ECLI:NL:RBGEL:2019:2279

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 mei 2019
Publicatiedatum
23 mei 2019
Zaaknummer
7553116 CV EXPL 19-914
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering na erkenning door gedaagde in een civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 17 mei 2019, heeft de kantonrechter een mondeling vonnis uitgesproken in een civiele procedure. De eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde K.M. Nodelijk, heeft een vordering ingediend tegen Myrtax Bewindvoering B.V., die optreedt als bewindvoerder over de goederen van een onder bewind gestelde persoon. Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De gedaagde partij heeft de vordering erkend, wat heeft geleid tot toewijzing van de vordering, met uitzondering van de btw over de buitengerechtelijke incassokosten, die niet was aangezegd in de aanmaning conform artikel 6:96 lid 6 BW.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 853,22, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van het bedrag vanaf 9 januari 2019. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 579,27, bestaande uit explootkosten, griffierecht en salaris van de gemachtigde. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling, waarbij de kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering niet voldoende is weersproken door de gedaagde partij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens : 7553116 CV EXPL 19-914
Grosse aan : eisende partij
Afschrift aan : gedaagde partij
Verzonden :
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 17 mei 2019
in de zaak van
[naam eisende partij]
wonende te [woonplaats eisende partij],
eisende partij,
gemachtigde: K.M. Nodelijk,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Myrtax Bewindvoering B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van:
de heer [naam rechthebbende / onder bewind gestelde],
wonende te [woonplaats rechthebbende],
gedaagde partij,
procederend bij mw. W. Bunte.
Partijen zullen hierna ook [naam eisende partij] en Myrtax genoemd worden.

1.Het (verdere) procesverloop

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
 het tussenvonnis van 10 april 2019 ter bepaling van de comparitie;
 de brief van 25 april 2019 van (de gemachtigde van) [naam eisende partij]
 de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 17 mei 2019, waar beide partijen zijn verschenen.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen € 853,22, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 650,= vanaf 9 januari 2019 tot de dag der voldoening;
2.2.
veroordeelt de gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van de eisende partij tot op heden vastgesteld op:
€ 108,27 aan explootkosten
€ 231,00 aan griffierecht
€ 240,00 aan salaris gemachtigde;
2.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
2.4.
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
3.2.
De gedaagde partij heeft de vordering erkend. Voor zover de vordering wel is betwist, is dat verweer door de eisende partij ter zitting voldoende weerlegd. Daarom moet de vordering als niet voldoende weersproken worden toegewezen. Alleen de gevorderde btw over de buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat deze niet is aangezegd in de aanmaning ex art. 6:96 lid 6 BW.
3.3.
Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, wordt de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. S. Kropman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2019.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier, de kantonrechter,