In deze zaak heeft de kantonrechter te Zutphen op 29 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Crown Interstyle Furniture Collection B.V. en Teugra B.V. over de ontbinding van een agentuurovereenkomst. Crown, de verzoekende partij, heeft verzocht de agentuurovereenkomst met Teugra te ontbinden wegens een dringende reden en een verandering in omstandigheden. Crown stelde dat Teugra een tweede agent wilde aanstellen in haar rayon, wat volgens Crown een dringende reden voor ontbinding vormde. Daarnaast voerde Crown aan dat de samenwerking verstoord was door klachten over de producten van Teugra en het niet meer ontvangen van orderbevestigingen en provisieoverzichten.
Teugra, de verwerende partij, betwistte de claims van Crown en stelde dat de overeenkomst al met wederzijds goedvinden was beëindigd. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een beëindiging met wederzijds goedvinden en dat de agentuurovereenkomst nog steeds van kracht was. De rechter concludeerde dat er wel degelijk sprake was van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter ontbond de agentuurovereenkomst per 1 mei 2019 en kende Crown een vergoeding toe van € 8.000,00, waarbij Teugra werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen partijen en de noodzaak om tijdig te reageren op veranderingen in de samenwerking. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van artikel 7:440 BW en de voorwaarden waaronder een agentuurovereenkomst kan worden ontbonden.