Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties van [eiser 1] .
- de e-mail van [gedaagde] d.d. 15 november 2018 inclusief producties
- de e-mail van [gedaagde] d.d. 16 november 2018 inclusief producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser 1] .
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
ten behoeve van het (…) verkochte als heersend erf en ten laste van het (…) perceel (…) sectie C (…) [perceelnummer] als lijdend erf, (…) de erfdienstbaarheid van weg om over de bestaande weg, gelegen op het lijdend erf (…) te gaan naar de Luntersekade en omgekeerd;
3.Het geschil
. De eerste – ten gunste van perceel [perceelnummer] – is door vermenging teniet gegaan. Van de tweede – ten gunste van perceel [perceelnummer] – belemmert [gedaagde] de uitoefening niet. Bovendien is deze erfdienstbaarheid verjaard. Verder is het pad over perceel [perceelnummer] geen openbare weg. [gedaagde] is als eigenaar van perceel [perceelnummer] bevoegd om dit af te sluiten met een hek, omheining erop te plaatsen en er zijn koeien te laten grazen. [gedaagde] concludeert tot afwijzing met veroordeling van [eiser 1] . in de proceskosten en nakosten.
4.De beoordeling
te gaan naar de Luntersekade en omgekeerd” (rechtsoverweging 2.9). In de akte staat echter niet hoe [eiser 1] dit recht van overpad mag uitoefenen. Evenmin staat in de akte dat [gedaagde] een zandweg op zijn perceel moet onderhouden. Uit de akte volgt evenmin dat van een belemmering geen enkele sprake mag zijn en dat er geen afsluitbaar hek mag staan. Tegelijkertijd geldt als hoofdregel dat een eigenaar zijn erf mag afsluiten. Ter mondelinge behandeling heeft [gedaagde] onweersproken gesteld dat het hek open en dicht kan. Dit maakt dat [eiser 1] . onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat van een belemmering van de erfdienstbaarheid sprake is. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] bovendien in zijn stelling dat hij er belang bij heeft om een hekwerk te plaatsen. Op het perceel staat immers rundvee van [gedaagde] te grazen.
Openbare zaken naar publiek- en privaatrecht,Deventer: Kluwer 2001, p. 29).
816,00