1.3.Verweerder heeft bij besluit van 4 augustus 2016 aan eiseres een maatwerkvoorziening in de vorm van een aangepaste autobus in eigendom toegekend. In dat besluit heeft verweerder neergelegd dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor kosten als onderhoud, apk, reparatie(s), parkeersensor en dergelijke, en de verzekering van de aangepaste bus.
Daarnaast heeft verweerder bij besluit van 4 augustus 2016 de eerder aan eiseres toegekende vervoersvergoeding met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd. Eiseres ontvangt met ingang van
1 januari 2017 een vergoeding van € 324,- aan het begin van ieder kalenderjaar.
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat bij besluit van 4 augustus 2016 de autobus in eigendom aan eiseres is toegekend en dat in dit besluit verder is bepaald dat eiseres de bijbehorende kosten, waaronder de onderhouds- en verzekeringskosten, dient te dragen.
Bovendien mag van eiseres worden verwacht dat zij eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid toont nu zij de autobus in eigendom heeft gekregen van verweerder met de afgesproken gevolgen. Eiseres heeft deze kosten aanvankelijk ook zelf gedragen. Dat de onderhouds- en verzekeringskosten (mogelijkerwijs) stijgen (als gevolg van schade) komt voor rekening en risico van eiseres.
Daarnaast mag van eiseres worden verwacht dat zij keuzes maakt die haar zelfredzaamheid en participatie bevorderen en niet doen afnemen. Eiseres had zich dan ook moeten afvragen of zij de onderhouds- en verzekeringskosten wel kon dragen op het moment dat zij de maatwerkvoorziening (in eigendom) aanvaardde.
3. Eiseres heeft - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat zij de onderhouds- en verzekeringskosten niet zelfstandig kan dragen. Zij heeft dit ook steeds aan verweerder duidelijk gemaakt, ook voorafgaande aan de toekenning van de maatwerkvoorziening en onmiddellijk na ontvangst van de autobus. De kosten worden op dit moment betaald door haar familie, maar die hebben te kennen gegeven hiermee te willen stoppen. Verweerder heeft dan ook geen passende vervoersvoorziening aan eiseres geboden. Deze verplichting rust echter wel op verweerder, nu de wet niet alleen bepaalt dat verweerder zorg draagt voor de maatschappelijke ondersteuning, maar ook voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen. De verplichting om eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid te tonen kan niet zo ver strekken dat verwacht mag worden dat eiseres onbeperkt hoge kosten draagt waarvan bekend is dat zij deze financieel gezien niet kan dragen.
4. Verweerder heeft zich hierover - samengevat - op het standpunt gesteld dat eiseres voldoende is gecompenseerd door eiseres een complete en toereikende maatwerkoplossing te bieden, die er uit bestaat dat aan haar een nieuwe, aangepaste autobus in eigendom is verstrekt. Eiseres is van meet af aan zelf verantwoordelijk geweest voor de onderhouds- en verzekeringskosten, eiseres wist dat ook. Het had dan ook op de weg van eiseres gelegen om zich vooraf een juist beeld te vormen van de kosten.
Daarnaast ontvangt eiseres nog steeds een individuele vervoersvoorziening van € 324,- per jaar.