Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 1 april 2019
[X] , te [Z] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
extramurale zorgverlening
- U hebt de afgelopen drie jaar een VAR aangevraagd.
- U hebt telkens een VAR voor hetzelfde soort werk aangevraagd.
- U hebt het werk onder vergelijkbare omstandigheden uitgevoerd.
- U hebt telkens eenzelfde VAR van ons gekregen.
- Wij hebben de VAR’s in de tussentijd niet herzien.
VAR Winst uit onderneming
Wijziging feitelijke omstandigheden
Herziening verklaring
loon uit dienstbetrekking.
Bijgaand ontvangt u een nieuwe verklaring.
Geldigheidsduur verklaring
Vertrouwensbeginsel18. De rechtbank ziet zich vervolgens geplaatst voor de vraag of eiser in dit geval aan de door verweerder afgegeven VAR-verklaring het in rechte te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat de voordelen die hij uit “ [B] ” geniet winst uit onderneming vormen.
“4.3. (…)
De door de Inspecteur gestelde terugwerkende kracht is niet geformaliseerd in de afgegeven
beschikking. De totstandkomingsgeschiedenis waarnaar de Inspecteur verwijst, kan een
dergelijke formalisering niet bewerkstelligen. Gelet hierop heeft als uitgangspunt te gelden
dat belanghebbende beschikt over een rechtgeldige VAR-wuo voor de periode 1 januari 2013
tot en met 14 oktober 2013.
(…)
4.5. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 3.156 Wet IB 2001 (nota naar aanleiding
van het verslag, Kamerstukken II 2000/01, 27 466, nr. 6, p. 99) blijkt dat de mogelijkheid van
herziening van de VAR is gebaseerd op de gedachte dat de Belastingdienst niet kan worden
gehouden aan de rechtsgevolgen van een beschikking, indien blijkt dat de feiten en
omstandigheden waarop deze is gebaseerd zich niet blijken te hebben voorgedaan, anders zijn
geweest, of in de loop van tijd zijn gewijzigd. Voorts is vermeld dat de VAR wordt
afgegeven op basis van een gefundeerd oordeel over de door de belanghebbende
gepresenteerde arbeidsrelatie. Uit de memorie van toelichting bij de Wet uitbreiding
rechtsgevolgen VAR (Kamerstukken II, 2003-2004, 29 677, nr. 3, p. 13) blijkt dat bij de
aangifte in de inkomstenbelasting de aard van het inkomen nogmaals wordt getoetst. Als
blijkt dat de inkomsten fiscaal anders moeten worden beoordeeld dan waarvan bij de afgifte
van de VAR is uitgegaan, kan de Belastingdienst de verklaring zo nodig herzien.
4.6. Uit hetgeen hiervoor onder 4.5 is overwogen, volgt dat een belastingplichtige ook voor
de inkomstenbelasting in beginsel vertrouwen kan ontlenen aan een afgegeven VAR. Het
andersluidende standpunt van de Inspecteur dient te worden verworpen.”
Gelet op het voorgaande dient het bijdrage-inkomen ZVW als volgt te worden vastgesteld:
======
De rechtbank verklaart het beroep gegrond.
Proceskostenvergoeding35. Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij met zijn verzoek om schadevergoeding van € 750 voor deze procedure en de bezwaarfase bedoeld heeft te verzoeken verweerder te veroordelen in de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het besluit).
Beslissing
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag ZVW 2013 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen
- vermindert de beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door eiser gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1.278;
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 46 aan hem te vergoeden.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;