Uitspraak
wonende te Apeldoorn,
eiseres, hierna te noemen: [eiseres],
advocaat mr. S. Karagan te Apeldoorn,
wonende te Apeldoorn,
verweerder, hierna te noemen: [verweerder],
advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam.
2.De feiten
2,5 week geleden in de rug “geschoten”[is]
tijdens een draaisprong bij het trampoline springen” en dat [naam minderjarige] “[i]
n april 2015 een trauma moment[heeft]
gehad van de rug tijdens het maken van salto”s.”
(...) Op 5-10-2015 zag ik[[naam minderjarige]]
op de polikliniek in Amersfoort in verband met klachten aan de rug.
(...)
Geen afwijkingen op de MRI die verklarend zijn voor de klachten
(...)
A-specifieke lage rugklachten zonder neurogene afwijkingen of klinisch relevante afwijkingen op de MRI.
(...)”
(...) Moeder geeft aan dat ze het heel lastig vindt dat de behandelend neuroloog in Apeldoorn zegt dat de schokken[in de benen van [naam minderjarige], rb]
veroorzaakt worden door een tekort aan ijzer (...) as woensdag heeft ze een afspraak bij de kinderpsycholoog voor gesprekken en EMDR. Daarnaast krijgt ze FT met gerichte oefeningen. (...)
Telefonisch contact (...) neuroloog/kinderneuroloog Apeldoorn: er was sprake van de werkdiagnose rusteloze benen bij ijzertekort voor de doorverwijzing naar het UMCG. Bij patiente zijn we het met elkaar eens dat er sprake is van functionele schokken en is er geen twijfel over de diagnose. (...)”
(…) Wat betreft het voorval op 22-4-2015 erken ik geen aansprakelijkheid.
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ2007/450), waarin de Hoge Raad oordeelde dat een trainer, met het toepassen van een extern motivatiemiddel (in dat geval een ‘colaatje’), niet de jegens de leerling betamende zorgvuldigheid in acht had genomen. [eiseres] heeft echter niet gesteld dat [verweerder] een dergelijk extern motivatiemiddel heeft ingezet en [eiseres] heeft voorts niet onderbouwd waaruit de dwang van [verweerder] heeft bestaan. De door [eiseres] gemaakte vergelijking met ‘het colaatje’ gaat hiermee dan ook niet op. Bovendien heeft [eiseres] gesteld dat [naam minderjarige] ambitieus was, al drie keer had meegedaan aan de Nederlandse Kampioenschappen en graag wilde meedoen aan het Europees Kampioenschap. Hieruit leidt de rechtbank af dat [naam minderjarige] zelf gemotiveerd was om de sprong, die gold als kwalificatiesprong, te doen. Dat [naam minderjarige] volgens [eiseres] timide is en [verweerder] niet durfde tegen te spreken, kan zo zijn, maar [eiseres] heeft niet concreet gesteld dat en op welke wijze [verweerder] [naam minderjarige] zou hebben geïntimideerd en dat daaruit moet worden geconcludeerd dat [naam minderjarige] door [verweerder] gedwongen werd de sprong uit te voeren.
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)
een cysteuze laesie in het kleine bekken links” dan wel “
een beginnende dubbelzijdige lysis” de gestelde breuk heeft willen onderbouwen, wordt zij daarin door de rechtbank - mede gelet op de weerspreking ter zitting door [verweerder] - niet gevolgd. Daar komt nog eens bij dat het verband tussen de val van [naam minderjarige] op 22 april 2015 en de resultaten van deze MRI-scan, die dateren van een kleine drie jaar later, de rechtbank ontgaat, mede gelet op de in randnummer 2.6 weergegeven resultaten van de MRI-scan in het jaar van de in geding zijnde val van [naam minderjarige] (2015). Bovendien blijkt uit de MRI-scan die in mei 2018 is gemaakt dat er sprake is van een normalisatie van het beeld en dat er geen beenmergoedeem meer aanwezig is.