Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
- Eurocommerce Holding B.V.;
- Eurocommerce Projectontwikkeling B.V.;
- Eurocommerce Beleggingen B.V.;
- EVB Beleggingen II B.V.;
- EVB Beleggingen IX B.V., en
- Vibelgro B.V.;
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord met daarin het verzoek tot het stellen van een prejudiciële vraag ex artikel 392 Rv.
- de akte van de curatoren
- de antwoordakte van Rabobank
- het bericht van de rolrechter aan partijen van 13 maart 2018
- de akte toelichting verzoek ex art. 392 RV van Rabobank
- de antwoordakte van de curatoren.
2.De feiten
De Bank is te allen tijde bevoegd om al hetgeen een Kredietnemer onder de Overeenkomst al dan niet opeisbaar aan haar verschuldigd is te verrekenen met al hetgeen alle Kredietnemers uit welken hoofde ook van de Bank en/of andere rechtspersonen die onderdeel uitmaken van de Rabobank Groep te vorderen hebben, ongeacht de opeisbaarheid van de vorderingen op de Bank en/of andere rechtspersonen die onderdeel uitmaken van de Rabobank Groep.”
Indien een Kredietnemer, al dan niet na verrekening op grond van Artikel 11, een vordering op de Bank heeft, strekt deze vordering aan de Bank tot onderpand voor al hetgeen de Bank uit welken hoofde ook te vorderen heeft of zal krijgen van die Kredietnemer of van enige andere Kredietnemer. De Bank bevestigt hierbij kennis te hebben genomen van het pandrecht op de in de vorige zin bedoelde vorderingen jegens haar.”
ook de bank conveniërende” onafhankelijke directievoerder bij Eurocommerce wordt aangesteld. Vervolgens is daarna nog meerdere keren tussen Rabobank en [naam directeur en (indirect) groot aandeelhouder Eurocommerce] gecommuniceerd over zijn positie en het aanstellen van een onafhankelijke bestuurder, maar met dat laatste heeft [naam directeur en (indirect) groot aandeelhouder Eurocommerce] niet willen instemmen. In dezelfde brief verlangt Rabobank van Eurocommerce, kort gezegd, nieuwe zekerheden, openheid van zaken en verduidelijking van de liquiditeitsprognose.
Wij benadrukken dat ook het bijgaande concept rapport nog onderhevig is aan aanpassingen aangezien onze werkzaamheden nog niet zijn afgerond en wij (mogelijk) nog aanvullende informatie zullen ontvangen. Onze definitieve bevindingen zullen worden opgenomen in ons definitieve rapport. U kunt alleen steunen op de inhoud van het definitieve rapport.”
In deze vennootschappen zouden dan per objectfinancier de onroerende zaken ondergebracht dienen te worden”, aldus Rabobank in de e-mail. Door partijen is deze constructie wel aangeduid als de “silo-constructie”. Voorts verlangt Rabobank op korte termijn schriftelijke instemming met de benoeming van een onafhankelijke en zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde - de banken conveniërende - directievoerder. In een reactie daarop, per e-mail van 16 maart 2012 (productie 9-15 bij dagvaarding), laat [naam directeur en (indirect) groot aandeelhouder Eurocommerce] aan Rabobank weten niet met die oplossing te kunnen instemmen “
omdat voorbij wordt gegaan aan de continuïteit van de onderneming op termijn. (…) De situatie die u voorstelt is in de ogen van onze juridische adviseurs een aangepaste sterfhuisconstructie met geen levensvatbaarheid voor de onderneming, (…) wij door de Rabo/FGH gedwongen zullen worden om surséance dan wel faillissement aan te vragen. (…)”
waarbij het uitgangspunt is de continuïteit van de Eurocmmerce, maar waarbij recht wordt gedaan aan de posities die de banken nu hebben”. Een van die hoofdlijnen was dat Eurocommerce een regeling zou proberen te treffen met Bouwbedrijf [naam bouwbedrijf], die een faillissementsverzoek had ingediend dat op 27 maart 2012 zou worden behandeld. Het faillissementsverzoek van Bouwbedrijf [naam bouwbedrijf] is op 23 april 2012 ingetrokken.
Deze rapportage zal de basis vormen in het overleg tussen de banken of er een draagvlak is te vinden voor de invulling van de liquiditeitsbehoefte voor de komende maand/maanden waarbinnen dan ook verder overleg gevoerd dient te worden over de herstructurering van EC in lijn met hetgeen wij daarover afgelopen 2 weken al hebben besproken.”
blijkt dat er mogelijkheden zijn om de onderneming EC – zij het in een iets andere vorm dan de onderneming de laatste jaren is gedreven – voort te zetten.” In de brief wordt de zogeheten silo-constructie uitgewerkt.
alle aan u gelieerde groepsmaatschappijen”, wordt de beoogde herstructurering door Rabobank nader toegelicht en verzoekt zij [naam directeur en (indirect) groot aandeelhouder Eurocommerce] definitief te bevestigen dat hij daaraan zal meewerken.
een voor alle partijen acceptabele oplossing te vinden en (..) zoveel mogelijk aan de voorwaarden van Rabo cs te voldoen”.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Is een bank gerechtigd zich krachtens een rechtsgeldig gevestigd en onaantastbaar openbaar pandrecht te verhalen op vorderingen van een klant op de bank die het gevolg zijn van betalingen door derden van niet aan de bank verpande vorderingen die door de bank ten gunste van die klant in ontvangst zijn genomen en vervolgens in de rekening-courant met deze klant (de bankrekening) worden geboekt, indien de betaalde bedragen na het peilmoment in de zin van art. 54 Fw door de bank zijn ontvangen?”
zaakoverstijgend belang” hebben en “
waarvan aannemelijk is dat er een maatschappelijke behoefte bestaat aan een richtinggevende uitspraak van de Hoge Raad”. Voorts moet het gaan om zaken met een groot financieel of maatschappelijk belang die vrijwel zeker na verloop van tijd ook via de gebruikelijke weg aan de Hoge Raad zouden zijn voorgelegd. Het criterium “
talrijk” is niet nader gekwantificeerd en lijkt, aldus Rabobank, op zichzelf geen wezenlijke drempel voor het stellen van prejudiciële vragen. Vanaf nummer 10 in haar laatste akte heeft Rabobank een en ander toegepast op de onderhavige zaak. Gelet op het daar gestelde heeft Rabobank in voldoende mate onderbouwd dat voldaan is aan de voorwaarden voor het stellen van de prejudiciële vraag, in het bijzonder ook het bepaalde bij 392 lid 1 bij b Rv. Ook is door Rabobank, met name in haar laatste akte, in voldoende mate de juridische en maatschappelijke context geschetst waarbinnen deze rechtsvraag speelt. De curatoren hebben zich in hun laatste akte (wederom) zonder voorbehoud achter het standpunt van Rabobank geschaard.