Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
beschikking gezag
[de vader]
Het verloop van de procedure
De feiten
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboortedatum] ;
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboortedatum] ;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 7 december 2018, hebben de verzoekers, de moeder en de stiefvader van twee minderjarige kinderen, verzocht om gezamenlijk gezag over de kinderen. De ouders waren in 2004 met elkaar gehuwd en zijn gescheiden door een Turkse rechter op 15 april 2016, die het gezag aan de moeder toekende. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Turkse rechter niet bevoegd was om deze beslissing te nemen, omdat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder sinds 2011 alleen met de kinderen in Nederland woont en dat de vader, die in Duitsland verblijft, onbereikbaar is. Hierdoor kon de rechtbank de gezagsbeslissing van de Turkse rechter niet erkennen, wat betekent dat de moeder niet automatisch het gezag over de kinderen had verkregen. De rechtbank heeft het verzoek om gezamenlijk gezag afgewezen, omdat het gezamenlijk gezag van de ouders eerst beëindigd moet worden voordat een nieuw verzoek kan worden ingediend. De rechtbank heeft wel vastgesteld dat de moeder van rechtswege alleen het gezag over de kinderen uitoefent, omdat de vader zijn gezag niet kan uitoefenen door zijn onbekende verblijfplaats. De rechtbank heeft deze beslissing als een verstaansbeslissing opgenomen in het gezagsregister, zodat het duidelijk is dat de moeder alleen beslissingen over de minderjarigen kan nemen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.