In deze zaak vordert de besloten vennootschap Snocom B.V. in kort geding dat [gedaagde] wordt verplicht om het modelrecht op de Snowcuber, bekend als US design patent D730,611, over te dragen aan Snocom. De vordering is gebaseerd op een emissieovereenkomst uit 2015, waarin is bepaald dat intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de Snowcuber onverwijld aan Snocom dienden te worden overgedragen. Snocom stelt dat [gedaagde] deze verplichting niet is nagekomen en dat eerdere kwijtingen geen invloed hebben op deze verplichting. [gedaagde] voert verweer en stelt dat de verplichting is komen te vervallen door de kwijtingsbepalingen in de aandeelhoudersbesluiten van augustus 2017.
De voorzieningenrechter overweegt dat de verplichting tot overdracht van het modelrecht nog steeds van kracht is, ondanks de beëindiging van de betrokkenheid van [gedaagde] bij Snocom. De rechter oordeelt dat de kwijtingsbepalingen niet betrekking hebben op de verplichting tot overdracht van het modelrecht. De belangenafweging leidt tot de conclusie dat het belang van Snocom bij de overdracht van het modelrecht zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] bij het behoud ervan. De vordering van Snocom wordt toegewezen, en [gedaagde] wordt veroordeeld tot overdracht van het modelrecht binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom bij niet-nakoming.