ECLI:NL:RBGEL:2018:5390

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
6628045 / CV EXPL 18-1113
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van gebruikskosten van een hulphond door zorgverzekeraar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 12 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij en IZA Zorgverzekeraar N.V. De eisende partij vorderde een vergoeding voor de maandelijkse gebruikskosten van een hulphond over de periode van 3 juli 2014 tot maart 2018. De procedure volgde op een eerder tussenvonnis van 19 september 2018, waarin was geoordeeld dat IZA op grond van het Reglement hulpmiddelen gehouden was om een tegemoetkoming te verstrekken aan de eisende partij voor het gebruik van de hulphond.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat IZA een bedrag van € 4.606,70 aan de eisende partij verschuldigd was, maar dat de eisende partij zich kon verenigen met een lager bedrag van € 3.873,34, dat IZA had gespecificeerd. De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen en IZA veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd IZA ook veroordeeld tot het betalen van de gebruiksvergoeding voor de hulphond vanaf maart 2018 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 512,33.

De kantonrechter heeft IZA in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 6628045 \ CV EXPL 18-1113 \ 420 \ 682
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
[adres 1]
eisende partij
gemachtigde Das Rechtsbijstand Amsterdam
tegen
de naamloze vennootschap
Iza Zorgverzekeraar N.V.
gevestigd te Arnhem
gedaagde partij
gemachtigde IZA Zorgverzekeraar N.V.
Partijen worden hierna [eisende partij] en IZA genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 september 2018 en de daarin genoemde processtukken
- de akte van IZA van 4 oktober 2018, en
- de akte van [eisende partij] van 14 november 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling van het geschil

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 19 september 2018. Daarin is geoordeeld dat IZA op grond van het Reglement hulpmiddelen gehouden is om een tegemoetkoming aan [eisende partij] te verstrekken voor het gebruik van hulphond [naam]. Omdat het partijdebat niet is gegaan over de hoogte van de verzochte gebruiksvergoeding heeft de kantonrechter IZA in de gelegenheid gesteld om daarover een akte te nemen en aan te geven – aan de hand van de respectievelijke Reglementen hulpmiddelen en andere relevante verzekeringsvoorwaarden – op welke maandelijkse gebruiksvergoeding [eisende partij] vanaf 3 juli 2014 volgens haar recht heeft. [eisende partij] is in de gelegenheid gesteld om hierop bij akte te reageren.
2.2.
IZA heeft in haar akte uiteengezet wat op grond van het van toepassing zijnde Reglement hulpmiddelen de maximale vergoeding is per jaar. IZA heeft aangegeven dat [eisende partij] volgens haar recht heeft op een vergoeding van € 4.606,70 over de periode juli 2014 tot en met oktober 2018, waarna IZA maandelijks de gebruiksvergoeding aan [eisende partij] zal overmaken. [eisende partij] kan zich met deze berekening verenigen onder de voorwaarde dat het bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente.
2.3.
Vastgesteld kan worden dat [eisende partij] onder 1. uitbetaling van de maandelijkse gebruikskosten vordert over de periode 3 juli 2014 tot maart 2018, zijnde 44 maanden à
€ 89,00, te weten in totaal € 3.916,00. Volgens IZA komt [eisende partij] over die periode een bedrag van € 3.873,34 toe, dat als volgt is gespecificeerd:
2014: 6 x € 85,00 = € 510,00
2015: 12 x € 87,50 = € 1.050,00
2016: 12 x € 88,50 = € 1.062,00
2017: 12 x € 89,00 = € 1.068,00
2018: 2 x € 91,67 = € 183,34.
Nu [eisende partij] zich hiermee kan verenigen, zal de kantonrechter voornoemd bedrag toewijzen.
2.4.
De vordering onder 2. zal de kantonrechter eveneens toewijzen, hetgeen betekent dat IZA de (inmiddels achterstallige) gebruiksvergoeding over de maanden maart tot en met december 2018 direct dient te betalen aan [eisende partij] en dat IZA vervolgens maandelijks de gebruiksvergoeding voor de hulphond aan [eisende partij] dient te voldoen, tot het moment waarop [eisende partij] niet langer gebruik maakt van hulphond [naam], dan wel het moment waarop de verzekeringsovereenkomst tussen partijen eindigt dan wel het moment waarop een wijziging van de verzekeringsvoorwaarden plaatsvindt die maakt dat de gebruikskosten van een hulphond niet langer vergoed worden.
2.5.
De gevorderde rente over de maandelijkse termijnen wordt toegewezen vanaf het moment dat deze steeds opeisbaar was/is.
2.6.
[eisende partij] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is niet in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Hoewel niet direct van toepassing, geldt dat deze tarieven geacht worden redelijk te zijn. Op basis van deze tarieven wordt een bedrag van € 512,33 toegewezen.
2.7.
IZA wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt IZA tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag van in totaal € 3.873,34 als vergoeding voor de kosten van het gebruik van hulphond [naam] over de periode 3 juli 2014 tot maart 2018, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid van iedere maandelijkse vergoeding tot de datum van voldoening;
3.2.
veroordeelt IZA tot nakoming van de zorgverzekeringsovereenkomst met [eisende partij], bestaande uit uitbetaling van de maandelijkse vergoeding voor het gebruik van hulphond [naam] vanaf maart 2018 tot het moment waarop [eisende partij] niet langer gebruik maakt van hulphond [naam], dan wel het moment waarop de overeenkomst tussen partijen eindigt dan wel het moment waarop een wijziging van de verzekeringsvoorwaarden plaatsvindt die maakt dat de gebruikskosten van een hulphond niet langer vergoed worden;
3.3.
veroordeelt IZA tot betaling aan [eisende partij] van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 512,33;
3.4.
veroordeelt IZA in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 103,81 aan dagvaardingskosten, € 226,00 aan griffierecht en € 500,00
(2,5 punt x € 200,00) aan salaris voor de gemachtigde
;
3.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op