich in de (directe) baan/richting van het schot bevonden. Met betrekking tot de overige in diezelfde koffiekamer aanwezige personen is de militaire kamer van oordeel dat sprake was van gemeen gevaar voor die anderen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks31 augustus 2017, te
of nabij's-Gravenhage,
in elk geval in Nederland,opzettelijk het dienstvoorschrift VS 7-511 (Pistool Glock 17)
en het dienstvoorschrift Uitvoeringsbepalingen Koninklijke Marechaussee vuurwapens en munitie (Nr. A500 A, Te Beschermen Belangen Wapens en Munitie), waarin in respectievelijk deel 0 (veiligheidsregels)
en onder punt 4 (laden en ontladen van wapens) (onder meer
)is voorgeschreven dat:
-
personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (deel 0 onder 3), en/of
- voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het is geladen, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (deel 0 onder 3.a), en
/of
- de gebruiker van het wapen voor het in gebruik nemen van het wapen de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.b.) en
/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 3.f.)
-
de laad- en ontlaadhoek gebruikt dient te worden bij alle veiligheid gerelateerde handelingen (Nr. A/500 A, punt 4),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, aldaar opzettelijk, in de koffieruimte van het Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) complex op de Koningin Beatrixkazerne, een pistool (Glock 17) ten behoeve van het plaatsen van een gele veiligheidsstick ter hand heeft genomen zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich
(volledig
)had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het nemen van de veiligheidsmaatregelen het wapen had behandeld alsof het geladen was en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het in gebruik nemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en
/of zonder dat hij, verdachte, ten behoeve van (en bij het trachten van) het plaatsen van de gele veiligheid stick gebruik heeft gemaakt van de laad- en ontlaadhoek, (vervolgens
)de
trekker van dat pistool heeft overgehaald en
/althanseen schot met dat pistool heeft gelost
waarbij/waardoor [slachtoffer 1] door een metalen kogel
(fragment
)in de rechter
onderarm werd getroffen, terwijl
daarvan/daardoor levensgevaar voor
(een)ander
(en
), te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of[slachtoffer 10]
en/of [slachtoffer 11]te duchten was
en
/althansgemeen gevaar voor anderen, te weten die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] en
/of[slachtoffer 7] en
/of[slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] en
/of [slachtoffer 10] en/of[slachtoffer 11] , te duchten was.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het primaire:
Als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd
en
Als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen terwijl daarvan gemeen gevaar voor personen of goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van een werkstraf voor de duur van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis.
Het standpunt van verdachte
Verdachte heeft verwezen naar vergelijkbare strafzaken die bij de militaire kamer hebben gediend, en concludeert daaruit dat eerder lagere straffen zijn opgelegd. Hij hoopt ook op een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist. Immers, wanneer een straf, zoals door de officier van justitie is geëist, opgelegd wordt, zou dit consequenties kunnen hebben voor zijn aanstelling als militair bij de Koninklijke Marechaussee.
Beoordeling door de rechtbank
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 09 augustus 2018.
De militaire kamer overweegt als volgt.
Verdachte heeft op verschillende momenten verzuimd de hem goed bekende veiligheidsvoorschriften niet nageleefd, terwijl hij vanwege verschillende signalen al meermalen gewaarschuwd had moeten zijn om die veiligheidsvoorschriften wel na te leven. Vervolgens heeft verdachte bewust de trekker van zijn pistool overgehaald en een ongewild schot gelost in een betrekkelijk kleine ruimte waar op dat moment andere militairen aanwezig waren. Daarbij is één van hen door een kogelfragment in de arm geraakt.
Verdachte heeft aldus uiterst gevaarzettend gehandeld. Door zelfs op het moment dat zijn wapen een kennelijk probleem vertoonde, de veiligheidsregels niet na te leven heeft verdachte zijn collega’s in groot gevaar gebracht. Dat slechts sprake is geweest van een oppervlakkige verwonding bij de collega, die door een kogelfragment is geraakt, is een kwestie van geluk geweest en was niet aan verdachte te danken. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook ernstig kwalijk.
Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat verdachte nagenoeg dagelijks zijn wapen als - thans - opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee draagt. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt. In beginsel zou een werkstraf zoals door de officier van justitie geëist dan ook passend zijn.
Anderzijds houdt de militaire kamer er bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen straf rekening mee dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij zich terdege bewust is van de fouten die hij gemaakt heeft en van de gevaren die hij veroorzaakt heeft. Voorts houdt de militaire kamer er rekening mee dat verdachte als reactie op het incident een leermaatregel opgelegd heeft gekregen waarbinnen hij oplossingen heeft aangedragen om het aantal ongewilde schoten omlaag te brengen. Verdachte heeft voorts kennelijk een onberispelijke staat van dienst. Tegen verdachte, zo heeft verdachte ter zitting verklaard, worden geen verdere rechtspositionele maatregelen genomen. De militaire kamer houdt bij het bepalen van de strafsoort en strafmaat met dit laatste uitdrukkelijk rekening. Een werkstraf voor de duur van 60 uur acht de militaire kamer in deze dan ook passend en geboden. Hierbij betrekt de militaire kamer eerder in vergelijkbare zaken gewezen vonnissen. Een geringere strafrechtelijke reactie op het bewezenverklaarde doet naar het oordeel van de militaire kamer geen recht aan de ernst van het feit.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 55, 91 van het Wetboek van Strafrecht alsmede artikel 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter) en mr. G.W.B. Heijmans, rechters,
en kapitein ter zee logistieke dienst mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, militair lid, in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van deze rechtbank op 1 oktober 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , eerste luitenant der Koninklijke Marechaussee, Staf Commandant Koninklijke Marechaussee, Kabinet/Cluster Integriteit, sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal, mutatienummer PL27AZ/17-000210, gesloten op 31 oktober 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal van aangifte door Majoor [naam] (pagina 15/16); een proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] (pag. 42/43); de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
3.Schriftelijk bescheid in de vorm van dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 (pag. 085 e.v.);
4.Schriftelijk bescheid in de vorm van Nota Koninklijke Marechaussee d.d. 17 augustus 2009;
5.Schriftelijk bescheid, te weten Projectrapport Onderzoek functioneren wapens KMar GLOCK 17
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018, alsmede het proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 64, 3e alinea van boven;
7.Een proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] (pag. 43, derde alinea);
8.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018, alsmede het proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 64, 4e alinea van boven;
9.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 64, midden;
10.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
11.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
12.Een proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 3] (pag. 52 laatste alinea); de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
13.Een proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 3] (pag. 53, achtste alinea); een schriftelijk bescheid, te weten een situatietekening (pag. 55); de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
14.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 17 september 2018;
15.Een in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , beiden opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee, brigade Recherche, opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek, gesloten op 23 oktober 2017;