ECLI:NL:RBGEL:2018:5452

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 december 2018
Publicatiedatum
17 december 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 3165
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van perceelgrens op kadastrale kaart op basis van aanwijs uit 1938

In deze zaak heeft eiser, een eigenaar van een perceel, verzocht om herstel van de weergave van een perceelgrens op de kadastrale kaart op basis van artikel 7t van de Kadasterwet. Het verzoek is door verweerder, de bewaarder van het kadaster, afgewezen. De rechtbank Gelderland heeft op 17 december 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelde dat de aanwijs van de perceelgrens door de eigenaren in 1938 bepalend is en dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de weergave van de grens op de kadastrale kaart juist is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om de juistheid van de weergave van de perceelgrens te betwisten.

Het proces begon met een besluit van 4 december 2017, waarin het verzoek van eiser tot herstel werd afgewezen. Eiser ging in beroep tegen het bestreden besluit van 2 mei 2018, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 10 december 2018 was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door twee medewerkers van het kadaster. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de afstand tussen een gebouw en de perceelgrens, en de afwijkingen in de perceelgrens op de kadastrale kaart, zorgvuldig overwogen.

De rechtbank concludeerde dat de aanwijs uit 1938, gedocumenteerd in archiefnummer 127, leidend is voor de grens tussen de percelen. Eiser heeft niet aangetoond dat de weergave op de kadastrale kaart onjuist is. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 18/3165

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. K.A. Luehof),
en
de bewaarder van het kadaster en de openbare registerste Apeldoorn, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 december 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser tot herstel van de weergave van een perceelgrens op de kadastrale kaart afgewezen.
Bij besluit van 2 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.A.M. Schamp, bewaarder in opleiding, en E.W.H. van Elferen, landmeetkundig specialist grensreconstructie bij het kadaster.

Overwegingen

1. In 1938 (in het primaire besluit en het bestreden besluit is het jaartal 1939 genoemd) is op aanwijs van de toenmalige eigenaren de grens tussen de percelen gemeente Ermelo [kenmerk] vastgesteld. Deze aanwijs is gedocumenteerd op archiefnummer 127, gedateerd 13 januari 1938. De genoemde percelen zijn thans genummerd [kenmerk]. Eiser is eigenaar van perceel nummer [kenmerk].
Naar aanleiding van een melding heeft verweerder de grens tussen deze percelen op de kadastrale kaart aangepast, zoals weergegeven in het Relaas van bevindingen van 23 februari 2017 met archiefnummer 621.
Op verzoek van de eigenaar van perceel [kenmerk] heeft op 29 maart 2017 een grensreconstructie plaatsgevonden. Hiervan is een Relaas van bevindingen opgesteld met archiefnummer 623.
Bij brief van 23 oktober 2017 heeft eiser een klacht ingediend bij het kadaster betreffende de weergave van de grens tussen de percelen [kenmerk] en [kenmerk] op de kadastrale kaart. Verweerder heeft deze klacht aangemerkt als een verzoek om herstel als bedoeld in artikel 7t van de Kadasterwet (Kw). Bij het primaire besluit heeft verweerder dit verzoek afgewezen.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat de aanwijs in 1938 bepalend is voor de grens tussen de percelen [kenmerk] en [kenmerk]. Archiefnummer 127 is het brondocument op basis waarvan de grens tussen de percelen op de kadastrale kaart moet worden weergegeven.
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de grens die in archiefnummer 127 is weergegeven in februari 2017 op juiste wijze is ingetekend in de kadastrale kaart. Naar aanleiding van het verzoek van eiser om herstel van de kadastrale kaart is dit nogmaals gecontroleerd, en is vastgesteld dat de grens juist is ingetekend op de kadastrale kaart. Over de wijze waarop de grens die in archiefnummer 127 is weergegeven op de kadastrale kaart is ingetekend, heeft verweerder in de brief van 6 december 2018 het volgende opgenomen:
“Op 13 januari 1938 zijn de op het veldwerk 127 (Bijlage 3 verweer) opgenomen grenzen
aangewezen en ingemeten in een meetlijnenverband. Dit betreft een meting waarbij de relatieve
ligging van 2 of meer punten wordt vastgelegd door afstanden te meten over een lijn of loodrecht
daarop, meer specifiek de relatieve ligging van punten wordt bepaald verband houdend met de
topografie in het terrein. In deze casus is de meetlijn, bovenin het veldwerk weergegeven door
middel van een stippellijn, op straat een zichtbare lijn geweest die aan de uiteinden wordt
gemarkeerd door vaste punten. Deze vaste punten zijn gecontroleerd ingemeten en van deze punten
zijn RD (Rijks Driehoek-) coördinaten bekend.
Het RD-stelsel behelst het Nederlandse referentiestelsel voor plaatsbepaling aan de hand van
coordinaten. Dit landelijke netwerk van coördinaatpunten wordt gebruikt voor landmeetkundige
werkzaamheden en plaatsbepaling. Het stelsel bestaat thans uit actieve GNSS-referentiestations
(GNSS is de afkorting van Global Navigation Satellite System) die constant signalen uitzenden en
‘passieve’ punten zoals kerktorens en grondankers. Het Kadaster controleert en onderhoudt de
punten uit het Rijksdriehoeksstelsel.
Op het veldwerk is aan de uiteinden van de meetlijn een rode bol opgenomen, waarmee wordt
weergegeven dat er ter plaatse een buis ten behoeve van meting is aangebracht. Bij deze punten
staat opgenomen ‘KAD 814’ en ‘KAD 813’. Deze KAD punten maken, ook destijds al, als coördinaten
deel uit van het RD-stelsel. In de meetlijn zijn verlengden van gebouwen en grenzen gemeten. Het
verband tussen de gebouwen en de grenzen zijn op het veldwerk ook weergegeven met maten.
Door landmeetkundig specialist grensreconstructie, de heer E.W.H. van Elferen, is (nogmaals) het
verlengde van de gereconstrueerde grens berekend in de meetlijn en de RD-coördinaten zijn dan
ook van dit verlengde bekend. Op die wijze is de conclusie getrokken dat er thans geen afwijking is
tussen de grens zoals op het veldwerk gegeven en de gereconstrueerde grens en de huidige
kadastrale kaart.
Op deze vaststelling is een controle uitgevoerd. De RD-coordinaten van de gereconstrueerde
grens vormen een rechte lijn met het eerder berekende RD-coordinaat in de meetlijn: grens recht,
reconstructie juist uitgevoerd. De heer Van Elferen kan ter zitting hierover uw rechtbank een nadere
toelichting geven.”
De rechtbank begrijpt deze toelichting – samengevat – als volgt.
Op de kaart met archiefnummer 127 is op de weg ten zuiden van de percelen een stippellijn weergegeven, de meetlijn. De uiteinden van deze lijn zijn de punten KAD 814 en KAD 813. Bij de aanwijs in 1938 is gemeten waar het verlengde van de grens tussen de percelen de meetlijn snijdt. De punten KAD 814 en KAD 813 maakten destijds en maken nog steeds deel uit van het RD-stelsel. Dat betekent dat de coördinaten van die KAD-punten bekend zijn en dat de coördinaten van het punt waar het verlengde van de aangewezen grens de meetlijn snijdt, ook bekend is.
Bij de aanpassing van de kadastrale kaart in februari 2017 zijn de coördinaten van de KAD-punten en van het punt waar het verlengde van de perceelgrens de meetlijn snijdt, in de kadastrale kaart geprojecteerd en is op basis daarvan de perceelgrens ingetekend.
3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aldus voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de weergave van de grens tussen de percelen [kenmerk] en [kenmerk] op de kadastrale kaart ten tijde van het verzoek van eiser tot herstel, in overeenstemming is met de grens die bij de aanwijs in 1938 is vastgesteld en in archiefnummer 127 is weergegeven.
4. Gelet op het voorgaande is het aan eiser om feiten en omstandigheden aan te dragen die twijfel doen rijzen aan de juistheid van de weergave van de perceelgrens op de kadastrale kaart. De rechtbank is van oordeel dat eiser daar niet in geslaagd is en overweegt daartoe het volgende.
5. Eiser heeft aangevoerd dat op archiefnummer 127 de afstanden zijn vermeld tussen de oostelijke zijgevel van de in 1938 aanwezige zuivelfabriek en de perceelgrens, dat dit gebouw nog steeds aanwezig is, en dat op de kadastrale kaart de afstand tussen dit gebouw en de perceelgrens groter is dan de afstanden die op archiefnummer 127 zijn vermeld. Eiser concludeert hieruit dat de perceelgrens zoals die op de kadastrale kaart is weergegeven te ver naar het oosten ligt. Eiser heeft drie foto’s van het gebouw overgelegd ter onderbouwing van zijn standpunt, één recente foto en twee oude foto’s.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht heeft gesteld dat het gebouw niet als referentiepunt voor de ligging van de perceelgrens kan worden gebruikt omdat het gebouw kan zijn veranderd in de periode vanaf 1938, en ook ís veranderd. Uit de door eiser overgelegde foto’s blijkt reeds dat het gebouw is veranderd. Bij de brief van 6 december 2018 heeft verweerder luchtfoto’s overgelegd waaruit blijkt dat in de periode van 2008 tot heden veranderingen hebben plaatsgevonden. Ter zitting heeft verweerder voorts een tekening uit 1941 laten zien waaruit blijkt dat het gebouw toen in oostelijke richting was uitgebreid ten opzichte van 1938.
De stelling van eiser dat op basis van de foto’s visueel kan worden vastgesteld dat de perceelgrens onjuist op de kadastrale kaart is weergegeven volgt de rechtbank niet. Daarvoor zijn de foto’s te onduidelijk. Bovendien is het in zijn algemeenheid zeer de vraag of dit soort foto’s voldoende informatie verschaffen om te kunnen beoordelen waar een kadastrale grens ligt.
6. Eiser heeft aangevoerd dat op de tekening die bij het relaas van bevindingen van de grensreconstructie van 29 maart 2017 is gevoegd de hoek in de perceelgrens afwijkt van de hoek op de kadastrale kaart.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de kaart bij dit relaas van bevindingen schetsmatig is en dat aan het feit dat de hoek iets anders is weergegeven dan op de kadastrale kaart dus geen betekenis toekomt.
De rechtbank voegt hier nog aan toe dat een grensreconstructie het verstrekken van inlichtingen uit de kadastrale kaart te velde is (artikel 100, tweede lid, van de Kw). Het doel van een grensreconstructie is dus het weergeven van een kadastrale grens in het veld, en niet het maken van een exacte kaart.
7. Ter zitting heeft eiser nog aangevoerd dat de landmeter die door de eigenaar van perceel [kenmerk] is ingeschakeld heeft gezegd dat de kadastrale grens niet klopt, en dat de landmeter van het kadaster die de grensreconstructie heeft uitgevoerd heeft gezegd dat hij de kaart met archiefnummer 127, waarop de aanwijs uit 1938 is gedocumenteerd wel in de auto kon laten liggen omdat hij daar toch niets aan had.
Hetgeen eiser heeft aangevoerd kan hem niet baten. Om te beginnen heeft eiser niet onderbouwd dat deze uitspraken zijn zo zijn gedaan. Voorts heeft verweerder er ter zitting terecht op gewezen dat niet bekend is waarop de landmeter die door de eigenaar van het buurperceel is ingeschakeld zich heeft gebaseerd. Wat betreft de gestelde uitspraak van de landmeter van het kadaster heeft verweerder er terecht op gewezen dat met deze uitspraak waarschijnlijk slechts bedoeld is dat de weergave op de kaart uit 1938 van het gebouw van de zuivelfabriek niet gebruikt kan worden voor de grensreconstructie.
8. Het voorgaande betekent dat het beroep ongegrond is. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.J. Post, rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.N.H. Tran, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.