In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben eisers, bestaande uit een groep van 22 bewoners van een recreatiepark in Harderwijk, een kort geding aangespannen tegen de gemeente Harderwijk en een stichting die betrokken is bij de transformatie van het recreatiepark naar een woonbestemming. De eisers vorderen een verbod voor de gemeente en de stichting om overeenkomsten aan te gaan met parkbewoners die de transformatie regelen, totdat er constructief overleg heeft plaatsgevonden over de voorwaarden van deze overeenkomsten. De gemeente heeft in 2015 een strategienota vastgesteld en in 2018 een Structuurvisie, waarin de transformatie van recreatieparken naar woonbestemmingen is uiteengezet. De eisers zijn van mening dat de voorwaarden in de transformatieovereenkomst onrechtmatig zijn en dat zij niet voldoende zijn geïnformeerd over de inhoud en gevolgen van deze overeenkomst. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende grond is voor het opleggen van het gevorderde verbod, omdat de gemeente en de stichting zich aan de vastgestelde procedures houden en de eisers de mogelijkheid hebben om de transformatieovereenkomst niet te ondertekenen. De vorderingen van de eisers zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten.