3.1.ITT c.s. vordert na vermeerderingen van eis bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat alle opdrachtovereenkomst(en) tussen ITT c.s. en [verweerster] , waaronder de opdrachtovereenkomst d.d. 12 september 2014 tussen ITT
Controls BV en [verweerster] , zijn ontbonden,
en
2. voor recht te verklaren dat [verweerster] is tekortgeschoten in de nakoming van haar
verplichtingen uit hoofde van de tussen ITT c.s. en [verweerster] geldende ppdrachtovereenkomsten waaronder de opdrachtovereenkomst d.d. 12 september 2014
tussen ITT Controls en [verweerster] , als gevolg waarvan ITT c.s. schade heeft geleden,
en
3.
a. primair: [verweerster] te veroordelen om aan ITT c.s. tegen behoorlijk bewijs van
kwijting te voldoen een bedrag van € 129.307,12 en het gevorderde ter hoogte van € 127.248,91 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente cumulatief berekend vanaf 1 januari 2018 alsmede het gevorderde ter hoogte van € 2.058,21 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente cumulatief berekend vanaf 31 januari 2018, telkens tot de dag der algehele voldoening én [verweerster] te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ter hoogte van door ITT c.s. teveel bepaalde vennootschapsbelasting zoals uiteengezet in schadepost XXII, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
of
b. subsidiair: [verweerster] te veroordelen om aan ITT c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting terug te betalen het bedrag ex art 6:271 BW dat zij aan [verweerster] hebben
betaald minus een in goede justitie te bepalen aan [verweerster] toekomende waardevergoeding voor haar deugdelijk geleverde prestaties, én [verweerster] te veroordelen tot betaling van alle (overige) schadevergoeding, dit alles op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
alsmede
4. het vonnis in kort geding van 15 december 2017 onder zaak/rolnummer C/05/330153/ KG ZA 17-605 gewezen door de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, te vernietigen,
en
5. [verweerster] te veroordelen tot betaling van € 1.800,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2018 tot en met de dag der algehele betaling,
en
6. primair voor recht te verklaren dat de uitlatingen op de website [site 1]
, zoals vermeld in productie 32, niet onrechtmatig zijn jegens [verweerster] ,
subsidiair voor recht te verklaren dat mits door de rechtbank in goede justitie te bepalen woorden of woorddelen uit die hiervoor bedoelde uitlatingen zijn verwijderd, de dan (resterende) uitlatingen niet onrechtmatig zijn jegens [verweerster] ;
en
7. primair voor recht te verklaren dat de integrale tekst zoals getoond in productie e32 weer op de website [site 1] mag worden gepubliceerd;
subsidiair voor recht te verklaren dat de tekst zoals getoond in productie e32 weer op [site 1] mag worden gepubliceerd mits door de rechtbank in goede
justitie te bepalen woorden of woorddelen uit die tekst zijn verwijderd,
en ten slotte
8. [verweerster] te veroordelen in de proceskosten van deze procedure, de kosten van
beslag(en) en de overige kosten van dit geding, waaronder de kosten dagvaarding en vast recht, te vermeerderen met de nakosten, die forfaitair worden berekend op € 131,00 als dit vonnis niet wordt betekend, te verhogen met € 96,15 voor het geval betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden.