Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde 2],
gezamenlijk: [gedaagde 2] c.s.
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 november 2018 met producties 1 tot en met 19
- de brief van 8 november 2018 namens [gedaagde 2] c.s. met de productielijst van producties 1 tot en met 29 (zoals overgelegd als productie 18 bij de dagvaarding) en de aanvullende producties 30 tot en met 33
- de mondelinge behandeling, gehouden op 12 november 2018
- de pleitnota van Wenckstern c.s.
- de pleitnota van [gedaagde 2] c.s.
pick-uptruck en een aanhanger (hierna verder: de voertuigen) aan Wenckstern Nederland en Hot Rod City Tour Nijmegen B.V. ter beschikking gesteld. [gedaagde 2] heeft voor de ontvangst van de voertuigen getekend.
4.De beoordeling
entree-fee volgen artikel 7 worden verrekend met de franchise-fee. Verder bepaalt het artikel dat de entree-fee niet kan worden teruggevorderd als het afsluiten van de franchiseovereenkomst onmogelijk wordt om redenen die Wenckstern c.s. niet zijn te verwijten of indien het franchisecontract niet door [gedaagde 2] wordt uitgeoefend. Op basis van de door [gedaagde 2] gegeven toelichting over het niet tot stand komen van de franchiseovereenkomst en gezien zijn brief van 19 april 2018 (zie 2.12.) kan voorshands niet worden geoordeeld dat het (volledig) aan Wenckstern c.s. te wijten is dat de franchiseovereenkomst door partijen niet is ondertekend. Voorshands is dan ook onvoldoende aannemelijk geworden dat [gedaagde 2] aanspraak kan maken op terugbetaling van € 35.000,00.
980,00