ECLI:NL:RBGEL:2018:4531

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
22 oktober 2018
Zaaknummer
05/840505-18 en 05/840807-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar bedreiging en diefstal met psychologisch onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 oktober 2018 een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaken met parketnummers 05/840505-18 en 05/840807-18. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat aanvullend onderzoek door een psychiater noodzakelijk werd geacht. De verdachte, geboren in 2000 en thans gedetineerd, is beschuldigd van bedreiging met een mes tegen zijn oma en van diefstal van goederen van verschillende winkels in Arnhem. Tijdens de zitting op 9 oktober 2018 heeft de officier van justitie gesteld dat er wettig en overtuigend bewijs is voor de beschuldigingen, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bedreiging door de verdachte, waarbij hij met een mes voor zijn oma stond en dreigende woorden uitsprak, voldoende aanleiding gaf voor redelijke vrees bij het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de bedreiging en diefstal, maar heeft ook geconstateerd dat er onvoldoende informatie was over de psychische toestand van de verdachte. Daarom is besloten om een forensisch psychiater in te schakelen voor een rapportage. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst voor onbepaalde tijd, maar niet langer dan 90 dagen, en verzocht om tijdige aanlevering van de psychiatrische rapportage voor de nieuwe zittingsdatum.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/840505-18 + 05/840807-18
Datum uitspraak : 23 oktober 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd te JJI De Hunnerberg te Nijmegen.
Raadsvrouw: mr. L.M.E. Kleczewski, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 oktober 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 05/840505-18
hij op of omstreeks 24 juni 2018 te Arnhem [slachtoffer] (zijn oma) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een mes te houden naar en/of in de richting van die [slachtoffer] en/of (daarbij) die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "Jij bent de duivel" en/of Ga weg anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking.
Onder parketnummer 05/840807-18
hij een of meer tijdstippen op of omstreeks 25 september 2018 te Arnhem, meermalen, althans eenmaal,
- een broek en/of een shirt, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan de Original Levi's store (gevestigd aan de Vijzelstraat 15) en/of
- een jas (merk Required), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan de Sting (gevestigd aan de Roggestraat 1) en/of
- een paar schoenen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan de Zara (gevestigd aan de Ketelstraat 21),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Met betrekking tot parketnummer 05/840505-18 [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 24 juni 2018 stond verdachte met een mes in zijn handen voor zijn oma, [slachtoffer] . Hij zei tegen haar dat ze de duivel was. [2] Ook zei hij tegen haar dat ze weg moest gaan, omdat hij haar anders zou neersteken. Verdachte stond op dat moment op ongeveer een halve meter afstand van zijn oma. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de oma van verdachte de dag na het voorval heeft verklaard dat zij niet bang was toen verdachte met het mes voor haar stond, zodat niet bewezen kan worden dat bij haar sprake was van redelijke vrees.
Beoordeling door de rechtbank
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de bedreiging van dien aard was en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de oma van verdachte redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook daadwerkelijk zou worden gepleegd. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
De oma van verdachte heeft direct na het voorval aangifte gedaan tegen haar kleinzoon. Zij heeft verklaard dat ze bang was toen haar kleinzoon met het mes voor haar stond en dacht dat hij wilde steken. Ze voelde zich erg bedreigd door hem. [4] Hoewel de oma van verdachte later heeft verklaard dat zij niet bang was geweest, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring die de oma van verdachte kort na het voorval heeft afgelegd.
Verdachte heeft bedreigende woorden geuit, terwijl hij met een mes in zijn handen vlak voor zijn oma stond. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard van de gedragingen van de verdachte en de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden, bij zijn oma de redelijke vrees heeft kunnen ontstaan dat de verdachte geweld tegen haar zou gaan gebruiken. Uit haar verklaring blijkt bovendien dat deze redelijke vrees ook daadwerkelijk aanwezig was.
De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enige misdrijf tegen het leven gericht.
Met betrekking tot parketnummer 05/840807-18 [5]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte namens Original Levi’s Store, p. 14-16;
- het proces-verbaal van aangifte namens The Sting, p. 22-23;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 36.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder parketnummers 05/840505-18 en 05/840708-18 tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
Met betrekking tot parketnummer 05/840505-18
hij op
of omstreeks24 juni 2018 te Arnhem [slachtoffer] (zijn oma) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door een mes te houden naar en
/ofin de richting van die [slachtoffer] en
/of (daarbij
)die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "Jij bent de duivel" en
/of"Ga weg anders steek ik je neer"
, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking.
Met betrekking tot parketnummer 05/840807-18
hij op
een of meer tijdstippen op of omstreeks25 september 2018 te Arnhem, meermalen,
althans eenmaal,
- een broek en
/ofeen shirt,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander
toebehoorde, te weten aan de Original Levi's store (gevestigd aan de Vijzelstraat 15) en
/of
- een jas (merk Required),
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander
toebehoorde, te weten aan de Sting (gevestigd aan de Roggestraat 1) en
/of
- een paar schoenen,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander
toebehoorde, te weten aan de Zara (gevestigd aan de Ketelstraat 21),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Met betrekking tot parketnummer 05/840505-18:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Met betrekking tot parketnummer 05/840807-18:
Diefstal, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Tijdens de beraadslaging is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het onderzoek op dit punt niet volledig is geweest. De psycholoog die verdachte heeft onderzocht adviseert aan verdachte de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex artikel 37 van het Wetboek van Strafvordering op te leggen. De psychiater heeft verdachte niet zelf kunnen onderzoeken, omdat hij verdachte een aantal keren niet thuis trof. Kennelijk heeft de psychiater zijn pogingen om met verdachte in contact te komen gedaan in de periode nadat de voorlopige hechtenis in de bedreigingszaak was opgeheven en voordat verdachte in de diefstallenzaak opnieuw in voorlopige hechtenis was genomen. Niet gebleken is dat verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het psychiatrisch onderzoek. Tegen de achtergrond van het bepaalde in artikel 37, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, acht de rechtbank zich onvoldoende ingelicht over de persoon van de verdachte. Zij acht het daarom noodzakelijk dat een forensisch psychiater door tussenkomst van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) alsnog een rapportage zal opstellen nadat verdachte in detentie is bezocht.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek moet worden heropend en vervolgens moet worden geschorst voor onbepaalde tijd, doch niet langer dan 90 dagen. Daarbij overweegt de rechtbank dat, indien een zittingsruimte binnen één maand niet mogelijk is, dat voor de rechtbank klemmende reden is het onderzoek langer dan één maand aan te houden.
De rechtbank verzoekt de officier van justitie de psychiatrische rapportage tijdig voor de nieuw te bepalen zittingsdatum aan de rechtbank te doen toekomen.

7.De beslissing

De rechtbank:
 heropent het onderzoek;
 schorst het onderzoek voor
onbepaalde tijd,doch niet langer dan drie maanden;
 draagt op aan de officier van justitie om het NIFP opdracht te geven tot het opmaken van een nadere psychiatrische rapportage;
 stelt de stukken in handen van de officier van justitie;
 gelast de oproeping van verdachte, met afschrift aan zijn raadsvrouw, tegen de nader te bepalen terechtzitting;
 houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J.C. Cremers (voorzitter), mr. C. van Linschoten en
mr. J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 oktober 2018.
mrs. P.J.C. Cremers en J. Wiersma zijn buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018278566, gesloten op 26 juni 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 14; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 21-22.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 21-22.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 14.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018435821, gesloten op 27 september 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.