In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoek op grond van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). De verzoekende partij, de Belangenvereniging van Huurders Beethovenlaan te Doorwerth (BHBD), heeft op 6 april 2018 een verzoekschrift ingediend. BHBD vertegenwoordigt de belangen van huurders van verschillende verhuurders, wat leidde tot de vraag of zij ontvankelijk was in haar verzoek. De gedaagden, waaronder [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], hebben verweer gevoerd en primair gesteld dat BHBD niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat BHBD in haar huidige werkvorm niet enkel de belangen van de huurders van [gedaagden sub 1 en 2] behartigt, maar ook die van huurders van andere verhuurders, wat niet in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever. De rechter oordeelde dat een huurdersorganisatie alleen aanspraak kan maken op de rechten uit de Wohv als zij voldoet aan de in de wet gestelde eisen, waaronder de representativiteit en de interne organisatie. De kantonrechter heeft BHBD niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek en veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op € 400,00 voor het salaris van de gemachtigde.