Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[derde belanghebbende]te [woonplaats].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak is in geschil of eiser tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen. Het primaire besluit, genomen op 26 april 2018, betrof de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een tijdelijke mantelzorgunit. Eiser heeft op 18 juni 2018 bezwaar gemaakt, maar verweerder heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank heeft op 2 april 2019 de zaak behandeld, waarbij eiser aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door C.J.E. Fleuren en C. Keller. De rechtbank oordeelde dat de bezwaartermijn op 27 april 2018 begon, na de bekendmaking van het besluit op 26 april 2018. Eiser had voldoende gelegenheid om bezwaar te maken voor de deadline van 7 juni 2018, maar heeft dit pas op 18 juni 2018 gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet eerder op de hoogte kon zijn van de omvang van de zorgunit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.