ECLI:NL:RBGEL:2019:1129

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2019
Publicatiedatum
15 maart 2019
Zaaknummer
6913932 eindvonnis d.d. 15-02-2019
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanrijding tussen twee achteruitrijdende voertuigen en de rol van de schadeverzekeraar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en VIVAT Schadeverzekeringen N.V. De zaak betreft een aanrijding die op 7 juni 2017 in Nijmegen heeft plaatsgevonden tussen de eisende partij en een andere bestuurder, waarbij beide bestuurders achteruit reden. De eisende partij vorderde een schadevergoeding van VIVAT, die als schadeverzekeraar van de andere bestuurder optrad. De eisende partij stelde dat de andere bestuurder onrechtmatig had gehandeld, waardoor VIVAT aansprakelijk was voor de schade. VIVAT voerde verweer en stelde dat beide partijen schuld hadden aan de aanrijding, waardoor de schade verdeeld moest worden.

De kantonrechter oordeelde dat VIVAT niet had kunnen aantonen dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van de eisende partij. De rechter concludeerde dat de andere bestuurder volledig aansprakelijk was voor de schade, evenals VIVAT als schadeverzekeraar. De gevorderde hoofdsom van € 918,85 werd toegewezen, evenals een bedrag van € 166,77 voor buitengerechtelijke incassokosten. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van de aanrijding en de proceskosten werden aan VIVAT opgelegd. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 6913932 \ CV EXPL 18-1761 \ 25115 \ 32568
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[naam eisende partij]
wonende te [woonplaats eisende partij]
eisende partij
gemachtigde P. Wubben
tegen
de naamloze vennootschap
VIVAT Schadeverzekeringen N.V.,
h.o.d.n.
REAAL
gevestigd te Amstelveen
gedaagde partij
gemachtigde mr. P.C. Knijp
Partijen worden hierna [naam eisende partij] en Vivat genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 juni 2018 en de daarin genoemde processtukken
- de comparitie van partijen van 12 oktober 2018.

2.De feiten

2.1.
Op 7 juni 2017 heeft in Nijmegen een aanrijding plaatsgevonden tussen [naam eisende partij] en [naam andere bestuurder] (verder [naam andere bestuurder] ), beiden als bestuurder van een auto. [naam eisende partij] en [naam andere bestuurder] hebben hierna gezamenlijk een schadeformulier ingevuld.
2.2.
De schade aan de auto van [naam eisende partij] is door CED Nederland B.V. (verder CED) vastgesteld op € 1.837,69.
2.3.
Vivat heeft als schadeverzekeraar van [naam andere bestuurder] 50% van de schade van [naam eisende partij] uitgekeerd aan [naam eisende partij] .

3.De vordering en het verweer

3.1.
[naam eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Vivat veroordeelt:
1. om aan haar te betalen € 918,85, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid;
2. om aan haar te betalen € 181,50, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 2 mei 2018;
3. in de proceskosten.
3.2.
[naam eisende partij] baseert haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, op de volgende – zakelijk weergegeven – stellingen. Omdat [naam andere bestuurder] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [naam eisende partij] , moet Vivat (als mottorrijtuigverzekeraar van [naam andere bestuurder] ) de volledige schade die [naam eisende partij] daardoor heeft geleden vergoeden. De gemachtigde van [naam eisende partij] heeft Vivat gesommeerd tot betaling ter zake waarvan buitengerechtelijke kosten en rente worden gevorderd.
3.3.
Vivat voert gemotiveerd verweer dat – beknopt weergegeven – neerkomt op het volgende. Zowel [naam andere bestuurder] als [naam eisende partij] reden op het moment van de aanrijding achteruit. Zij moesten beiden op grond van artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (verder Rvv) de ander voorrang geven, zodat zij allebei onrechtmatig hebben gehandeld. Omdat beide partijen schuld hebben aan de aanrijding en bijbehorende schade, komt het gevorderde restant van de schade (50%) voor rekening en risico van [naam eisende partij] .

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [naam andere bestuurder] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [naam eisende partij] en aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade van [naam eisende partij] . Ook staat tussen partijen vast dat de schade die [naam eisende partij] heeft geleden door de onrechtmatige gedraging van [naam andere bestuurder] € 1.837,69 bedraagt. In geschil is of er sprake is van eigen schuld aan de zijde van [naam eisende partij] . Indien de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan [naam eisende partij] kan worden toegerekend, zoals Vivat stelt en [naam eisende partij] betwist, dan wordt de vergoedingsplicht van [naam andere bestuurder] op de voet van artikel 6:101 BW verminderd door de schade over [naam andere bestuurder] en [naam eisende partij] in evenredigheid te verdelen met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade van [naam eisende partij] hebben bijgedragen.
4.2.
Nu Vivat zich beroept op het rechtsgevolg van eigen schuld, is het aan haar conform de hoofdregel van artikel 150 Rv om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen waaruit volgt dat de schade mede een gevolg is van een aan [naam eisende partij] toe te rekenen omstandigheid. Volgens Vivat is die omstandigheid gelegen in het feit dat [naam eisende partij] achteruit reed en zij [naam andere bestuurder] , die eveneens achteruit reed, niet heeft laten voorgaan.
4.3.
In artikel 54 Rvv is bepaald dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren het overige verkeer voor moeten laten gaan. Als voorbeelden van bijzondere manoeuvres zijn in artikel 54 Rvv onder andere genoemd het wegrijden en het achteruitrijden. In zoverre dienden [naam andere bestuurder] en [naam eisende partij] beiden de ander voor te laten gaan.
4.4.
Tijdens de comparitie is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat [naam eisende partij] desalniettemin niet onrechtmatig heeft gehandeld en geen eigen schuld heeft als zij (achteruitrijdend) aanving met [naam andere bestuurder] te passeren op het moment dat [naam andere bestuurder] nog stilstond. Om vast te stellen of er sprake is van eigen schuld, moet daarom worden vastgesteld of [naam andere bestuurder] al achteruit reed – en daardoor deelnam aan het verkeer – op het moment dat [naam eisende partij] haar begon te passeren.
4.5.
Uit de locatie van de schade blijkt dat [naam eisende partij] met de achterkant van de auto en een groot deel van de achterdeur al voorbij [naam andere bestuurder] was gereden op het moment van de aanrijding, zodat niet valt uit te sluiten dat [naam andere bestuurder] nog stilstond op het moment dat [naam eisende partij] begon haar te passeren. Daarnaast is uit de verklaringen van beide partijen en het schadeformulier niet af te leiden wanneer [naam andere bestuurder] begon met achteruitrijden. Dat [naam andere bestuurder] volgens haar verklaring 1,5 meter had gereden voor de aanrijding, leidt er niet toe dat vast te stellen is of zij (een deel van) die 1,5 meter heeft overbrugd voor of nadat [naam eisende partij] was begonnen met haar te passeren. Een en ander leidt ertoe dat niet vast is komen te staan of [naam andere bestuurder] al achteruit reed op het moment dat [naam eisende partij] haar begon te passeren. Omdat Vivat ter zitting heeft aangegeven dat de kantonrechter op basis van de overgelegde stukken vonnis mag wijzen, zal Vivat niet worden toegelaten tot nadere bewijslevering.
4.6.
Nu Vivat niet heeft kunnen aantonen dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van [naam eisende partij] , blijft [naam andere bestuurder] voor de volledige schade van [naam eisende partij] aansprakelijk, evenals Vivat in de hoedanigheid van schadeverzekeraar van [naam andere bestuurder] (ex artikel 6 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen). De gevorderde hoofdsom wordt dan ook toegewezen.
4.7.
[naam eisende partij] vordert ter zake buitengerechtelijke incassokosten een bedrag dat is gebaseerd op het bepaalde in het Rapport Voorwerk II (hierna: het Rapport). De onderhavige vordering heeft echter geen betrekking op één van de situaties waarin het Rapport van toepassing is. De kantonrechter zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de norm van artikel 6:96 lid 2 sub c BW. De hoogte van het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is niet in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Hoewel niet direct van toepassing, geldt dat deze tarieven geacht worden redelijk te zijn. Op basis van deze tarieven wordt een bedrag van € 166,77 toegewezen.
4.8.
De gevorderde rente wordt over € 918,85 toegewezen vanaf 7 juni 2017, zijnde de dag van de aanrijding en over € 166,77 vanaf 2 mei 2018.
4.9.
Vivat wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Vivat om aan [naam eisende partij] te betalen een bedrag van € 918,85, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2017 tot aan de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Vivat om aan [naam eisende partij] te betalen een bedrag van € 166,77, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Vivat in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [naam eisende partij] begroot op € 103,81 aan dagvaardingskosten, € 226,00 aan griffierecht en € 240,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op